Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

elco Logon B SP Handleiding Voor De Installateur pagina 51

Inhoudsopgave

Advertenties

Menu: vaste brandstofketel
TWW-oplading
Vergelijkingstemperatuur warm tap-
waterboiler
Voor de vaste brandstofketelintegratie
moet men de gewenste laadsensoren
kiezen.
Gewenste ketelwaarde bij tapwater-
oplading
Met deze instelling wordt de gewenste
ketelwaardeberekening gekozen tijdens
de tapwateroplading.
Tapwater opslagtemperatuur:
De gewenste ketelwaarde wordt bere-
kend uit TWW-oplaadverhoging (regel
5020) en gemeten opslagwaarde
(volgens regel 4134).
Gewenste waarde tapwaterboiler:
De gewenste ketelwaarde wordt bere-
kend uit TWW-oplaadverhoging (regel
5020) en gemeten opslagwaarde
(nominale of gewenste legionellawaar-
de).
Gewenste minimale keteltempera-
tuur:
De gewenste ketelwaarde voldoet aan
de minimale gewenste waarde.
Buffervatoplading
Vergelijkingstemperatuur buffervat
Voor de vaste brandstofketelintegratie
moet men de gewenste laadsensoren
kiezen.
Ketelwaarde buffervatoplading
Met deze instelling wordt de gewenste
ketelwaardeberekening gekozen tijdens
de buffervatoplading.
Buffervattemperatuur:
De gewenste waarde voldoet aan de
gemeten buffervatwaarde (volgens
regel 4137).
Afname temperatuur overschot
Bereikt de keteltemperatuur de inge-
stelde maximum waarde, dan wordt de
vaste brandstofketelpomp zo lang inge-
schakeld totdat de keteltemperatuur
weer 5K onder de ingestelde waarde
gezakt is.
Regelnr.
Bedieningsregel
4134
Vergelijkingstemp. boilervat
Geen
Met B3
Met B31
Met B3 & B31
4135
Gewenste ketelwaarde bij tapwaterop-
lading
Tapwater opslagtemperatuur
Gewenste waarde tapwaterboiler
Gewenste minimale keteltemperatuur
4136
Tapwateroplading met Q3
Nee
Ja
Tapwateroplading met Q3
Bepaalt of de oplaadpomp Q3 voor de
tapwateroplading door de vaste brand-
stofketel gebruikt wordt.
Nee
De vaste brandstofketel laadt de tapwa-
terboiler op met de ketelpomp Q10. De
oplaadpomp Q3 wordt vanuit de vaste
brandstofketel niet aangestuurd.
Ja
Voor de tapwateroplading met de vaste
brandstofketel moet de oplaadpomp Q3
in bedrijf zijn.
Regelnr.
Bedieningsregel
4137
Vergelijkingstemperatuur buffervat
Met B4
Met B42/B41
Met B4 & B42/B41
4138
Ketelwaarde buffervatoplading
Buffervattemperatuur
Gewenste waarde buffervat
Gewenste min. keteltemperatuur
Gewenste waarde buffervat
De gewenste ketelwaarde voldoet aan
de gewenste buffervatwaarde
(sleepwijzer).
Regelnr.
Bedieningsregel
4141
Afname temp. overschot
Het overschot aan warmte wordt in het
buffervat of in de verwarmingsgroep
afgevoerd, afhankelijk of de
temperatuur
in regel 861,
overschot
1161 is ingesteld.
Gewenste minimale keteltempera-
tuur
De ketelpomp blijft in bedrijf zolang de
keteltemperatuur boven de minimale
gewenste waarde ligt.
fname
a
Fabrieksinstelling
Geen
Tapwater opslagtem-
peratuur
Nee
Fabrieksinstelling
Met B4 & B42/B41
Buffervattemperatuur
Fabrieksinstelling
90° C
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave