10
Veiligheidsaanwijzingen voor het omgaan met de
FTIR-spectrometer
Elektrische veiligheid
ATTENTIE!
LET OP
Laser-veiligheid
ACF5000 FTIR-ANALYSESYSTEEM | CI/ACF5000-NL REV. B
De FTIR-spectrometer heeft een onbeschermde metalen behuizing die
rechtstreeks is verbonden met het aardpotentiaal via de netkabel en daarom
is geclassificeerd als "Safety Class 1 Equipment".
Voordat de zekeringen worden vervangen, moet het apparaat worden
losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
Om een elektrische schok te voorkomen, mag het apparaat niet worden
gebruikt als er tekenen zijn dat een deel van het buitenoppervlak is
beschadigd.
Ter bescherming tegen branden mag alleen een netzekering van het
gespecificeerde type en nominale stroom worden gebruikt.
Ter bescherming tegen een elektrische schok moet de aardleider van de
stroomkabel op de aardpotentiaal worden aangesloten.
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan een bron van overmatig
vocht.
Het apparaat mag niet in een explosieve omgeving worden gebruikt.
Voor de meting van brandbare gassen is een goedkeuring van de bevoegde
autoriteiten vereist.
De FTIR-spectrometer kan onder normale omstandigheden volledig veilig
worden bediend (laserproduct van klasse 1 – zie typeplaatje).
Type laser ingebouwd in de interferometer: VCSEL-laser klasse 3B volgens
IEC 60825-1 en volgens 21 CFR Chapter 1, Subchapter J
Uitgangsvermogen: max. 3 mW
Golflengte: 760 nm (laserstraal onzichtbaar voor het menselijk oog)
De behuizing van de interferometer AU3 mag tijdens normaal bedrijf niet
worden geopend. Het bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen
worden gerepareerd.
De behuizing van de interferometer mag alleen door geautoriseerd
ABB-servicepersoneel worden geopend.
Als de behuizing van de interferometer AU3 en in het bijzonder van de
interferometermodule wordt geopend, kan dit leiden tot contact met
laserstraling.
De straling van klasse 3B-lasers is gevaarlijk voor het oog, zowel bij directe
blootstelling als onder invloed van gespiegelde straling.