8.2
Submenu WARMSTOOKLIJN
Tabel 10.
Wordt gebruikt om instellingen voor de stooklijn te wijzigen.
Menu-optie
STOOKLIJN
MIN
MAX
STOOKLIJN +5
STOOKLIJN 0
STOOKLIJN -5
WARMTESTOP
DALING
TANKTEMP
OVERLADEN
KAMERFACTOR
ZWEMBAD
ZWEMBAD HYSTER.
Betekenis
Berekende aanvoertemperatuur bij buitentemperatuur van 0°C.
Wordt weergegeven als een grafiek. De grafiek wordt begrensd door
de ingestelde waarden voor MIN en MAX.
Minimaal toegestane aanvoertemperatuur, als de temperatuur voor
warmtestop is bereikt en de warmtepomp is gestopt.
Maximale berekende instelwaarde voor de aanvoertemperatuur.
Plaatselijke stijging of daling van STOOKLIJN bij een buitentempera-
tuur van +5°C. Wordt in de grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Plaatselijke stijging of daling van STOOKLIJN bij een buitentempera-
tuur van 0°C. Wordt in de grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Plaatselijke stijging of daling van STOOKLIJN bij een buitentempera-
tuur van -5°C. Wordt in de grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Maximale buitentemperatuur waarbij warmteproductie is toeges-
taan.
Als WARMTESTOP van kracht is, moet de buitentemperatuur 3°C
zakken voordat de WARMTESTOP wordt beëindigd.
Verschijnt alleen als de functie voor kostenbeheersing is geacti-
veerd. Verlaging van ingestelde kamertemperatuur. Actief bij 10 kΩ-
verbinding bij EVU-ingang.
Wordt weergegeven als de buffertank geactiveerd is. Laadt de buf-
fertank naar de ingestelde temperatuur. Bij de instelling AUTO wordt
de tank geladen naar de instelwaarde van de aanvoerleiding.
Wordt weergegeven als de buffertank geactiveerd is en TANKTEMP
is ingesteld op AUTO. Laadt de buffertank tot de instelwaarde van de
aanvoerleiding + de waarde voor OVERLADEN.
Wordt alleen weergegeven als de optionele kamersensor is geïnstal-
leerd.
Bepaalt hoe groot de invloed van de kamertemperatuur is bij het
berekenen van de aanvoertemperatuur. Voor vloerverwarming
wordt geadviseerd om KAMERFACTOR in te stellen op 1, 2 of 3. Voor
radiatorverwarming op 2, 3 of 4.
Verschijnt alleen als ZWEMBAD is geselecteerd. De temperatuur in
het zwembad wordt geregeld door een aparte sensor die losstaat
van het verwarmings- en warmwatersysteem.
Verschijnt alleen als ZWEMBAD is geselecteerd. Het verschil tussen
de gewenste laadwaarde (instelbaar) en de werkelijke waarde van
de zwembadsensor. Zwembadhysteresis heeft geen invloed op de
integraalwaarde.
Fabrieksinstelling
40°C
(bij vloerverwarming 30°C)
(interval: 22°C / 56°C)
10°C
(interval: 10°C / 50°C)
55°C
(bij vloerverwarming 45°C)
(interval: 40°C / 85°C)
0°C
(interval: -5°C / 5°C)
0°C
(interval: -5°C / 5°C)
0°C
(interval: -5°C / 5°C)
17°C
(interval: 0°C / 40°C)
2°C
(interval: 1°C / 10°C)
AUTO
(interval: 30°C / 55°C)
0°C
(interval: 0°C / 5°C)
2
(interval: 0 / 4)
(0 = geen invloed,
4 = zeer veel invloed)
20°C
(interval: 5°C / 40°C)
2°C
(interval: 1°C / 10°C)
Installatiehandleiding VMBMA1010 – 51