doorgegeven, wordt aangeraden om voor alle leidingaansluitingen flexibele slangen te gebruiken. Flexibele slan-
gen zijn als accessoire te koop. In de onderstaande afbeeldingen worden juiste en onjuiste installaties met dit type
slang getoond.
Om geluidsoverlast door de ophanging van leidingen te voorkomen, gebruikt u met rubber beklede klemmen om
te voorkomen dat trillingen worden doorgegeven. De montage mag echter niet te star zijn en de rubberen klem
mag daarom niet te strak zitten.
Afbeelding 34.
Monteer de flexibele slangen wrijvingsloos. Gebruik bij een schroefdraadverbinding een tegenhoud-
sleutel.
Afbeelding 35.
Pas de slanglengte aan bij bochten om afbuigen en uitrekken te vermijden.
Afbeelding 36.
Pas de slanglengte aan om afbuigen en uitrekken te vermijden en verschuif de uiteinden zo dat de
slang geheel recht gemonteerd wordt.
Afbeelding 37.
Gebruik vaste leidingbochten om niet-toegestane belastingen van de bochten bij de aansluitingen te
voorkomen.
Installatiehandleiding VMBMA1010 – 39