Download Print deze pagina

Hach PAH500 Gebruikershandleiding pagina 212

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 197
4.4 PAK aanpassen voor troebelheid met Profibus (optioneel)
Als de SC1000-controller over de optionele 4-20 mA uitvoerkaart beschikt, de optionele Profibus-
module is geïnstalleerd en er een troebelheidsmeter is aangesloten op de SC1000-controller, is de
voor troebelheid gecorrigeerde PAK-waarde beschikbaar via de Profibus-uitgang wanneer de
volgende stappen zijn uitgevoerd.
1. Voer de stappen
PAK aanpassen voor troebelheid met 4-20mA-uitgang (optioneel)
uit.
2. Selecteer SC1000 SETUP (SETUP SC1000) > NETWORK MODULES (NETWERK MODULES)
> PROFIBUS-DP > TELEGRAM > INPUT VALUE (INVOERWAARDE) > INPUT VALUE
1 (INVOERWAARDE 1).
4.5 Een controle van de kalibratie uitvoeren
Meet regelmatig als volgt een kalibratiestandaard om te bepalen of de sensor nog steeds is
gekalibreerd:
1. Reinig de sensor. Raadpleeg
losgekoppeld.
2. Plaats het meegeleverde ventiel in de fitting aan de onderkant van de sensor. Zorg ervoor dat het
ventiel gesloten is.
3. Spoel de sensor als volgt met gedeïoniseerd water:
a. Vul de sensor met gedeïoniseerd water.
b. Open het ventiel om het gedeïoniseerde water uit de sensor te verwijderen en sluit het ventiel
vervolgens weer.
4. Meet de fenantreen-equivalentstandaard als volgt:
a. Plaats de inhoud van de ampul in de lege kuvet. Houd de bovenste rand van de ampul tegen
de bovenste rand van de kuvet om de vloeistof in de kuvet te laten trekken.
b. Gebruik een pipet om de sensor de vullen met de kalibratiestandaard.
c. Open het ventiel om de fenantreen-equivalentstandaard uit de sensor te verwijderen en sluit
het ventiel vervolgens weer.
d. Gebruik de pipet om de sensor de vullen met de kalibratiestandaard.
e. Breng een stop aan in de fitting aan de bovenkant van de sensor.
f. Wacht tot de waarde als respons in de verwachte waarde is veranderd (maximaal
60 seconden) en registreer de meetawarde.
5. Als de gemeten waarde meer dan ± 5 % verschilt van de waarde van de fenantreen-
equivalentstandaard, kalibreer de sensor dan met de kalibratiekit. Raadpleeg
kalibratie uitvoeren
Opmerking: PAK = gekalibreerde PAK × SCALE FACTOR (SCHAALFACTOR). De instelling SCALE FACTOR
(SCHAALFACTOR) past de PAK-meetwaarde aan met een vermenigvuldigingsfactor (0,01 tot 5.00, standaard:
1,00). Raadpleeg
De sensoreenheid configureren
Opmerking: Wijzigingen in SCALE FACTOR (SCHAALFACTOR) kunnen leiden tot grote verschillen in de
meetwaarden.
6. Gooi de open ampul weg.
7. Gooi de inhoud van de kuvet weg.
4.6 Een 1-punts kalibratie uitvoeren
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle veiligheidsvoorschriften van het laboratorium op en draag alle
persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor de gehanteerde chemicaliën. Raadpleeg de huidige
veiligheidsinformatiebladen (MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.
212 Nederlands
De sensor reinigen
op pagina 214.
W A A R S C H U W I N G
op pagina 218. Houd de monsterslang
op pagina 209.
op pagina 210
Een 2-punts

Advertenties

loading