Netwerkinstelling (IPv6)
Deze instellingen zijn vereist om het apparaat te
verbinden met een Internet protocol Ver.6-
netwerkomgeving.
[Printernaam]
Voer de printernaam in met maximaal 16 tekens.
(Fabrieksinstelling: RISO PRINTER)
[LAN0], [LAN1]
Configureer de netwerkinformatie voor de twee
netwerken die zijn verbonden met de LAN0- en de LAN1-
aansluiting achteraan het apparaat.
[Adresinstelmethode]
Selecteer uit [Handmat.], [Stateless adres] en [Stateful
adres].
Als u [Handmat.] selecteert, voert u waarden in bij [IP-
adres], [Lngt voorvoeg.] en [Gatewayadres].
(Fabrieksinstelling: Handmat.)
[IP-adres], [Lngt voorvoeg.], [Gatewayadres]
Stel deze onderdelen in als u [Handmat.] heeft
geselecteerd voor [Adresinstelmethode].
• Als u IP-adressen handmatig toewijst, gebruik
dan een verschillend IP-adres voor LAN0 en
LAN1.
• Deze functie kan ook worden geconfigureerd op
de RISO Console. (Zie p. 12)
• De volgende onderdelen worden alleen
weergegeven wanneer u ze configureert op de
RISO Console.
[Domeinnaam], [MAC-adres], [Opmerking],
[RISO Console-verbinding], [Link Speed/ Duplex
Mode]
42
Netwerkinstelling
(Details)
Configureer de details van de netwerkomgeving. De
instelling is afhankelijk van uw netwerkomgeving.
[LAN0], [LAN1]
Configureer de netwerkinformatie voor de twee
netwerken die zijn verbonden met de LAN0- en de LAN1-
aansluiting achteraan het apparaat.
[Proxy]
Stel deze optie in om de proxy-server te gebruiken.
[DNS (IPv4)], [DNS (IPv6)]
Converteer de domeinnaam naar een IP-adres met
behulp van de DNS-server.
Stel deze optie in overeenkomstig de versie van uw
internetprotocol.
[WINS]
Converteer de pc-naam naar een IP-adres met behulp
van de WINS-server.
[Anders]
Selecteer de methode om verbinding te maken met de
RISO Console.
1
Selecteer [Systeem] -
[Netwerkinstelling (Details)] in het
scherm [Beheermenu].
2
Selecteer [LAN0] of [LAN1].
ComColor FW serie Beheerdershandleiding