Menu: Configuratie
Uitgang relais QX
01 Opwekker blokkeerventiel Y4
Is er genoeg warmte in het buffervat
aanwezig, dan kunnen de verbruikers
hun warmtebehoefte hieraan onttrek-
ken - de warmteopwekker moet niet in
bedrijf worden genomen.
De automatische opwekkerblokkering
blokkeert de warmte-opwekker en kop-
pelt haar met een omschakelventiel Y4
hydraulisch van de rest van de installa-
tie af.
02 Elektrisch verw.element TWW K6
Met het aangesloten verwarmings-
element kan het tapwater conform
menu 'Tapwaterboiler' bedieningsregel
'elek.verw.element' worden geladen. De
elektrische verwarmingsbedrijfswijze
bedieningsregel 5060 moet dienover-
eenkomstig zijn ingesteld.
Het elektrisch verwarmingselement
moet met een veiligheidsthermostaat
zijn uitgerust!
03 Tapwater- circulatiepomp Q4
De aangesloten pomp dient als
tapwatercirculatiepomp. Het tijdelijke
gebruik van de pomp kan in het menu
'tapwater' in de bedieningsregel
'circulatiepomp vrijgave' worden
ingesteld (regel 1660).
04 Tapwateromlaadpomp Q11
De tapwaterboiler kan, indien het buf-
fervat voldoende warm is, vanuit het
buffervat opgeladen worden. De opla-
ding kan d.m.v. omlaadpomp Q11
plaatsvinden.
05 TWW tussenkringpomp Q33
Laadpomp bij tapwaterboiler met
externe warmtewisselaar.
06 TWW mengpomp Q35
Separate pomp voor opslagcirculatie
gedurende actieve legionellafunctie.
07 Collectorpomp Q5
Voor de verbinding van een zonne-
collector is een circulatiepomp voor de
collectorgroep noodzakelijk.
08 Collectorpomp 2 Q16
Ter aansturing van een circulatiepomp
voor een tweede collectorkring.
64
Regelnr.
Bedieningsregel
Relaisuitgang
5890
QX1,2,3,4,5,6,8,9,10,11
5891
Geen
5892
01 Opwekker blokkeerventiel Y4
5894
02 Elektr. verw. TWW K6
5895
03 Circulatiepomp Q4
5896
04 Tapwateromlaadpomp Q11
5899
05 TWW tussenkringpomp Q33
5900
06 TWW omlaadpomp Q35
5901
07 Collectorpomp Q5
08 Collectorpomp 2 Q16
09 Zonnepomp ext. wisselaar K9
10 Zonne-aandrijving buffer K8
11 Zonne-aandrijv. zwembad K18
12 Elek.verw.element buffer K16
13 H1-pomp Q15
14 H2-pomp Q18
15 H3-pomp Q19
e
16 2
pomptrap VG1 Q21
e
17 2
pomptrap VG2 Q22
18 Warmtevraag K27
19 Alarmuitgang K10
20 Tijdprogramma 5 K13
21 Verw.groeppomp VG1 Q2
22 Tapwater aandrijving Q3
23 Verw.groeppomp VG2 Q6
24 Doorstr. verw.aandrijving Q34
25 Aanvoerventiel Y13
26 Vaste brandstofketelpomp Q10
27 Delta-T regelaar 1 K21
28 Delta-T regelaar 2 K22
09 Zonnepomp ext. wisselaar K9
Voor de externe warmtewisselaar moet
bij de multifunctionele relaisuitgang
(QX) de zonnepomp ext. wisselaar K9
zijn ingesteld.
Indien een tapwater- en een buffervat
ter beschikking staan, moet ook de
bedieningsregel 5841 'Externe
zonnewisselaar' worden ingesteld.
10 Zonne-aandrijving buffer K8
Zijn een aantal wisselaars verbonden,
moet het buffervat op de betreffende
relaisuitgang zijn ingesteld en boven-
dien de soort aandrijving in bedienings-
regel 5840 worden gedefinieerd.
11 Zonne-aandrijving zwembad K18
Is een aantal wisselaars verbonden,
moet het zwembad op de betreffende
relaisuitgang zijn ingesteld en boven-
dien de soort aandrijving in bedienings-
regel 5840 worden gedefinieerd.
12 Elek.verw.element buffer K16
Het relais wordt gebruikt voor het aan-
sturen van een elektrisch verwarmings-
element in een buffervat.
Het elektrisch verwarmingselement
moet met een veiligheidsthermostaat
zijn uitgerust!
Fabrieksinstelling
Geen
13 H1-pomp Q15
14 H2-pomp Q18
15 H3-pomp Q19
De H1,2,3-pompen kunnen voor een
toegevoegde verbruiker geselecteerd
worden. In samenwerking met een
externe warmtevraag aan ingang
H1,2,3 kan de toepassing bijv. voor een
luchtverwarmer gekozen worden.
e
16 2
Pomptrap Q21
e
17 2
Pomptrap Q22
Deze functie maakt het mogelijk een
2-traps verwarmingsgroeppomp aan
te sturen, zodat bij gereduceerd ver-
warmingsniveau (bijv. verlaging gedu-
rende de nacht) het pompvermogen
verminderd kan worden.
Hierbij wordt voor de 1e trap de pomp
met het multifunctionele relais QX de
2e trap op volgende wijze
bijgeschakeld:
1e Trap
2e Trap
uitgang
uitgang
Q2/Q6
Q21/ Q22/
uit
uit
aan
uit
aan
aan
18 Warmtevraag K27
Registreert bij een externe warmte-
opwekker, door het sluiten van het
contact, een aanwezige warmte-
behoefte.
Pomp-
toestand
uit
deellast
vollast