Data-uitgang en weergave-stop bij meetwaarde-uitgave
De werking van het signaal voor de meetwaarde-uitgave op de data-uitgang wordt in
bedrijfsparameter P55 bepaald.
meelopend, geen stop: de data-uitgang negeert opslagsignalen en
geeft altijd de actuele meetwaarde uit (
gestopt/vasthouden: de data-uitgang stopt en houdt de meetwaarde vast tot
aan het volgende signaal van meetwaarde-uitgave (
gestopt/meelopend: de data-uitgang stopt totdat een signaal voor meet-
waarde-uitgave verlangd worden en geeft na het signaal weer de actuele meet-
waarde uit (
P23 legt vast, of de afleeswaarde gelijk a.d. meetwaarde is (
waarde v.d. data-uitg. is (
Foutmeldingen
Foutmelding
Wanneer de oorzaak van de fout opgelost is:
druk op de toets CL.
Melding
Wanneer alle decimale punten oplichten, is de meetwaarde te groot of te klein:
leg een nieuw referentiepunt vast of verplaats terug.
Wanneer alle classificatiesignalen oplichten, is de classificatie-bovengrens
kleiner dan de ondergrens.
1)
Deze fouten zijn voor een aangesloten apparaat belangrijk. Het foutsignaal (pin 19) aan de sub-D-aansluiting EXT is aktief.
).
).
wissen
Oorzaak en verwerking
Laatste meetwaarde nog niet opgevraagd
Ongeoorloofde poging te nullen of vast te leggen.
De teller wordt niet genuld/vastgelegd.
Foutieve ingavewaarde
Overloop door extern vastleggen
Ingegeven waarde na afronding niet weer te geven
Overloop schakelgrens 1
Overloop schakelgrens 2
Overloop classificatie-ondergrens
Overloop classificatie-bovengrens
Meetsysteemsignaal te klein
Ingangsfrequentie voor meetsysteemingang te hoog
(b.v., wanneer verplaatsingssnelheid te groot is)
Interne telleroverloop
Fout bij het passeren van de referentiemerken
Foutmelding wissen: apparaat uitschakelen!
Bij herhaald optreden: service informeren!
Bedrijfsparameters controleren!
Bij herhaald optreden: service informeren!
).
1)
(b.v., als meetsysteem vervuild is)
1)
).
) of gelijk aan de
1)
1)
1)