4.6
Brander instellen (kamerluchtonafhankelijke werking)
De brander is vooringesteld. Aangezien de
verbrandingslucht direct van buiten wordt aangezogen,
zijn er grote verschillen tussen de zomer en de winter.
De CO
-instelling moet daarom in functie van de bij de
2
inbedrijfstelling heersende aanvoertemperatuur
uitgevoerd worden.
Meet bij een ketelwatertemperatuur van ca. 60 °C en
een branderlooptijd van meer dan 20 minuten.
Voer de meetsonde in de meetopening van de
toevoerleiding en bepaal de temperatuur van de
toegevoerde lucht.
CO
-gehalte aan de drukregelschroef aan de
2
oliepomp conform afb. 6, pagina 12 of afb. 7,
pagina 12 bijstellen, al naargelang de toevoerlucht
direct door de buitenmuur of langs een concentrische
leiding aangezogen wordt.
Als het CO
-gehalte niet enkel door een aanpassing
2
van de oliedruk kan worden geregeld (oliedruk buiten
het instelbereik), moet u bovendien de
luchthoeveelheid veranderen aan de geleiding van
de luchttoevoer (zie hoofdstuk
"Aanzuigluchtgeleiding instellen", pagina 23).
Voorbeeld: bij een toevoertemperatuur van +25 °C
(toegevoerde lucht wordt direct van buiten aangezogen)
moet er voor de brander een CO
±0,2 % worden ingesteld.
Logatop BE 1.3 en 2.3 GB125 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
-gehalte van 14,1 %
2
Technische gegevens en leveringsomvang
4
11