3
Selecteer [ON].
4
Druk op [Toevoegen].
Als het scherm [Beveiligingsbeleid] wordt
weergegeven, raakt u [ON] aan.
• Voor LAN0 en LAN1 kunt u tot 10
beveiligingsbeleidslijnen registreren. U kunt
de prioriteit ook schakelen met [ ] en [ ].
• Om de instelling van een geregistreerd
beveiligingsbeleid te wijzigen of te
verwijderen, selecteert u het geregistreerde
beveiligingsbeleid en raakt u [Bewerken] of
[Verwijderen] aan.
• Druk op [OK] als u geen beveiligingsbeleid
toevoegt of verwijdert of de instelling ervan
wijzigt.
5
Configureer de instellingen in het
scherm [Basis].
Schakelt tussen pagina's met instelschermen
46
• De instelonderdelen zijn afhankelijk van uw
netwerkomgeving. Blader met [
en configureer elke instelling.
• Raak [Registratienaam] aan om het scherm
[Registratienaam] weer te geven. Nadat u de
naam van het beveiligingsbeleid heeft
ingevoerd, raakt u [OK] aan.
• Raak [Vooraf-gedeelde sleutel] aan om het
scherm [Vooraf-gedeelde sleutel] weer te
geven. Raak [Verder] aan nadat u de vooraf-
gedeelde sleutel heeft ingevoerd. Het
scherm [Vooraf-gedeelde sltl (bevest.)]
verschijnt. Nadat u de vooraf-gedeelde
sleutel opnieuw heeft ingevoerd, raakt u
[OK] aan.
• De naam van het beveiligingsbeleid en de
vooraf-gedeelde sleutel mogen niet langer
zijn dan 32 alfanumerieke tekens.
• Als u de naam van een geregistreerd
beveiligingsbeleid invoert, verschijnt het
scherm [Bevestigen]. Volg de instructies in
de melding wanneer u de naam van het
beveiligingsbeleid opnieuw invoert.
• Om het toepassingsgebied van
beveiligingsbeleidslijnen te beperken,
selecteert u het selectievakje [Limiet] in
[Bereik van beveiligingsbeleid], raak [
aan en voer de adressen in bij [Toepassen].
6
Raak [
] aan om het scherm [IKE]
weer te geven en configureer de
instellingen.
Schakelt tussen pagina's met instelschermen
• Als u [
] aanraakt, kunt u [DH-groep]
instellen.
ComColor FW serie Beheerdershandleiding
] en [
]
]