Samenvatting van Inhoud voor De Dietrich EASYLIFE NeOvo Condens EFU C 19
Pagina 1
BelgIë Deutsche Anleitung auf Anfrage erhältlich NeOvo Installatie- en servicehandleiding Condensatie-stookolieketel NeOvo Condens EFU C 19 EFU C 24 EFU C 32 D u u r z a a m C o m f o r t...
1 Veiligheid Veiligheid Algemene veiligheidsinstructies Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelij ke, gevoelsmatige of geestelijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze bege leiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te gebruiken en de eraan ver...
1 Veiligheid Waarschuwing Alleen een erkend installateur mag werkzaamhe den aan de ketel en de verwarmingsinstallatie verrichten. Belangrijk De installatie moet in elk opzicht voldoen aan de geldende regels en richtlijnen die van toepassing zijn op werkzaamheden en reparaties in huizen, woningen en andere gebouwen.
1 Veiligheid Gevaar voor elektrische schok Alleen gekwalificeerde professionals mogen het toestel openen, in overeenstemming met de gel dende elektrische veiligheidsnorm. Gevaar Indien u rookgassen ruikt: 1. Schakel het apparaat uit. 2. Open de ramen. 3. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze onmiddellijk af.
1 Veiligheid Belangrijk Verwijder de bemanteling alleen voor onder houds- en servicewerkzaamheden. Zet de be manteling weer terug na de onderhouds- en ser vicewerkzaamheden. Belangrijk Breng isolatie om de leidingen aan om warmte verlies tot een minimum te beperken. Opgelet Tap de ketel en het verwarmingssysteem af als het huis voor een lange periode leeg staat en er risico op bevriezing is.
1 Veiligheid 1.4.2 Aansprakelijkheid van de installateur De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de eerste inbedrijfstelling van het apparaat. De installateur moet de volgende instructies in acht nemen: Lees de voorschriften van het apparaat in de meege leverde handleidingen en neem deze in acht. Installeer het apparaat overeenkomstig de geldende wetgeving en normen.
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Gebruikte symbolen 2.1.1 In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Certificeringen Tab.1 Certificeringen CE identificatienummer 0085CQ0002 Type aansluiting 3.1.2 Verklaring van overeenstemming Het toestel is conform het in de EG conformiteitsverklaring beschreven standaardtype. Het is vervaardigd en in bedrijf genomen overeenkomstig de Europese richtlijnen. De originele conformiteitsverklaring is bij de fabrikant op te vragen.
Pagina 12
3 Technische specificaties Productnaam EFU C 19 EFU C 24 EFU C 32 B1-ketel Ruimteverwarmingstoestel met warmtekracht koppeling Combinatieverwarmingstoestel Prated Nominale warmteafgifte Nuttige warmteafgifte bij nominale warmteafgif 18,3 23,1 30,7 te en werking op hoge temperatuur Nuttige warmteafgifte bij 30% van de nominale warmteafgifte en werking op lage tempera...
Pagina 13
3 Technische specificaties Eenheid EFU C 19 EFU C 24 EFU C 32 0,783 0,994 1,319 Nominaal waterdebiet bij Pn en ΔT = 20K Standby-verliezen Pstby bij ΔT = 30K Verlies via de wanden bij Δt = 30K Tab.4 Hydraulische eigenschappen Eenheid EFU C 19 EFU C 24...
3 Technische specificaties Tab.8 Technische gegevens van de brander Eenheid EFU C 19 EFU C 24 EFU C 32 Type brander RDB 2.2 RDB 2.2 RDB 2.2 Brandstofdebiet kg/h 1,60 2,02 2,70 (1) met naverbrander (18 W) 3.2.1 Specificaties van buitensensor Tab.9 Buitensensor Temperatuur...
Pagina 15
3 Technische specificaties Afb.3 Ketel met uitrustingset MY445 MW-1000033-5 1 Direct verwarmingscircuit-aanvoerbuis G 1" 8 Aftapkraan, voor aansluiting op pijp met inwendige 2 Verwarmingscircuit-retourbuis G 1” diameter van 14 mm 3 Tweede verwarmingscircuit-aanvoerbuis G 1" 9 Condensafvoer (1) Verstelbare poten: 9 - 35 mm 4 Rookgasbuis, dia.
