Als het apparaat is afgekoeld, gladde oppervlakken
7.
in de binnenruimte met zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
8 De Bediening in essentie
8.1 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in met
▶
De toets
wordt blauw verlicht.
‒
a Op het display verschijnt het Siemens logo. Vervol-
gens verschijnt een verwarmingsmethode en een
temperatuur.
8.2 Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet nodig
heeft. Wanneer u het apparaat langere tijd niet bedient,
gaat het automatisch uit.
Het apparaat met
▶
De verlichting boven de toets
‒
a Het apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
a Op het display verschijnt de tijd of de restwarmte-in-
dicatie.
8.3 In werking stellen
Elke functie moet u starten.
De werking met
▶
a Op het display verschijnen de instellingen, de loop-
tijd en de opwarmlijn.
8.4 Werking onderbreken of afbreken
U kunt de werking kort onderbreken en weer voortzet-
ten. Breekt u de werking volledig af, dan worden de in-
stellingen gereset.
Om de werking kort te onderbreken:
1.
Kort op
drukken.
‒
Om de werking voort te zetten, op
‒
ken.
Om de werking af te breken
2.
a De werking wordt afgebroken en alle instellingen
worden gereset.
8.5 Functie instellen
Vereiste: Het apparaat moet ingeschakeld zijn.
Op het
drukken.
1.
Het functiemenu wordt geopend.
Met de draaiknop de gewenste functie kiezen.
2.
Afhankelijk van de functie zijn er verschillende keu-
zemogelijkheden beschikbaar.
Met
bereikt men de geselecteerde functie.
3.
.
uitschakelen.
gaat uit.
starten.
druk-
indrukken.
De accessoires met zeepsop en een schoonmaak-
8.
doekje of een zachte borstel grondig reinigen.
Met de draaiknop kan de selectie worden gewijzigd.
4.
Naar keuze andere instellingen veranderen.
Met
starten.
5.
8.6 Verwarmingsmethode en
temperatuur instellen
Als u het apparaat inschakelt, is automatisch de functie
verwarmingsmethoden ingesteld.
De gewenste verwarmingsmethode met de draai-
1.
knop instellen.
Ga met
naar de temperatuur.
2.
Stel de temperatuur in met de draaiknop.
3.
De werking met
4.
a Het apparaat begint op te warmen.
a Op het display worden de ingestelde verwarmings-
methode, de temperatuur en de tijdsduur/apparaat-
looptijd weergegeven.
Schakel het apparaat uit met
5.
recht klaar is.
Tip: De meest geschikte verwarmingsmethode voor uw
gerechten vindt u in de beschrijving van de verwar-
mingsmethoden.
Opmerking: U kunt aan het apparaat de duur en het
einde van de werking instellen.
→ "Tijdfuncties", Pagina 12
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
Onderbreek de werking met
1.
Op
drukken.
2.
De verwarmingsmethode met de draaiknop wijzigen.
3.
Temperatuur wijzigen
Na het starten van de werking kunt u de temperatuur
direct wijzigen.
De temperatuur met de draaiknop wijzigen.
▶
a De temperatuur wordt direct overgenomen.
8.7 Informatie weergeven
In de meeste gevallen kunt u informatie bij de zojuist
uitgevoerde functie oproepen. Vele aanwijzingen ver-
schijnen automatisch, bijv. ter bevestiging of als oproep
of waarschuwing.
Op
drukken.
▶
a Indien aanwezig, wordt informatie gedurende enkele
seconden weergegeven.
De Bediening in essentie nl
starten.
wanneer het ge-
.
11