Ultra DX
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
6.5.3 Ultra zonder gemonteerde KaControl-module circulatielucht
Bij het bereiken van het maximale condensaatniveau het koelbedrijf automatisch beëindigen, om overloop van de conden-
saatbak te voorkomen.
Ultra koelen
Vlotterschakelaar
Afb. 8: Leidingaanleg condensaatpomp
Condensaatpomp
Net:
Spanning 230 V/ 50 Hz
Vermogensopname: 14 W
Zekering (bouwzijdig): max. 16 A
Alarmcontact:
Com en NC: Onderbreking van het stroomcircuit zodra het alarmniveau in de vlottermodule wordt
bereikt.
Spanning: max. 250 V
Schakelstroom: max. 5 A
Afb. 9: Aansluiting condensaatpomp
6.5.4 Ingebruikname en werkingscontrole
Netspanning inschakelen.
Water in de condensaatbak doen. De pomp moet nu zelfstandig inschakelen en weer uitschakelen.
Alarmschakeling testen: Water vullen, tot de alarmschakeling wordt geactiveerd (akoestische of optische waarschu-
wingsmelding, uitschakelen van de ventilator e.d.).
24
Kabel met stekker
Condensaatpomp
Klemmendoos (extern)
zwart
Kabel met stekker
grijs
blauw
bruin
Ultra ventilatormotor
Netvoeding
condensaatpomp
Alarmcontact
NC
C
PE
N
L
Klemmendoos (extern)