Aanwijzing: Bij sneeuwval stelt u regen of stortbui in. Na bevestiging met de toets
18 HISTORY/WEATHER verschijnt bij buitentemperaturen onder 0°C het
sneeuwvalsymbool.
Zonnig
Licht
bewolkt
Bewolkt
Barometer
Uw weerstation kan de luchtdruk ontwikkeling 4 aangeven.
Stijgende luchtdruk
Luchtdruk blijft hetzelfde
Dalende luchtdruk
U kunt tussen de absolute en de relative luchtdruk 28 kiezen, indien u op de +/AIR
PRESSURE -toets 21 drukt. In het display verschijnt nu Rel. of Abs.
Aanwijzing: De absolute luchtdruk wordt gemeten door het weerstation. De
relatieve luchtdruk kunt u bij uw lokale weerdienst opvragen en ingeven in uw
weerstation.
U kunt de relative luchtdruk veranderen, door de +/AIR PRESSURE -toets 21, 3
seconden ingedrukt te houden. De luchtdrukwaarde knippert nu en kan met de
- MAX/MIN- toets 19 of +/AIR PRESSURE- toets 21 ingestelt worden. Druk op de
MODE-toets 22 om dit te bevestigen.
Houd de MODE-toets 22 1 x lang en 1 x kort ingedrukt, stel hPa of inHg in door
de - MAX/MIN-toets 19 of +/AIR PRESSURE-toets 21 in te drukken om
Hectopascal (hPa) of Inches of mercury (inHg) weer te geven.
Luchtdruk in de laatste 12 uur
Druk op HISTORY/WEATHER-toets 18, om de luchtdruk waardes van de laatste 12
uur te lezen.
0 – HR = Luchtdruk momenteel
- 1 HR = Luchtdruk een uur geleden
-2 HR = Luchtdruk, twee uren geleden etc.
Buitensensor /Kanaal instelling
Met uw weerstation kunt u tegelijk gebruik maken van drie buitensensors. Open het
batterijvakje 40 van uw buitensensor. Kies het juiste kanaal (1-3) met de kanaal
keuze schakelaar 39. De CHANNEL-toets 16, 3 seconden ingedrukt houden, tot u
een pieptoon hoort, het weerstation ontvangt nu het signaal 3. Druk nu op de TX-
toets 37, om de gemeten temperatuur van de buitenzender, handmatig in te geven
op het weerstation. Sluit het deksel. Met de °C/°F - toets 36 kunt u tussen °C-
Celsius en °F-Fahrenheit kiezen.
Opmerking: De buitensensor moet in een straal van maximaal 100
meter zonder hindernissen van het weerstation geplaatst worden.
Indien u meerdere buitensensors gebruikt, drukt u op de CHANNEL-toets 16 in de
normale tijdweergave, om tussen de ontvangstkanalen te wisselen. Het rotatie
symbool
zgeeft aan dat in het display 30, tussen de verschillende
ontvangstkanalen gewisseld wordt.
Er verschijnen alleen buitensensor die verbinding hebben. Door de CHANNEL-toets
16 ingedrukt te houden, kunt u de kanalen verwijderen die niet gebruikt worden. De
Hevige regen
Regen
Zware
sneeuwval
Sneeuwval
- 46 -