9 Instellingen
Parameter
Beschrijving
Voltage setp. Min.
Minimum spanning voor 0-10 V-ingang die overeenkomt met het minimum set
(EP034)
punt
Instelbaar van 0 V tot 10 V
Voltage setp. Max.
Maximum spanning voor 0-10 V-ingang die overeenkomt met het maximum set
(EP035)
punt
Instelbaar van 0 V tot 10 V
Tab.99
Parameters
Parameter
Beschrijving
Status relaisfunctie
Status relaisfunctie
(EP018)
Geen actie
Alarm
Alarm geïnverteerd
Compressor Aan
Compressor Uit
Gereserveerd
Gereserveerd
Onderhoud benodigd
Warmtepomp in verwarmingsmodus
Warmtepomp in sanitair warmwatermodus
CV pomp aan
Vergr. of blokkering
9.5
Beschrijving van de parameters
90
MIT-S
9.4.10
Installatie setup > Status informatie > Parameters, tellers,
signalen
EP : Entry Parameters =Invoerparameters
9.5.1
Naverwarming in de verwarmingsmodus
Startvoorwaarden voor de bijverwarming
De bijverwarmingen mogen alleen opstarten in gevallen zoals
stroomonderbreking, beperking bijvoorbeeld gekoppeld aan een bivalentie
of werking in hybride modus.
Als de warmtepomp ook moet worden begrensd, mogen de
bijverwarmingen desondanks worden toegestaan om te functioneren om
het verwarmingscomfort te garanderen.
De bijverwarmingen kunnen ook werken als ontdooien nodig is om de
veiligheid van de platenwarmtewisselaar te garanderen, zonder rekening
te houden met temperatuurwaarden, bivalentie en de ingangen BL1en
BL2.
Voorwaarden voor het actief opheffen van bijverwarming:
Als de Functie blok.ingang (AP001) of Bl 2 invoerinstell (AP100)
parameters zijn ingesteld op Backup vrijgegeven, WP & back-up ontlast of
Alleen fotovolt. WP en de bijbehorende BL ingang actief is, zullen de
bijverwarmingen worden gedeactiveerd.
In de verwarmingsmodus wordt de bijverwarming aangestuurd door de
volgende parameters:
Fabrieksinstelling
SCB-10
0,5
10
Fabrieksinstelling
SCB-10
Vergr. of blokkering
7684498 - v02 - 29082018