10. Inspectie en onderhoud
10 .3 Reiniging van de sifon
10 .4 Controle op ontstekingselektrode
afb. 32
Elektrode controleren
10 .5 Controle op lekkage
10 .6 Controle van de waterdruk
10 .7 Ketel weer in gebruik nemen
50
3 ... 4 mm
114492LTAL21H030
Verwijder de sifon uit de ketel en reinig deze.Vul de sifon met
schoon water en monteer de sifon.
Controleer de afstelling van de ontstekingselektrode (tussen 3 en
4 mm) en vernieuw de elektrode zonodig (inclusief pakking). Con-
troleer ook op haarscheurtjes in het porselein van de elektrode,
hierdoor kan vonkoverslag plaatsvinden.
Controleer waterzijdig, rookgaszijdig en gaszijdig op lekkage.
De waterdruk moet minimaal 0,8 bar bedragen. De waterdruk is
mede afhankelijk van de hoogte van de cv-installatie boven de
ketel (statische druk, 1 bar = 10 meter hoogte). Geadviseerd wordt
de installatie te vullen tot ca. 0,8 bar boven deze statische druk.
1. Open de gaskraan in de gasleiding naar de ketel.
2. Schakel de elektrische voeding van de ketel in.
3. Stel de ketelregeling in op warmtevraag.
4. Voer opnieuw een rookgasanalyse uit (zie par.9.2) en regel de
ketel in, indien nodig.
GAS 210 ECO PRO
04112014 - 114495-05