8. Regeling en elektrische aansluitingen
8 .4
Aansluitmogelijkheden van de optionele 0 - 10 V besturingsprint (IF-01)
1
%
2
X5
IF-01
X1
X4
afb. 13
Optionele 0 - 10 V besturingsprint (IF-01)
1
%
2
afb. 14
Jumper 2 verzetten
26
8 .4 .1
Als de ketel vergrendelt, dan valt een relais af en kan de alar-
mering via een potentiaalvrij contact (maximaal 230 V, 1A) op de
klemmen Nc en C van de klemmenstrook X4 doorgemeld worden.
8 .4 .2
De interface communiceert met de ketelsturing door middel van
OpenTherm. Hiervoor dient de OTm aansluiting op de klemmen-
strook X5 te worden verbonden met de OpenTherm ingang OT
van de ketelsturing.
114492LTAL21H006a
8 .4 .3
Bij deze regeling kan worden gekozen voor het regelen op tem-
peratuur of op vermogen. Hieronder worden beide regelingen kort
toegelicht. Om het toestel analoog aan te sturen, dient het 0 -10V
signaal op de interface te worden aangesloten.
Analoog regelen op temperatuur ()
Het 0-10 Volt signaal regelt de ketelaanvoertemperatuur tussen
0°C en 100°C. Deze regeling is modulerend op aanvoertempera-
tuur, waarbij het vermogen varieert tussen de minimale en maxi-
2
2
male waarde op basis van het door de regelaar berekende setpunt
aanvoertemperatuur.
Door middel van een jumper (2) op de interface wordt gekozen
tussen temperatuur () of vermogenssturing (%)
Jumper
114492LTAL21H023a
tabel 06 Analoog ingangssignaal voor temperatuur
Aansluiting Status
Aansluiting OTm
Analoge ingang (0 - 10 Volt)
Ingangssignaal
2
[V]
0 - 1,5
1,5 - 1,8
1,8 - 10
Temperatuur
Omschrijving
[°C]
0 - 15
Ketel uit
15 - 18
Hysterese
18 -100
Gewenste temperatuur
04112014 - 114495-05
GAS 210 ECO PRO