Ultra DX
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
9
Onderhoud
9.1
Tegen opnieuw inschakelen beveiligen
Volg altijd de hieronder beschreven volgorde voor de beveiliging tegen opnieuw inschakelen:
1. Spanningsvrij schakelen.
2. Tegen opnieuw inschakelen beveiligen.
3. Controleren of er geen spanning meer aanwezig is.
4. Nabijgelegen, onder spanning staande delen afdekken of afschermen.
9.2
Onderhoudsschema
In de onderstaande paragrafen worden de onderhoudswerkzaamheden beschreven die voor een optimale en storingsvrije
werking van het apparaat noodzakelijk zijn.
Wanneer bij regelmatige controles een grotere slijtage wordt vastgesteld, moeten de betreffende onderhoudsintervallen wor-
den verkort in overeenstemming met de werkelijke slijtageverschijnselen. Neem bij vragen over onderhoudswerkzaamheden
en -intervallen contact op met de fabrikant.
Interval
Indien nodig
driemaandelijks
halfjaarlijks
elke zes maanden
halfjaarlijks
halfjaarlijks
driemaandelijks
driemaandelijks
30
GEVAAR!
Levensgevaar door onbevoegd of ongecontroleerd opnieuw inschakelen!
Als het apparaat door onbevoegden of ongecontroleerd opnieuw wordt ingeschakeld, kan ernstig tot dode-
lijk letsel ontstaan.
Controleer voor het opnieuw inschakelen of alle veiligheidsvoorzieningen zijn gemonteerd en goed wer-
ken en dat er geen gevaren voor personen bestaan.
WAARSCHUWING!
Letselgevaar door ronddraaiende delen!
De waaier van de ventilator kan zeer ernstig letsel veroorzaken.
Vóór alle werkzaamheden aan bewegende onderdelen van de ventilator moet het apparaat worden uit-
geschakeld en tegen opnieuw inschakelen worden beveiligd. Wacht tot alle onderdelen tot stilstand zijn
gekomen.
Onderhoudswerkzaamheden
Regelmatige visuele controles en akoestische controle op beschadigingen, vervuiling en werking.
Filter op vervuiling controleren, reinigen en indien nodig filter vervangen.
Apparaatonderdelen (warmtewisselaar, condensaatbak, condensaatpomp, vlotterschakelaar) reini-
gen.
Controleer koelaansluitingen, ventielen en schroefverbindingen op vuil, lekkage en werking.
Elektrische aansluitingen controleren.
Luchtvoerende onderdelen/oppervlakken reinigen.
Controleer de warmtewisselaar op vuil, beschadigingen, corrosie en lekkages. Als de warmtewisse-
laar vuil is, zuig het stof er dan voorzichtig uit.
Controleer de condensaatbak, de vlotterschakelaar en de afvoeraansluiting op vuil, beschadigingen
en lekkages. Verwijder eventuele condensaatafzettingen.
Personeel
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Vakbekwaam personeel
Vakbekwaam personeel
Gebruiker
Gebruiker