NEDERLAND S
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig vóór de ingebruikname.
Algemeen
Gebruik de zaag niet voor het maken van inkepingen, sleuven of om te frezen.
•
•
Gebruik de zaag niet voor het zagen van werkmateriaal dat groter is dan de afmetingen die onder
Capaciteit in de paragraaf Technische gegevens staan vermeld.
•
Houd de werklek vrij van spaanders en zaagstof.
De zaag moet op een stevige ondergrond worden geplaatst/gemonteerd, zodat hij tijdens het
•
zagen niet kan bewegen.
•
De zaag mag niet worden gebruikt voor het zagen van rondhout en houtblokken.
•
Zet het bovenste veiligheidsscherm nooit vast in de open stand, uitgezonderd bij het vervangen
van
het
zaagblad,
veiligheidsscherm, tenzij de zaag wordt gebruikt als tafelcirkelzaag.
Wees voorzichtig, zodat er geen vingers of andere lichaamsdelen bekneld raken wanneer u de
•
werkbank kantelt.
Zet het bovenstuk van de zaag vast in de onderste stand voordat u de zaag vervoert.
•
•
Pak nooit de veiligheidsschermen vast tijdens vervoer van de zaag.
Zaagblad
•
Let op dat de spindel en de flenzen voor het monteren van het zaagblad altijd schoon zijn.
•
Gebruik nooit zaagbladen van snelstaal.
•
Gebruik nooit slijpschijven of snijschijven.
•
Gebruik altijd het juiste type zaagblad voor het actuele model. Gebruik de zaag uitsluitend voor het
zagen van hout, aluminium en dergelijke materialen.
•
Gebruik nooit zaagbladen als de maximumsnelheid lager is dan de maximale rotatiesnelheid van
het gereedschap.
Gebruik nooit verbogen zaagbladen of bladen waarvan enkele tanden ontbreekt.
•
•
Gebruik nooit te grote zaagbladen.
•
Controleer altijd of de richtingaanduiding van het zaagblad overeenkomt met de rotatierichting van
de motor.
•
Gebruik nooit een zaagblad dat dikker is dan de houtkliever.
•
Draag altijd veiligheidshandschoenen bij het hanteren van het zaagblad. Houd nooit uw handen in
de buurt van het zaagblad en probeer nooit om materiaal te verwijderen uit het werkgebied als het
zaagblad draait.
Vóór gebruik
Bij het zagen van ronde werkmaterialen moeten deze worden vastgespannen met schroefklemmen
•
of iets dergelijks, omdat ze anders kunnen gaan draaien door het roterende zaagblad.
Let op dat het werkmateriaal geen spijkers, schroeven of andere zaken bevat die het zaagblad
•
kunnen beschadigen.
•
Controleer voorafgaand aan elk gebruik of alle borghendels en schroeven goed zijn aangehaald en
of de zaagtafel goed vastzit, zodat hij niet kan gaan draaien, trillen of omkiepen. Dat is met name
van belang wanneer de zaagtafel is gedraaid of ondersteboven is gedraaid.
•
Controleer voorafgaand aan elk gebruik of het veiligheidsscherm vrij kan bewegen zonder dat het
vastzit en of het vergrendelingsmechanisme naar behoren functioneert. Gebruik de zaag nooit als
dat niet het geval is.
•
Controleer voorafgaand aan elk gebruik of het zaagblad niet in aanraking kan komen met een deel
van de werkbank, het onderstuk of de houtkliever.
•
Controleer vóór hoekzagen of het bovenstuk van de zaag goed vastzit.
Als u een parallelaanslag gebruikt, moet deze parallel zijn aan het zaagblad.
•
Zagen
•
Gebruik de zaag niet als de beschermkappen of de houtkliever niet correct gemonteerd zijn.
Gebruik een extra steun (tafel, schraag en dergelijke) voor lange werkmaterialen, zodat deze
•
tijdens het zagen niet van de werkbank vallen.
Zaag nooit in werkmaterialen die zo klein zijn dat ze niet goed vastgespannen kunnen worden.
•
NEDERLANDS
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
wat
hieronder
wordt
88
beschreven.
Demonteer
nooit
het
onderste