Bedieningspaneel
SNELMENUTOETS – Geeft u snel toegang tot veelgebruikte printerfuncties zonder dat u door een
aantal schermen hoeft te scrollen. Test invoer/opnieuw afdrukken, horizontale en verticale
1.
uitlijning, printervoorkeuren, afdrukspoeling en inktstatus.
Druk nogmaals op de toets Snelmenu om terug te keren naar het vorige scherm.
UITSCHAKELEN/OPNIEUW OPSTARTEN TOETS – Het scherm Printer uitschakelen opent met de
volgende knopopties: Restart (Opnieuw opstarten), Shutdown (Uitschakelen), USB Disconnect (USB
verwijderen), Port Reset (Poort resetten) en Cartridge Initialize (Cartridge starten).
2.
De Shutdown Button (knop Uitschakelen) schakelt de elektronica van de printer veilig uit.
BELANGRIJK:
Wacht tot de cursor stopt met knipperen of verdwijnt voordat u de aan/uit-schakelaar
uitschakelt.
DOORVOERTOETS – Druk op om toegang te krijgen tot het scherm Transport Control
3.
(Transportbediening). Gebruik om de rollen in te schakelen en media onder de afdrukeenheden te
verwijderen.
PAUZEREN/HERVATTEN TOETS – Biedt een snelle manier om een taak bij de printer te pauzeren en te
hervatten zonder gebruik te maken van het aanraakscherm of de computer. Druk om het afdrukken
4.
te starten. Druk op om een huidige taak te pauzeren. Druk nogmaals op de toets om het afdrukken te
hervatten.
AANRAAKSCHERM VAN BEDIENINGSPANEEL – Biedt toegang tot de printermenu's en
5.
bedieningselementen om de printer in te stellen en te bedienen.
6.
STROOMINDICATIELAMPJE – AAN (verlicht) wanneer de aan/uit-schakelaar ingeschakeld is.
OPMERKING: Een volledige beschrijving van de functies en de bediening van het aanraakscherm vindt u
in Hoofdstuk 3 – Bediening van de printer.
1
2
3
4
5
HOOFDSTUK 1
KENNISMAKING
6
7