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Voornaamste componenten 4.1.1 Ketel Afb.5 Voornaamste componenten MW-1000027-5 1 Bedieningspaneel 8 Condensor 2 Aan/uit-schakelaar 9 Sifon 3 Brander 10 Rookgasafvoer 4 Drukschakelaar 11 Begrenzingsthermostaat rookgassen 5 Ketelblok 12 Toegang tot de handmatige resetknop van de bran 6 Positie van de printkaart van het bedieningspaneel 7 Handmatige resetknop van veiligheidsthermostaat 4.1.2...
4 Beschrijving van het product Werkingsprincipe 4.2.1 Bedrijfscyclus van de brander zonder verwarming Afb.7 Normaal bedrijf A Voeding HT Warmtevraag FM Ventilatormotor ID Ontstekingsapparaat V1 Stookolieklep F Vlamdetectie LED Kleur van het lampje in de knop t1 Wachttijd t2 Initialisatie controletijd t3 Voorventilatietijd t3i Voorontstekingstijd t4i Totale ontstekingstijd...
4 Beschrijving van het product Afb.10 Veiligheidsuitschakeling door de A Voeding aanwezigheid van vreemd licht tij HT Warmtevraag dens de voorventilatiefase FM Ventilatormotor ID Ontstekingsapparaat V1 Stookolieklep F Vlamdetectie LED Kleur van het lampje in de knop t1 Wachttijd t2 Initialisatie controletijd t3l Controle van de aanwezigheid van vreemd licht tijdens de voorven...
4 Beschrijving van het product Afb.13 Veiligheidsuitschakeling door de af A Voeding wezigheid van een ontsteking HT Warmtevraag PH Voorverwarming K Thermostaat die de opstart bevestigt na het voorverwarmen FM Ventilatormotor ID Ontstekingsapparaat V1 Stookolieklep F Vlamdetectie LED Kleur van het lampje in de knop t1 Wachttijd t2 Initialisatie controletijd t3 Voorventilatietijd...
4 Beschrijving van het product Accessoires en opties Afhankelijk van de configuratie van de installatie en het land zijn verschil lende opties leverbaar. Tab.11 Lijst van opties Beschrijving Collo Aansluitset voor onafhankelijke sanitair warmwaterboiler ER599 Temperatuursensor sanitair warmwater AD212 Verbrandingsluchtinlaatset voor geforceerde rookgasafvoer MY435 Pomp + 18-liter verwarmingsexpansievat-set met retoursensor MY445...
5 Voor de installatie Voor de installatie Installatievoorschriften Opgelet De installatie van de ketel moet door een erkende vakman worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en nationale voor schriften. NBN B 61-001: Ketelruimtes en schoorstenen NBN D 61-002: Centrale verwarmingsketels met een nominaal vermo gen kleiner dan 70 kW - Voorschriften voor hun opstellingsruimte, venti...
8,4°dH (1,5 mmol/l, 15°f). Voor installatie met een vermogen van meer dan 200 kW is de juiste maximum totale water hardheid 2,8°dH (0,5 mmol/l, 5°f). Belangrijk Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt De Dietrich de volgende fabrikanten aan: Cillit Climalife...
5 Voor de installatie 5.3.1 Typeplaat Afb.15 Plaats van de typeplaat Typeplaten identificeren het product en bevatten de volgende informatie: Soort product Fabricagedatum (Jaar - Week) Serienummer Elektrische voeding Bedrijfsdruk Elektrisch vermogen IP-waarde Waarden van het submenu CONF (CN1 en CN2) Toelichting Indien de typeplaat niet toegankelijk is, wordt een tweede zelfkle...
5 Voor de installatie Belangrijk De leidingen voor de toevoer van lucht, de afvoer van verbran dingsgassen of het wegstromen van het condenswater niet afslui ten (ook niet gedeeltelijk) Voorkom sifonvorming in het rookgas buizenstelsel en de condensaatafvoerleiding om ophoping van condens te vermijden.
5 Voor de installatie Afb.19 Afgeraden locaties voor de buitensensor MW-3000014-2 Transport Vervoer de pallet met de ketel met een handmatige of elektrische pallet truck. Gebruik draagstangen (niet meegeleverd) om de ketel te verplaatsen. Toelichting Til de ketel niet op aan de condensor of aan de rookgasafvoer of de aan aansluitleidingen.
