HOOFDSTUK 3
BEDIENING VAN DE PRINTER
Printer Sleep (Slaapstand): Wordt gebruikt om te
selecteren of u de printer wel of niet in "slaapstand"
wilt zetten als deze niet wordt gebruikt.
Uitgevinkt = Printer gaat nooit in "slaapstand".
Aangevinkt (standaard) = Printer gaat in "slaapstand"
nadat hij 60 minuten inactief is geweest
(standaardwaarde).
TIP: De waarde kan door een technicus worden
aangepast via het servicemenu met de functie
Slaapstand time-out.
Met deze functie ingeschakeld, kunt u kiezen welke poort(en), indien aanwezig, de printer automatisch
"wekken" vanuit de "slaapstand" wanneer er gegevens worden ontvangen.
No Data (Geen gegevens) = Printer wordt niet "wakker" als er gegevens worden ontvangen.
USB Data (USB-gegevens) = Printer wordt "wakker" als er gegevens op de USB-poort worden ontvangen.
LAN Data (LAN-gegevens) = Printer wordt "wakker" als er gegevens op de LAN-poort (via de kabel of
draadloos) worden ontvangen.
USB/LAN Data (USB/LAN-gegevens) = Printer wordt "wakker" als er gegevens op de USB- of LAN-poort (via de
kabel of draadloos) worden ontvangen.
OPMERKING: Gebruik de knop
krijgen tot extra printervoorkeuren.
28
<<<
(Vorige) onderaan het scherm PRINTERVOORKEUREN om toegang te