Installatie
4.1.4
Draaikoppen (optioneel)
Als er draaikoppen worden gebruikt, moet er een vrijloopklep aanwezig zijn.
Om te voorkomen dat draaibewegingen met schokken versnellen en stoppen. Het apparaat kan anders
heel snel beschadigd raken.
4.2
Hydraulische aansluiting
1.1
Hydraulische montage
Voor de aansluiting van de HVZ-UNI-II op de drager zijn twee afzonderlijke hydraulische circuits nodig.
De hydraulische slangen zijn aangesloten op het ventielblok.
De maximaal toelaatbare druk voor beide hydraulische circuits is 200 bar.
Bild 1
1.2
Instelling "Bypass-Ventiel"
De montage van een "bypassklep" (zie ) op de hydraulische roterende kop is noodzakelijk om een deel van
de oliestroom onmiddellijk terug te brengen naar de retourstroom van de drager voor draaggereedschap
(graafmachines) met hydraulische olievolumestromen > 40 l/min.
De optimale instelling moet worden bepaald terwijl de legklem in bedrijf is.
AANDACHT, ALSTUBLIEFT:
Als de verplaatsingskracht van de zijdelingse spanning te laag is, is de bypasskraan waarschijnlijk te breed
geopend! In dit geval moet de bypasskraan iets te ver worden gedraaid (om de hydraulische oliehoeveelheid
naar de installatieklem te verminderen).
Bij dragers met hydraulische olievolumestromen ≤ 40 l/min blijft de bypassventiel volledig gesloten!
5140.0036
Zijdelingse spanning
Open zijspanning
Open hoofdspanning
Rotatie van de draaikop
V2
Sluit de hoofdspanning
16 / 42
NL