HOOFDSTUK 3
BEDIENING VAN DE PRINTER
HOOFDMENU
Tik of druk op de pictogrammen om toegang te krijgen tot de functies die in de printer zijn ingebouwd en om de
bediening van de printer aan te passen.
Print Image (Afbeelding afdrukken): Een afbeelding
selecteren, importeren of verwijderen. Geïmporteerde
beelden worden in de printer opgeslagen. U kunt een
opgeslagen beeld afdrukken of het opgeslagen beeld
samenvoegen met de volgende taak.
Printer Setup (Printer-instelling): Stel de
printerparameters in om de printer aan te passen aan
uw behoeften.
Tools: Ink Cost Estimator (Inktkostenraming), Ink Status
(Inktstatus), Diagnostic (Diagnostische tests), Network
(Netwerk) en Screen Calibration (Schermkalibratie)
uitvoeren.
Print Data (Afdrukgegevens): Geeft informatie over de afdruktaak.
Test Print (Testpagina afdrukken): Drukt een testpagina af met behulp van de huidige aanpassingen en
afdrukparameters om de afdrukkwaliteit en de uitlijning van de printkop te controleren.
Info: Toont informatie over de printer. Modelnaam, BIOS-versie, aantal onderdelen, poort(en) in gebruik, enz.
OPMERKING: Het hoofdmenu is niet toegankelijk wanneer er taakgegevens in de printer aanwezig zijn.
AFDRUKGEGEVENS Scherm
Toont informatie over de huidige afdruktaak.
Inktniveau laag: verschijnt wanneer de inkt bijna op is
(5% of minder).
Data Buffer (Gegevensbuffer): Lampje geeft de
toestand van de gegevensbuffer aan.
Rood -Geen taakgegevens geladen. Groen -
Taakgegevens geladen. Knipperen -Taakgegevens laden.
Merge Image (Afbeelding samenvoegen): Geeft de
status van het samengevoegde beeld aan.
UIT -Geen afbeelding geselecteerd/geladen om samen
te voegen.
Groen -Afbeelding geselecteerd/geladen om samen te voegen. Wanneer de taak wordt verzonden, wordt elk
record in de taak afgedrukt samen met de geselecteerde afbeelding om samen te voegen. Zie "Afbeelding
afdrukken" voor details over het laden en selecteren van een afbeelding om samen te voegen.
Merge Clear Button (Samenvoeging wissen): Druk op om de samenvoeging te wissen (stop het
samenvoegproces van afbeeldingen) en ga door met afdrukken zonder de taak te hoeven annuleren.
Printing Rate (Afdruksnelheid): Laat zien hoeveel stuks er per uur worden afgedrukt. Geeft ook de Speed
(Snelheid) (ips) en Print Quality (Afdrukkwaliteit) (dpi) weer die voor de afdruktaak zijn ingesteld.
OPMERKING: Een technicus kan "meeteenheden" (Engels/Metrisch, Inches/Feet) selecteren in de
onderhoudsmodus.
Teller: Toont het aantal stuks dat voor een bepaalde taak of geaccumuleerde taken wordt uitgevoerd
(continue batchteller).
OPMERKING: "Continue batchteller" kan worden in- of uitgeschakeld in het menu printervoorkeuren.
Gebruik de Reset-knop in het tellerveld om de teller op nul (0) te zetten.
Snelheid: Toont de beschikbare afdruksnelheden (1-4) voor een afdruktaak. De beschikbare
snelheidsselecties zullen een invloed hebben op de afdrukkwaliteit. 150 DPI = snelheid 1,2,3,4. 200 DPI =
snelheid 1,2,3. 300 DPI = snelheid 1,2. 600 DPI = snelheid 1
20