HOOFDSTUK 3
BEDIENING VAN DE PRINTER
Pause/Resume Key (toets Pauzeren/hervatten)
Wanneer u een taak uitvoert kunt u de Pause/Resume Key (toets Pauzeren/hervatten)
op het
bedieningspaneel gebruiken om de huidige taak te PAUZEREN en te HERVATTEN.
Druk tijdens het afdrukken op deze toets om de taak te PAUZEREN.
Druk nogmaals op de toets om de taak te HERVATTEN.
OPMERKING: U kunt deze functies ook uitvoeren met behulp van de knoppen PAUSE/PLAY (Pauzeren/hervatten)
in het aanraakscherm (scherm Print Data (Afdrukgegevens)).
Pass-Through Key (toets Doorvoeren)
Als u op de Pass-Through Key (toets Doorvoeren)
op
het bedieningspaneel drukt, wordt het scherm Transport
Control (Transportbediening) geopend, waardoor de printers
kunnen werken zonder dat er extra media uit de feeder
(invoerplateau) hoeven te worden ingevoerd. Dit kan worden
gebruikt om alle media onder de printkoppen uit te werpen.
De Transport Speed (Transportsnelheid) kan worden
aangepast met behulp van de knoppen 1, 2, 3 en 4.
Druk op RUN (uitvoeren) om het transportsysteem van de
printer te starten.
Druk op STOP om het transportsysteem van de printer te stoppen.
Om het scherm Transport Control (Transportbediening) te verlaten, moet u op het bedieningspaneel op de toets
Pass-Through (Doorvoer) drukken.
42