HOOFDSTUK 3
BEDIENING VAN DE PRINTER
Positie van de printeenheid
1. Draai de vergrendelknop [D] los.
2. Plaats de printeenheid naar behoefte om de
gewenste afdruklocatie te bereiken op de
media die worden ingevoerd.
TIP: Verhoog de printkophouder (mediadikte)
om het verplaatsen van de printeenheid te
vergemakkelijken.
3. Draai de vergrendelknop [D] vast.
TIP: Aan de uitgang van de printeenheid is een
afdrukgebiedindicator (in de afbeelding aangeduid
als zware rode lijn) aangebracht. Dit is handig
wanneer u probeert de gewenste afdrukpositie voor de printeenheid te bereiken.
Afdrukbereik
De onderstaande schets toont het bereik van de beweging van de printeenheid.
Het geeft ook de "No Print Zones" (onbereikbare afdrukgebieden) aan bij het invoeren van het maximale
mediaformaat van de printer van 342,9 mm breedte x 381 mm lengte (13,5" breedte x 15" lengte) (in de richting
van de invoer).
OPMERKING: Bij het invoeren van media die 273,05 mm (10,75") breed of smaller zijn, is het mogelijk om de
printeenheid te positioneren om overal binnen de breedte van de media af te drukken.
38,1 mm (1.5") NO PRINT ZONE
31,75 mm (1.25") NO PRINT ZONE
18
PRINTEENHEI
D
273,05 mm
(10,75")
VERTICAAL
1
2
3
4
MAX AFMETING 342,9 mm B x 381 mm L (13,5" B x 15" L)
INVOERRICHTING