Een lijst van mogelijke events wordt weergegeven in
om het gebeurtenissenlogboek te downloaden.
Gebeurtenis
SENS INTERVAL (O2 INTERVAL)
RAW INTERVAL (INTERVAL ONBEWERKT)
POWER ON (NETVOEDING AAN)
MODBUS REINIT (MODBUS OPNIEUW
ACTIVEREN)
SERIAL NUMBER CHANGE (WIJZIGING
SERIENUMMER)
MODBUS ADDRESS CHANGE (WIJZIGING
MODBUSADRES)
BAUD RATE CHANGE (WIJZIGING BAUDRATE)
MIN RESPONSE CHANGE (WIJZIGING MIN.
RESPONS)
DATA ORDER CHANGE (WIJZIGING
GEGEVENSVOLGORDE)
LOC STRING CHANGE (WIJZIGING
LOCATIESTRING)
DATALOG INTERVAL CHANGE (WIJZIGING
INTERVAL DATALOG)
APP CODE UPDATE START (APPCODE-UPDATE
GESTART)
APP CODE UPDATE COMPLETE (APPCODE-
UPDATE VOLTOOID)
APP CODE UPDATE FAIL (APPCODE-UPDATE
MISLUKT)
APP CODE INTERNAL FAIL (INTERNE STORING
APPCODE)
APP CODE EXTERNAL FAIL (EXTERNE
STORING APPCODE)
DEV DRV UPDATE (UPDATE
APPARAATDRIVER)
FLASH FAIL (FLASH FOUT)
OUT MODE (UITGANGSMODUS)
SENSOR MISSING (GEEN SONDE)
SENSOR OK
CLEAN SENSOR (SENSOR REINIGEN)
RESET SENSOR (SENSOR RESETTEN)
1 POINT MANUAL (1-PUNT MANUEEL)
2 POINT MANUAL (2-PUNT MANUEEL)
Tabel
Tabel 4 Lijst met gebeurtenissen
Beschrijving
Het loginterval voor PAK-metingen van de sensor is
gewijzigd.
Het loginterval voor mV-metingen van de sensor is
gewijzigd.
De stroom werd ingeschakeld.
De Modbus-systeeminstelling is ingesteld op de
fabrieksinstellingen.
Het serienummer is gewijzigd.
Het Modbus-adres is gewijzigd.
De Modbus-baudrate is gewijzigd.
De minimale Modbus-respons is gewijzigd.
De Modbus-gegevensvolgorde is gewijzigd.
De Modbus-locatiestring is gewijzigd.
Het loginterval voor PAK- of mV-metingen is gewijzigd.
Er is een update van de applicatiecode gestart.
De update van de applicatiecode is voltooid.
Er is een fout opgetreden tijdens een update van de
applicatiecode.
Er is een interne geheugenfout van de applicatiecode
opgetreden.
Er is een externe geheugenfout van de applicatiecode
opgetreden.
Er is een update van de apparaatdriver uitgevoerd.
Er is een flashgeheugenfout opgetreden.
De blokkeer-/uitgangsmodus van het gegevenslogboek is
gewijzigd.
De sensor ontbreekt of is losgekoppeld.
De sensor is weer aangesloten.
De sensor is gereinigd.
De sensor is gereset.
Er is een 1-puntskalibratie gestart.
Er is een 2-puntskalibratie gestart.
4. Raadpleeg de controllerdocumentatie
Nederlands 223