Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ABB ACF5000 Handleiding pagina 46

Meercomponenten-ftir-analysesysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

46
FID weer in gebruik nemen
ACF5000 FTIR-ANALYSESYSTEEM | CI/ACF5000-NL REV. B
Begin van de meting
Bij de heringebruikname beginnen die analysatoren automatisch te meten:
de zuurstofsensor binnen enkele minuten na het inschakelen van de
automatische stroomonderbreker;
de FTIR-spectrometer binnen 5–10 minuten na het inschakelen van de
automatische stroomonderbreker (de leds Power en Status gaan groen
branden);
de FID na het succesvol doorgeven van de startvolgorde.
Opwarmfase, toevoergas inschakelen
1
Het menu-item Regelaar-meetwaarde kiezen:
MENU → Diagnose/info. → Modulespecifiek →
Regelaar-meetwaarden
In dit menu-item worden o.a. de besturingsvariabelen van de
temperatuurregelaar weergegeven:
T-Re.D Temperatuur van het ASP-blok
T-Re.E Temperatuur van de FTIR-cuvet
T-Re.IP Temperatuur van de instrumentenluchtvoorverwarming
TR.VV1 Temperatuur van de voorversterker
De temperatuurwaarden stijgen na het inschakelen van de
energievoorziening langzaam.
2
instrumentenlucht, verbrandingslucht en verbrandingsgas inschakelen.
Stel met behulp van de respectieve externe drukregelaar eerst de druk in
op de waarde die is v vermeld in het apparaatpaspoort.
3
In het menu-item Regelaar-meetwaarden worden ook de
besturingsvariabelen van de interne drukregelaar weergegeven; met
behulp van de besturingsvariabelen kunnen de drukwaarden van de
voedingsgassen worden ingesteld:
Druk op het meetgasmondstuk
MGE
MGA
Druk in de verbrandingskamer (uitgang)
B-lucht verbrandingslucht
B-gas verbrandingsgas
Bij de besturingsvariabelen kunnen vervolgens willekeurige waarden
worden weergegeven. De waarden worden de eerste keer ca. 10 s na het
kiezen van het menu-item en dan ca. elke 10 s geactualiseerd. De
drukregeling loopt op de achtergrond door. Afhankelijk van de instelling
van de toevoerdruk kan het instellen van de druk enige tijd duren.
Als de gebruiker in de menubediening langer dan vijf minuten niet op
een toets drukt, dan schakelt het analysesysteem zelfstandig in de
meetmodus voor weergave van de meetwaarde.
4
Tijdens de opwarmfase zijn de volgende statusmeldingen aanwezig:
"Werktemperatuur": De temperatuur van de detector heeft de
drempelwaarde nog niet bereikt.
"Vlamfout": De vlam is nog niet ontstoken.
"Temperatuur-grenswaarde 1, 2": De temperatuur van het ASP-blok
(T-Re.D) en eventueel van de FTIR-cuvet (T-Re.E) over- of onderschrijdt
de bovenste resp. onderste grenswaarde 1 (2).
"Druk-grenswaarde 1, 2": De druk op een van de interne drukregelaars
voor instrumentenlucht (ingang, uitgang), verbrandingslucht (lucht)
of verbrandingsgas (H2) over- of onderschrijdt de bovenste resp.
onderste grenswaarde 1 (2).
5
Zodra de temperatuur van de detector van de drempelwaarde (150 °C)
heeft bereikt, schakelt de elektromagnetische klep in de FID
automatisch de instrumentenlucht in. De onderdrukregeling en de
verbrandingsluchtregeling proberen de druk op de betreffende
gewenste waarde in te stellen. Met het inschakelen van de
instrumentenlucht begint het meetgas door de FID te stromen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave