8.3 Componenten voor onderhoud verwijderen
Risico op storingen als gevolg van het wijzigen in de aansluitconfiguratie
De aansluitingen van het pompstation zijn vooraf geconfigureerd in de fabriek. Als verbindingsstek-
kers van besturingsleidingen worden verwisseld, kan dit ertoe leiden dat het pompstation niet goed
functioneert of uitvalt.
► Wanneer componenten worden verwijderd, moet u hun oorspronkelijke configuratie noteren voor
Voor het onderhoud van de onderdelen van het pompstation kan het nodig zijn om de onderdelen uit
het pompstationframe te verwijderen.
Componenten verwijderen
► Verwijder indien nodig de componenten uit het pompstationframe om ze te onderhouden.
Elektronische aandrijfeenheid
TC 80
TC 110
Tab. 18:
Elektronische aandrijfeenheid
TC 400
Tab. 19:
8.4 Elektrische verbindingen verwijderen
Afb. 58:
1 Hoofdschakelaar
2 Voedingsaansluiting
de latere terugplaatsing.
Vooraf ingestelde accessoireverbindingen voor TC 80 en TC 110
Vooraf ingestelde accessoireverbindingen voor TC 400
Koppel het apparaat los van de stroomvoorziening voordat u werkzaamheden gaat
uitvoeren
1. Schakel het apparaat uit.
2. Wacht tot alle componenten volledig tot stilstand zijn gekomen.
3. Schakel de hoofdschakelaar uit.
4. Koppel de voedingskabel los van het apparaat.
Elektrische verbindingen verwijderen
OPMERKING
Acc. A1
Ventilator (temperatuurgestuurd)
of
Verwarming
Acc. A
Ventilator (temperatuurgestuurd)
of
Verwarming
1
2
3
3
Voedingskabel
Onderhoud
Acc. B1
Ontluchtingsklep
Acc. B
Ontluchtingsklep
59/84