5 Voor de installatie 5.5.2 Een direct verwarmingscircuit met uitrustingsset Afb.21 230V 50Hz 11/26 50 18 MW-6000348-1 1 Vertrekleiding direct verwarmingscircuit 18 Afsluiter 2 Retour verwarming 22 Keteltemperatuursensor 3 Veiligheidsklep 0,3 MPa (3 bar). 27 Terugslagklep 4 Manometer 28 Vulkraan verwarmingscircuit 7 Automatische ontluchter 50 Terugstroombeveiliging 9 Afsluiter...
Pagina 28
5 Voor de installatie Te maken elektrische verbindingen Temperatuursensor na driewegsmengklep Aansluitblok X3 op de optionele besturingsprint SMS-04 Veiligheidsthermostaat met handmatige reset voor vloerver Aansluitblok X1 op de optionele besturingsprint SMS-04 warming Mengventiel Aansluitblok X1 op de optionele besturingsprint SMS-04 Plaats van de draadbrug op de besturingsprint CU-OH01 Uit te voeren instellingen...
6 Installatie Installatie Montage Houd u aan de volgende montagevolgorde, al naar gelang de configuratie van de installatie: 1. Zet de sanitair warmwaterboiler op zijn plaats. 2. Breng de uitrustingsset aan op de ketel. 3. Plaats de printkaart voor het extra circuit in de ketel. 4.
6 Installatie Afb.24 Bedieningspaneel installeren 10. Monteer de voorkant van het bedieningspaneel. 11. Klap de voorkant van het bedieningspaneel omhoog. 12. Klem de steun van het bedieningspaneel op het bovenste voorpa neel. De steun van het bedieningspaneel is omkeerbaar. 13. Voer de kabel van het bedieningspaneel door het gat in de steun van het bedieningspaneel.
6 Installatie Afb.27 Bedieningspaneel installeren 10. Monteer de voorkant van het bedieningspaneel. 11. Klap de voorkant van het bedieningspaneel omhoog. 12. Klem de steun van het bedieningspaneel op het bovenste voorpa neel. De steun van het bedieningspaneel is omkeerbaar. 13. Voer de kabel van het bedieningspaneel door het gat in de steun van het bedieningspaneel.
6 Installatie Wateraansluitingen 6.2.1 Verwarmingscircuit aansluiten Spoel het verwarmingscircuit door om alle deeltjes te verwijderen die be paalde onderdelen zouden kunnen beschadigen zoals veiligheidskleppen, pompen, kranen, enz. Opgelet Er mogen geen volledig of gedeeltelijk afsluitende toestellen zijn geïnstalleerd tussen de ketel en de veiligheidskleppen. Opgelet De verwarmingsinstallatie moet zo ontworpen en gerealiseerd zijn dat er geen water of andere daaraan toegevoegde producten kun...
6 Installatie Terugvoertemperatuur verwarmingscircuit: 60°C. Vuldruk in het systeem lager of gelijk aan de voordruk in het expansie vat. 6.2.4 Sifon monteren Afb.30 Sifon aanbrengen 1. Plaats de plastic vulring op de sifon. 2. Plaats de schroef in de plastic vulring. 3.
3% in de richting van de ketel. Het condenswater dat zich in de leidingen vormt, vloeit weg naar de sifon van de ketel. Gebruik uitsluitend originele De Dietrich-onderdelen bij de gestuwde af voer uitvoeringen voor de aansluiting op de ketel en voor de dak- of ge...
Pagina 35
6 Installatie Tab.15 Lengte van de luchttoevoer-/rookgasbuizen Opstelling Beschrijving Materiaal Diameter Lmax Lmax Lmax EFU C EFU C EFU C Enkelvoudige (starre) buizen in schoor 80 mm steen, verbrandingsluchttoevoer van binnen uit de opstellingsruimte Enkelvoudige (flexibele) buizen in schoor 80 mm steen, verbrandingsluchttoevoer van binnen uit de opstellingsruimte Concentrische starre buizen aangesloten op...
6 Installatie 6.4.3 Type B-aansluitingen Afb.32 Starre type B en B aansluiting - Rookgasleidingen (verbrandingsluchttoevoer uit de stookruimte) x mini DY717 3° MW-1000136-3 Vierkante dwarsdoorsnede: minimum 140 x 140 L Voor iedere extra meter horizontale leiding moet 1,2 m worden afgetrokken van de maximale verticale lei Ronde rookbuis: minimum 160 mm dinglengte (Lmax).
6 Installatie Afb.34 Flexibele type B aansluiting met drie bochten - Rookgasleidingen (verbrandingsluchttoevoer uit de stookruimte) DY897 DY897 DY895 3° 3° MW-5000187-2 L Voor iedere extra meter horizontale leiding moet 1,2 m worden afgetrokken van de maximale verticale lei dinglengte (Lmax). 6.4.4 Type C-aansluitingen Opgelet...
Pagina 38
6 Installatie Afb.36 Type C33-aansluiting - Verticaal concentrisch trekgat (aansluiting op een schuin of plat dak) MW-2000288-2 L Voor iedere extra meter horizontale leiding moet 1,2 m worden afgetrokken van de maximale verticale lei dinglengte (Lmax). Afb.37 Type C93-aansluiting - Concentrische leidingen in de stookruimte of enkelvoudige buizen in de schoorsteen (luchttoe voer als tegenstroom in het rookkanaal) x mini x mini...
6 Installatie Elektrische aansluitingen 6.5.1 Aanbevelingen Waarschuwing Voer de elektrische aansluitingen op het apparaat uit overeen komstig de geldende voorschriften, de informatie die op de elektri sche schema's is aangegeven die bij het apparaat zijn meegele verd en de aanbevelingen in deze handleiding. De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos worden uitgevoerd en alleen door erkende installateurs Leg het apparaat aan de aarde vóór het maken van elektrische verbindin...
6 Installatie 6.5.2 Toegang tot de elektronische kaart Afb.38 1. Verwijder het bovenpaneel. MW-5000110-2 Afb.39 2. Verwijder het onderste voorpaneel. MW-5000105-2 Afb.40 3. Til het onderste voorpaneel een beetje op. 4. Klap het bovenste voorpaneel omlaag. 5. Verwijder het bovenste voorpaneel. 6.
6 Installatie Afb.43 Plaats van de elektronische print 9. Maak de behuizing van de elektronische kaart open. kaarten Posi Beschrijving tienr. CPU-kaart CU-OH01 Optionele printkaart SMS-04 MW-5000109-4 Afb.44 Plaatsing van de kabel 230V 230V MW-5000188-1 10. Zet de kabel(s) vast met trekontlasting(en). Gevaar Houd de sensorkabels gescheiden van de 230 V stroomkabels.
6 Installatie 6.5.4 Verwarmingspomp van een direct circuit aansluiten Afb.46 MW-5000146-2 1. Sluit de directe verwarmingspomp aan volgens twee criteria: het ty pe en de configuratie van de installatie. 6.5.5 Verwarmingspomp van een gemengd circuit aansluiten Afb.47 1. Sluit de gemengd circuit verwarmingspomp aan op de ingang X1 op de optionele SMS-04 besturingsprint.
6 Installatie 6.5.7 Sanitair-warmwaterlaadpomp aansluiten Afb.49 1. Sluit de sanitair warmwaterlaadpomp aan op de ingang X7 op de CU-OH01 besturingsprint. MW-5000152-2 6.5.8 Temperatuursensor stroomafwaarts van de drieweg mengklep aansluiten Afb.50 1. Sluit de temperatuursensor aan op de ingang X3 S DEP op de optio nele SMS-04 besturingsprint.
6 Installatie 6.5.10 Veiligheidsthermostaat met handmatige reset voor vloer verwarming aansluiten Afb.52 1. Sluit de veiligheidsthermostaat aan op de ingang X1 TS op de optio nele SMS-04 besturingsprint. MW-5000160-2 6.5.11 Driewegmengklep aansluiten Afb.53 1. Sluit de 3-wegmengklep aan op de ingang X1 op de optionele SMS-04 besturingsprint.
6 Installatie 6.5.12 Retoursensor aansluiten 1. Plaats de sensor op de retourleiding. 2. Zet de sensor vast met een borgklem. L>1.5m MW-1000680-1 Afb.54 3. Sluit de retoursensor aan op de ingang X18 op de CU-OH01 bestu ringsprint. MW-5000153-2 7611877 - v03 - 12012017 EFU C...
