9. Inbedrijfstelling
CO
2
2
afb. 25
Laaglast afstellen 210-160 en 210-200
CO2
afb. 26
CO
afstellen 210-80 en 210-120
2
Controle- en instelwaarden O
Toerental ventilator
(omw/min)
Keteltype
Laaglast l[3
210-80
1200
210-120
1300
210-160
1000
210-200
1200
tabel 15 Controle- en instelwaarden O
42
1
3
= laaglast
T001791-B
1
CO2
2
114492LTAL21H020a
/ CO
voor L-gas (G25) bij laaglast
2
2
CO
Controle-marge
2
%
9,3
9,3
9,3
9,3
/ CO
2
2
15.c Stel laaglast in: druk de [-]-toets in en als l:3 in het display
verschijnt is laaglast is ingesteld.
15.d Controleer, na het bereiken van het minimale vermogen, het
CO
-percentage en vergelijk deze met de waarde in tabel 15
2
of tabel 16. Wijkt het CO
stel dan het CO
schroef van de drukregelaar op het gasblok (voor de 210-80
en 210-120 vindt de instelling alleen plaats op laaglast).
De ketel wordt met een aantal basisinstellingen geleverd:
branderregeling - modulerend op aanvoertemperatuur (maximale
aanvoertemperatuur - 80°C) Indien andere regelwaarden worden
gewenst: zie par. 9.1.7.
15.e Verwijder de meetapparatuur en dicht het meetpunt af.
16.
Controleer gaslekcontrole (VPS, indien gemonteerd
= accessoire):
De drukschakelaar van de gaslekcontrole vervolgens instellen op
een schakeldruk welke overeenkomt met 50% van de voordruk.
Let daarbij op dat de gemeten voordruk geen zogenaamde
(hogere) sluitdruk betreft.
17.
Druk op de 'reset' toets om de ketel weer op
'gebruikersniveau' terug brengen.
18.
Warm de installatie op tot ongeveer 80°C en schakel
de ketel uit.
Instel-marge
%
%
± 0,5
± 0,3
± 0,5
± 0,3
± 0,5
± 0,3
± 0,5
± 0,3
voor G25 (frontmantel weggenomen)
% gehalte af van deze waarden,
2
-percentage bij met behulp van de instel
2
O
Controle-marge
2
%
%
4,0
± 0,9
4,0
± 0,9
4,0
± 0,9
4,0
± 0,9
GAS 210 ECO PRO
Instel-marge
%
± 0,5
± 0,5
± 0,5
± 0,5
04112014 - 114495-05