a
Markeer de plaats waar u wilt beginnen met
borduren op de stof (zie afbeelding).
b
Druk op
.
c
Druk op
.
a
b
a Beginpunt
b Deze toets is voor de uitlijning van verbonden
letters (zie pagina E-41).
→ De naaldstand gaat naar de linkerbenedenhoek van
het patroon (het borduurraam verplaatst zich zodanig
dat de naald op de juiste positie wordt geplaatst).
BORDUURPATROON WIJZIGEN
d
Druk op
.
e
Met
zorgt u dat de naald en de
markering op de stof op hetzelfde punt komen.
Dan begint u met het borduren van het patroon.
Grootte van patroon wijzigen
a
Druk op
.
b
Selecteer in welke richting u de grootte wilt
wijzigen.
*
Druk op
om het patroon te vergroten met
behoud van de verhoudingen.
*
Druk op
om het patroon te verkleinen met
behoud van de verhoudingen.
*
Druk op
om het patroon horizontaal uit te rekken.
*
Druk op
om het patroon horizontaal in te krimpen.
*
Druk op
om het patroon verticaal uit te rekken.
*
Druk op
om het patroon verticaal in te krimpen.
*
Druk op
om het patroon terug te zetten op de
oorspronkelijke lay-out.
E
1
Borduren E-37