38
Meetgasleiding installeren
Meetgasleiding installeren
LET OP
ACF5000 FTIR-ANALYSESYSTEEM | CI/ACF5000-NL REV. B
•
Let op het "Pijpleidingsschema" in de systeemdocumentatie.
•
Meetgasleiding op de gasafnamesonde aansluiten.
Bij de installatie van de meetgasleiding mag geen vet of smeermiddel
worden gebruikt. Anders kunnen er foutieve meetwaarden ontstaan.
•
De meetgasleiding van de gasafnamesonde naar de analysekast moet
gebogen en indien mogelijk in een aparte geleiding lopen. De vorming
van waterzakken moet worden vermeden, vooral op het afnamepunt.
•
De meetgasleiding moet zo worden gelegd, dat scherpe bochten,
knikken of het kruisen van andere leidingen wordt vermeden. De
minimale buigradius is 200 mm.
•
De verwarmde meetgasleiding
•
mag nooit door muren worden gelegd, als er de mogelijkheid is van
een latere sluiting met afdichtingsmaterialen – daardoor kan de
meetgasleiding worden beschadigd;
•
mag niet in een kabelgoot worden gelegd;
•
mag niet naast andere gas- of stroomleidingen in een kabelgoot
worden gelegd. Dit geldt met name voor gesloten kabelroosters
•
De verwarmde meetgasleiding via BBS-slangklemmen met tegenstuk op
vrijliggende C-profielen monteren. Niet te vast aandraaien.
•
De meetgasleiding door de opening aan de rechter kastwand leiden.