6 Installatie
Afb.20
6.2
Houd de voorgeschreven afstand aan tussen de binnenmodule en de buitenunit.
Afb.21
2
C
B
A
32
MIT-S
MW-M001832-1
Neem voor de goede werking van de warmtepomp de minimale en
maximale aansluitlengtes tussen de binnenmodule en de buitenunit in
acht.
1. Houd de voorgeschreven afstand aan tussen de binnenmodule 1 en
1
MW-M001439-2
2. Breng een of twee horizontale lussen aan in de koudemiddelleidingen
Typeplaat op de buitenunit
de binnenmodule 2.
Alleen voor AWHP 22 TR–2 en AWHP 27 TR–2-modellen:
Als de lengte van de buizen minder dan 20 m is, kan voor de gasbuis
een uitgegloeide buis met een diameter van 3/4" gebruikt worden
zonder de te solderen verloopstukken te gebruiken. Het vermogen in
de koelingsmodus kan verminderd worden tot 20%, afhankelijk van de
gebruikte lengte.
Tab.23
A: Maximum-/
minimumlengte
AWHP 4.5 MR
2 tot 30 m
AWHP 6 MR-3
2 tot 40 m
AWHP 8 MR-2
2 tot 40 m
AWHP 11
2 tot 75 m
MR-2
AWHP 11 TR-2 2 tot 75 m
AWHP 16
2 tot 75 m
MR-2
AWHP 16 TR-2 2 tot 75 m
AWHP 22 TR–2
2 tot 20 m
voor 3/4"
AWHP 22 TR–2
2 tot 70 m
voor 1"
AWHP 27 TR–2
2 tot 20 m
voor 3/4"
AWHP 27 TR–2
2 tot 70 m
voor 1"
om storingen te verminderen.
Indien de koudemiddelleidingen minder dan 2 m lang zijn, kunnen zich
de volgende storingen voordoen:
Functionele storingen als gevolg van teveel vloeistof,
Geluidshinder als gevolg van de circulatie van het koudemiddel.
B: Maximum
C: Maximum
opvoerhoogte
aantal 90°-
bochten
30 m
10
30 m
15
30 m
15
30 m
15
30 m
15
30 m
15
30 m
15
30 m
15
30 m
15
30 m
15
30 m
15
7684498 - v02 - 29082018