5 Voor de installatie
5
Voor de installatie
5.1
Installatievoorschriften
5.2
Installatie-eisen
24
EFU C
Opgelet
De installatie van de ketel moet door een erkende vakman worden
uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en nationale voor
schriften.
NBN B 61-001: Ketelruimtes en schoorstenen
NBN D 61-002: Centrale verwarmingsketels met een nominaal vermo
gen kleiner dan 70 kW - Voorschriften voor hun opstellingsruimte, venti
latie, luchttoevoer en rookgasafvoer.
Elektrische installatie voldoet aan het AREI
5.2.1 Stookolievoorraad
Voor het installeren van de ketel, controleer of de opslagtank met olie ge
vuld is en of deze olie van het aanbevolen soort is voor de geïnstalleerde
brander.
5.2.2 Elektrische voeding
Tab.13 Informatie over de elektrische voeding
Voedingsspanning
Voeding
Zekering
Voedingsaansluitkabel
Opgelet
Volg de polariteitsaanduidingen op het klemmenbord: fasegeleider
(L), nulgeleider (N) en aardgeleider (
5.2.3 Waterbehandeling
In veel gevallen kunnen de ketels en het centrale verwarmingssysteem
met kraanwater worden gevuld, zonder dat het water hoeft te worden be
handeld.
Opgelet
Voeg geen chemische middelen toe aan het verwarmingswater
zonder een vakman op het gebied van waterbehandeling te heb
ben geraadpleegd. Bij voorbeeld: antivries, waterontharders, pH-
verhogende of verlagende middelen, chemische toevoegmiddelen
en/of inhibitoren. Deze kunnen leiden tot storingen in de ketel en
beschadiging van de warmtewisselaar.
Toelichting
Spoel de installatie door met minstens 3 maal zoveel water als
de totale inhoud van het verwarmingssysteem.
Spoel het SWW-watercircuit door met minstens 20 maal de tota
le inhoud van het circuit.
Het water in de installatie moet voldoen aan de volgende eisen:
230 V AC/50 Hz
Eenfase
4 AT
De zekering beschermt de brander
en de printkaart CU.
Voorbedraad in de ketel
)
7611888 - v01 - 28092015