3
Productbeschrijving
De hoofdcomponenten van de brander zijn:
– Oliepomp met magneetventiel en slang voor olieaan-
sluiting (afb. 1, pos. 1)
– Brandermotor (afb. 1, pos. 2)
– Branderbuis (afb. 1, pos. 3)
– Digitale branderautomaat SAFe 30 met ontsto-
ringstoets (afb. 1, pos. 5)
– Fotocel (afb. 1, pos. 6)
– Ventilator (afb. 1, pos. 7)
De brander (afb. 1) wordt aangesloten via een netstek-
ker (afb. 1, pos. 4) en met het regeltoestel verbonden
via een communicatieleiding.
De sturing en de controle van de brander worden over-
genomen door de geagregeerde branderautomaat.
– Nadat de elektronische ketelregeling een warmte-
vraag doorgestuurd heeft, wordt de brander inge-
schakeld en wordt de olie voor en in de verstuiver
opgewarmd tot ongeveer 65 °C. Bij een koude start
kan dit maximaal drie minuten duren.
– Na afloop van de voorontstekingstijd wordt voor olie-
vrijgave de magneetklep aangestuurd en wordt het
brandstof-luchtmengsel ontstoken.
– Onmiddellijk na de ontsteking vormt zich een blauw
brandende vlam.
– De olie die door de sproeier wordt verstoven, wordt
bij dit verbrandingssysteem door middel van terugge-
leide stookgassen verdampt (gasvormig), homogeen
met de verbrandingslucht gemengd en daarna bin-
nenin de branderbuis verbrand.
– Voor de veiligheidstijd verstreken is, moet de fotocel
een vlamsignaal melden, want anders zal de brander
in storing gaan.
Logatop BE 1.3 en 2.3 GB125 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
4
3
2
1
Afb. 1
Brander Logatop BE 1.3 en 2.3
Pos. 1: oliepomp met magneetklep en slangen voor
olieaansluiting
Pos. 2: brandermotor
Pos. 3: branderbuis
Pos. 4: netstekker
Pos. 5: digitale branderautomaat SAFe 30 met
ontstoringstoets
Pos. 6: fotocel
Pos. 7: ventilator
Productbeschrijving
5
6
7
3
7