Als de brineleidingen ondergronds moeten komen, volgt u de instructie hieronder.
3
2
3
Afbeelding 32.
1.
Maak een gat in de muur voor de doorvoerleiding (1) voor de brineleidingen. Volg hierbij de maatschetsen
en aansluitschema's. Als er gevaar bestaat voor binnendringend grondwater, moeten er speciale water-
dichte doorvoeren worden gebruikt.
2.
Plaats de doorvoerleidingen (1) in de gaten en laat ze omlaag hellen met minimaal 1 cm per 30 cm. Snijd ze
schuin naar binnen af (zie afbeelding), zodat er geen regenwater in de leidingen kan dringen.
3.
Breng de brineleidingen (2) aan door de doorvoerleidingen in de installatieruimte.
4.
Werk de muur rond de leidingen af met specie (3).
5.
Zorg ervoor dat de brineleidingen (2) in het midden van de doorvoerleidingen (1) zitten, zodat de warmte-
isolatie gelijk verdeeld wordt over alle zijden.
6.
Dicht de doorvoerleidingen (1) af met een geschikt afdichtmiddel (schuimplastic) (4).
5.3.6
Monteer brineleidingen
1.
Bepaal aan welke kant de brineleidingen aangesloten moeten worden.
2.
Leid de leiding voor brine-in naar buiten door de bijbehorende opening (met rubbermanchet) in de zijkant
van de warmtepomp.
3.
Monteer alle noodzakelijke onderdelen op de leiding. Vergeet niet om de bijvulkoppeling te monteren met
het deksel van het vuilfilter naar boven.
4.
Leid de leiding voor brine-uit naar buiten door de bijbehorende opening (met rubbermanchet) in de zijkant
van de warmtepomp.
Voorzichtig! Als de aansluiting van de brineleidingen rechts van de DHP-A plaatsvindt, moet de uitgaande
brineleiding over de brinepomp worden getrokken, onder de aanzuigleiding van de compressor en onder
de flexibele slang van de compressor (zie onderstaande afbeelding).
1
1
4
Gaten
Legenda
1
Doorvoerleiding
2
Brineleiding
3
Specie
4
Afdichtmiddel
Installatiehandleiding VMBMA1010 – 37