6 Installatie 6.5.13 Buitentemperatuursensor aansluiten Afb.55 1. Sluit de buitentemperatuursensor aan op de ingang X10 S. EXT op de CU-OH01 besturingsprint. MW-2000283-3 6.5.14 Kamerthermostaat of kamertemperatuursensor op de printkaart aansluiten CU-OH01 1. Verwijder de draadbrug over de ingang X10 ON/OFF OT/RU op de CU-OH01 besturingsprint.
6 Installatie 6.5.16 Voeding voor corrosiebeschermingsanode-printkaart aansluiten Afb.58 1. Sluit de corrosiebeschermingsanode aan op de ingang X9 op de CU-OH01 besturingsprint. MW-5000154-4 Installatie vullen 6.6.1 Doorspoelen van nieuwe installaties en installaties niet ouder dan 6 maanden 1. Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om onge rechtigheden uit het systeem te verwijderen (koperdeeltjes, vlas...
6 Installatie 6.6.4 Sifon vullen Gevaar Als de sifon leeg is terwijl de ketel werkt, ontsnappen er rookgas sen in de ruimte waar de verwarmingsketel geïnstalleerd is. Afb.59 Sifon demonteren 1. Verwijder de borgschroef + ring van de sifon. 2. Draai de moer los. 3.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Een speciale inbedrijfstellingsprocedure moet worden uitgevoerd als de ketel voor de eerste keer in gebruik wordt genomen, als de ketel langduri ge niet is gebruikt of als er reparaties zijn uitgevoerd die een volledige her installatie van de ketel vereisen. Inbedrijfstellen van de ketel staat de ge bruiker toe de verschillende instellingen en de uit te voeren controles om de ketel in alle veiligheid op te starten, te beoordelen.
7 Inbedrijfstelling Procedure voor inbedrijfstelling met bedieningspaneel IniControl 2 7.4.1 Ketel 1. Open de stookolietoevoer. 2. Deblokkeer zo nodig de verwarmingspomp. Schroef de beschermdop los aan de voorzijde van de verwar mingspomp. Steek een schroevendraaier in de gleuf van de as van de verwar mingspomp en draai de as meerdere malen naar rechts en links.
7 Inbedrijfstelling 7.4.3 Gebruik van de installatiewizard op het bedieningspaneel Als het bedieningspaneel voor het eerst wordt gestart, start ook automa tisch de installatiewizard. Afb.69 1. Selecteer de gewenste taal door op toets te drukken. 2. Bevestig de selectie door op de toets te drukken.
7 Inbedrijfstelling 4. Bevestig de selectie door op de toets te drukken. Toelichting De verwarmingsketel is klaar voor gebruik. Olie-instellingen 7.5.1 Luchtklep afstellen Afb.71 Luchtklep instellen 1. Stel de opening van de luchtklep af. Tab.16 Waarden instellen Luchtklep instellen EFU C 19 EFU C 24 2,75 EFU C 32...
7 Inbedrijfstelling 7.5.3 Positie van de ontstekingselektroden afstellen Afb.73 Afstand tussen de ontstekingselektroden MW-0000148-5 1. Controleer de positie van de ontstekingselektroden. De afstand tussen de ontstekingselektroden is maat B, zoals in onderstaande tabel is aangegeven. 2. Controleer de maat X. Eenheid EFU C 19 EFU C 24...
7 Inbedrijfstelling 4. Vul onderstaande tabel aan met de gemeten waarden. Tab.18 Gemeten waarden Gemeten waarden Brandervermogen (kW) Oliedruk (MPa (bar)) 5. Als het CO{7}2{8}-gehalte niet overeenkomt met de vereiste waarde, moet dit worden bijgesteld door de stelschroef op de luchtklep te draaien.
8 Bediening met bedieningspaneel B-Control Bediening met bedieningspaneel B-Control Navigeren door de menu's Druk op een willekeurige toets om de achtergrondverlichting voor het be dieningspaneelscherm in te schakelen. Belangrijk Als er binnen 3 minuten geen toets wordt ingedrukt, gaat de ach tergrondverlichting uit.
9 Bediening met bedieningspaneel IniControl 2 Bediening met bedieningspaneel IniControl 2 Navigeren door de menu's Druk op een willekeurige toets om de achtergrondverlichting voor het be dieningspaneelscherm in te schakelen. Belangrijk Als er binnen 3 minuten geen toets wordt ingedrukt, gaat de ach tergrondverlichting uit.
