Download Print deze pagina

Hach PAH500 Gebruikershandleiding pagina 213

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 197
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Chemicaliën en afval dienen te worden afgevoerd in
overeenstemming met de plaatselijke, regionale en nationale voorschriften.
Opmerkingen:
• Bij een 1-punts kalibratie wordt de standaard offset gewijzigd, waardoor de fabriekskalibratie
verder wordt afgesteld.
• Een 1-punts kalibratie verandert de hellingswaarde niet.
• De kalibratiecurve van de sensor is in de fabriek ingesteld voor prestaties volgens de specificaties.
Aanpassingen van de fabriekskalibratiecurve door de gebruiker worden niet aanbevolen, tenzij dit
door een regelgevende instantie wordt vereist voor nalevingsrapportage of als een grote reparatie
van de sensor wordt uitgevoerd. Neem contact op met de technische ondersteuning voor meer
informatie.
Te verzamelen items: Kalibratiestandaard of gedeïoniseerd water (0,0 ppb PAK)
1. Reinig de sensor. Raadpleeg
losgekoppeld.
2. Selecteer SENSOR SETUP (SONDE SETUP) > [selecteer sensor] > CALIBRATE
(KALIBREREN) > 1 POINT MANUAL (1-PUNT MANUEEL).
3. Wanneer er in het menu Security een wachtwoord voor de controller is geactiveerd, dient u het
wachtwoord in te voeren.
4. Selecteer een optie.
Optie
ACTIVE (AAN)
HOLD (BLOKKEREN)
TRANSFER
(VERPLAATSEN)
5. Plaats het meegeleverde ventiel in de fitting aan de onderkant van de sensor. Zorg ervoor dat het
ventiel gesloten is.
6. Spoel de sensor als volgt met gedeïoniseerd water:
a. Vul de sensor met gedeïoniseerd water.
b. Open het ventiel om het gedeïoniseerde water uit de sensor te verwijderen en sluit het ventiel
vervolgens weer.
7. Meet de kalibratiestandaard als volgt:
a. Plaats de inhoud van de ampul in de lege kuvet. Houd de bovenste rand van de ampul tegen
de bovenste rand van de kuvet om de vloeistof in de kuvet te laten trekken.
b. Gebruik een pipet om de sensor de vullen met de kalibratiestandaard.
c. Open het ventiel om de kalibratiestandaard uit de sensor te verwijderen en sluit het ventiel
vervolgens weer.
d. Gebruik de pipet om de sensor de vullen met de kalibratiestandaard.
e. Breng een stop aan in de fitting aan de bovenkant van de sensor.
f. Druk op bevestigen.
g. Wacht tot de waarde als respons in de verwachte waarde is veranderd (maximaal
60 seconden) en bevestig.
8. Voer de PAK-waarde van de kalibratiestandaard in en druk op bevestigen.
9. Verwijder de stop aan de bovenkant van de sensor.
V O O R Z I C H T I G
De sensor reinigen
op pagina 218. Houd de monsterslang
Beschrijving
De controlleruitgangen blijven de laatst gemeten waarde weergeven tijdens
de kalibratieprocedure.
De controlleruitgangen worden vastgezet op laatst gemeten waarden tijdens
de kalibratieprocedure.
De controlleruitgangen worden veranderd in de overdrachtwaarde tijdens de
kalibratieprocedure. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de SC1000-
controller om de overdrachtwaarde te wijzigen.
Nederlands 213

Advertenties

loading