9 Bediening met bedieningspaneel IniControl 2 Beschrijving van de printkaarten Afb.82 Bij de inbedrijfstelling van de ketel is de weergegeven besturingsprint de CU-OH1. Het primaire circuit wordt geregeld door de CU-OH1 centrale besturings printeenheid. De naam van de besturingsprint wordt weergegeven op het scherm: Afb.83 Alleen de installateur heeft toegang tot de parameters en instellingen voor...
Pagina 58
9 Bediening met bedieningspaneel IniControl 2 Afb.87 2. Scroll door de verschillende vermogensstatussen voor de ketelbran der: . Dezelfde waardescrolls: XX stelt de aanvoertempera tuur voor. 3. Verlaat het schoorsteenvegersmenu en ga terug naar het hoofd scherm door te drukken op de toets MW-5000132-3 EFU C 7611877 - v03 - 12012017...
10 Instellingen van het bedieningspaneel B-Control 10 Instellingen van het bedieningspaneel B-Control 10.1 Parameterlijst 10.1.1 Informatiemenu Tab.22 Informatielijst Informatie Beschrijving Scherm Status Zie de volgende tabel Substatus Zie de volgende tabel Verwarmingswatertemperatuur (°C) °C Het symbool knippert Sanitair warmwatertemperatuur (°C) Het symbool knippert °C...
10 Instellingen van het bedieningspaneel B-Control Status (parameter Sub-status (parameter = einde van de warmtevraag (ketel gaat = vertraging nadraaitijd ketelpomp of opstart sanitair warm water van bij uit) verwarming = ketel- of sanitair-warmwaterpomp gestopt = sluiting van de afsluitkraan = start antipendelcyclus = stop = wachten op het starten van de brander...
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 11.1 Parameterlijst 11.1.1 Installateursmenu Toelichting Voer de code in door op de toets te drukken. Bevestig het openen door op de toets te drukken. Afb.89 MW-1000753-1 1 Submenu beschikbaar 3 Regelingparameters 2 Naam van de besturingsprint of circuit...
Pagina 62
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Offset van driewegklep niet beschikbaar 4 °C Instelbaar van 0 tot 16°C Richtwaarde voor kamertemperatuur in de vakantiemodus 6 °C 6 °C Instelbaar van 5 tot 20°C Richttemperatuur voor overschakeling van de gereduceerde modus 16 °C 16 °C op de comfortmodus...
Pagina 63
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Deze afstelling niet wijzigen. niet beschikbaar Het aantal dagen dat de VLOERDROGEN-functie actief is. De VLOERDROGEN-functie dient om een constante aanvoertem peratuur of een reeks opeenvolgende temperatuurniveaus te force ren om het drogen van de cementvloer met behulp van de vloerver...
Pagina 64
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Tab.27 Lijst met parameters in het submenu van het menu Installateur Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling De legionella-preventiefunctie gaat de ontwikkeling van de Legionella bacterie in de sanitair warmwaterboiler tegen. Deze bacterie veroorzaakt legionellose (de veteranenziekte): = off = on: de tank voor sanitair warm water wordt eens per week gedurende 20 minuten extra verwarmd tot 65°C.
Pagina 65
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Servicebeurt: niet beschikbaar = geen melding = klantmelding = automatische melding Aantal bedrijfsuren voor handmatige servicebeurt 8750 uur niet beschikbaar Instelbaar van 100 tot 25500 uur Buitensensor gedetecteerd: = niet gedetecteerd = automatisch gedetecteerd = niet gebruiken Wijzig deze instelling niet voor de SMS04 besturingsprinten.
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 11.1.2 TELLER/TIJDS PROG/KLOK -menu's Tab.29 Lijst met submenu's Submenu Beschrijving TELLER Klokprogramma voor hoofdverwarmingscircuit Klokprogramma voor extra verwarmingscircuit B Klokprogramma voor extra verwarmingscircuit C Klokprogramma voor het sanitair warmwatercircuit Instelling van de tijd en de datum TELLER submenu Tab.30 Beschikbare keuzes in het submenu...
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Parameter Beschrijving Eenheid Aantal bedrijfsuren van omkeerklep Aantal startpogingen van de brander in de sanitair warmwaterbereidingsmodus Aantal bedrijfsuren van de brander in de sanitair warmwaterbereidingsmodus Aantal startpogingen van de brander Aantal bedrijfsuren van brander Aantal veiligheidsblokkeringen (E36) Servicemelding resetten : draaiurentellers...
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Afb.91 2. Stel de waarde van de richttemperatuur van het verwarmingswater in door op toets te drukken. 3. Bevestig de nieuwe waarde van de richttemperatuur van het verwar mingswater door op toets te drukken. 4.
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 6. Ga naar de parameter corresdie correspondeert met de instelling van de helling van de verwarmingscurve voor het circuit door op de toetsen te drukken. 7. Bevestig het openen van de parameter met de toets 8.
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Voor meer informatie, zie Typeplaat, pagina 24 Navigeren door de menu's, pagina 56 11.2.5 Functie 'Automatische detectie' uitvoeren De automatische detectie-functie wordt gebruikt als een elektronische re gelkaart is verwijderd, vervangen of toegevoegd. 1.
Pagina 71
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Submenu Beschrijving Naam van de besturings print of circuit Extra besturingsprint SMS-04 Extra besturingsprint SMS-04 Bedieningspaneel HMI Tab.37 Waarden beschikbaar (X) in de volgende submenu's Parameter Beschrijving Eenheid Pomptoerental Regelaarcyclus: Status Toelichting Zie de volgende tabel Regelaarcyclus: Substatus Toelichting Zie de volgende tabel...
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Parameter Beschrijving Eenheid Systeemaanvoertemperatuur. °C Richtwaarde voor verwarmingstemperatuur °C Softwareversie voor aangesloten besturingsprint Parameterversie voor aangesloten besturingsprint Tab.38 Waarden beschikbaar (X) in submenu Parameter Beschrijving Softwareversie Parameterversie Voor meer informatie, zie Navigeren door de menu's, pagina 56 11.3.1 Regelaarcyclus Tab.39...
Pagina 73
11 Instellingen van het bedieningspaneel IniControl 2 Status (parameter Sub-status (parameter = blokkering = blokkeercode XX 7611877 - v03 - 12012017 EFU C...
12 Onderhoud 12 Onderhoud 12.1 Algemeen Opgelet Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitge voerd. Laat minstens één keer per jaar het apparaat inspecteren en de schoor steen vegen, of vaker afhankelijk van de in uw land geldende regels. Opgelet Als het apparaat niet wordt onderhouden, vervalt de garantie.
12 Onderhoud 12.2.3 Lekdichtheid controleren van de rookgasafvoerleiding, de luchttoevoerleiding en de condensafvoerleiding 1. Controleer de afdichting van de aansluiting van de rookgasafvoerlei ding, de luchttoevoerleiding en de condensafvoerleiding. 2. Controleer of het beschermrooster op de luchtinlaat van de stoo kruimte niet is vervuild.
Pagina 76
12 Onderhoud Afb.100 Verbrandingskamerdeur openen 5. Verwijder de vier schroeven uit de verbrandingskamerdeur (sleutel 13). 6. Open de verbrandingskamerdeur MW-2000270-2 Afb.101 Verwarmingslichaam reinigen 7. Verwijder de convectieversnellers. 8. Borstel de rookkanalen zorgvuldig schoon met behulp van de daar voor bijgeleverde reinigingsborstel. 9.
12 Onderhoud 12.2.6 Membraan reinigen Afb.102 Toegang tot het membraan 1. Verwijder de rookgasafvoerbuis van de condensoruitlaat. 2. Verwijder het membraan. 3. Reinig het membraan. 4. Breng het membraan terug op zijn plaats. 5. Sluit de rookgasafvoerbuis aan op de condensoruitlaat. MW-5000473-2 12.2.7 Condensor reinigen...
12 Onderhoud Voor meer informatie, zie Sifon vullen, pagina 48 12.2.9 Onderhoud van de brander Afb.105 Brander in de onderhoudstand zetten 90° MW-2000272-3 1. Verwijder de moer op de flens om de brander uit te nemen. 2. Kantel de brander. 3.
Pagina 79
12 Onderhoud Afb.107 Verstuiver vervangen 11. Bevestig de verstuiverleiding (sleutel 17). Tab.40 Waarden Model van EFU C 19 EFU C 24 EFU C 32 de ketel Danfoss- 0,40 0,50 0,60 verstuiver Danfoss- Hoek 60° S 80° S 80° S verstuiver 12.
12 Onderhoud Afb.109 Ventilator reinigen 23. Verwijder de twee schroeven in de luchtinlaat (sleutel 4). 24. Verwijder de luchtinlaat. 25. Verwijder de vier schroeven in de aanzuigkast (inbussleutel 4). 26. Neem de aanzuigkast uit. 27. Reinig de ventilator en de binnenkant van de aanzuigkast met een geschikte borstel en perslucht.
12 Onderhoud 12.3.2 Branderventilator vervangen Afb.111 Ventilator positioneren 1. Draai de schroef los (inbussleutel 14-mm). 2. Verwijder de oude ventilator. 3. Zet de nieuwe ventilator op zijn plaats. 4. Zet de ventilator vast. 5. Controleer de plaatsing van het branderventilator. 6.
12 Onderhoud 12.4 Aftappen van de installatie Afb.114 Aftappen van de installatie Het aftappen van de CV-installatie kan nodig zijn als radiatoren moeten worden vervangen, bij ernstige waterlekkage, of als bevriezingsgevaar dreigt. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren. 2.
13 Problemen oplossen 13 Problemen oplossen 13.1 Storingsmeldingen B-Control 13.1.1 Weergave van storingscode Als een storing wordt gedetecteerd, wordt automatisch de storingscode weergegeven. Afb.115 Weergave van storingscode Toelichting De pictogrammen knipperen. MW-3000240-4 13.1.2 Weergave van foutcode Als een fout wordt gedetecteerd, wordt automatisch de foutcode weerge geven.
13 Problemen oplossen Afb.120 2. Selecteer het storingsmenu door op toets te drukken. Afb.121 3. Selecteer de besturingsprint door op toets te drukken. Het pictogram verschijnt. Bevestig de besturingsprint door op de toets te drukken: de naam van de besturingsprint verschijnt. Toelichting De parameter knippert.
Pagina 85
13 Problemen oplossen Melding Beschrijving BUITENSENSOR Sensor voor buitentemperatuur is defect of niet aangesloten GESLOTEN Controleer de bedrading tussen de centrale besturingsprint en de sensor. Controleer of de sensor goed gemonteerd is. Controleer de weerstandswaarde van de sensor. Vervang sensor indien nodig. STORING CONFIGURATIE Centrale besturingsprinteenheid vervangen: ketel niet geconfigureerd.
13 Problemen oplossen Melding Beschrijving STORING CAN CAN storing. STORING CAN CAN storing. BURNER FOUT Geen ontstekingsvonk Controleer de ontstekingstrafo. Controleer de ontstekingselektroden. Controleer de hoogspanningskabels. Controleer aarding. Branderautomaat defect Vervang de branderautomaat Geen vlamsignaal Controleer of de vlamdetectiecel goed uitgelijnd is. Lucht in het stookoliecircuit Controleer of de stookoliekraan open is.
13 Problemen oplossen Melding Beschrijving GEB VLAMVERLIES Geen vlamsignaal Lucht in het stookoliecircuit. Controleer of de stookoliekraan open is. Controleer de goede staat van de vlamdetectiecel. Controleer op rookgasrecirculatie. RETURN HOGER DAN Retourtemperatuur gedurende 5 minuten hoger dan de aanvoertemperatuur VERTR Controleer het hydraulische circuit van de ketel.
14 Uitbedrijfname 14 Uitbedrijfname 14.1 Procedure voor uitbedrijfname Afb.123 Netvoeding onderbreken Als de ketel (tijdelijk) uit bedrijf moet worden genomen, ga dan als volgt te werk: 1. Zet de aan/uit-schakelaar op de Uit-stand. 2. Onderbreek de elektrische stroomvoorziening van de ketel. 3.
15 Reserveonderdelen 15 Reserveonderdelen 15.1 Algemeen Als bij de inspectie of onderhoudswerk blijkt dat een onderdeel in de ketel vervangen moet worden: Geef het referentienummer op dat staat in de lijst van reserveonderdelen om het onderdeel te bestellen. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt. 15.2 Ketelblok Item nr.