3
Selecteer [Proxy] en vervolgens het
selectievakje [Gebruiken].
• Als u [Gebruiken] selecteert, kunt u waarden
invoeren in de tekstvakken [Adres], [Poort],
[Gebruikersnaam] en [Wachtwoord].
Wanneer u een ander tekstvak dan [Poort]
aanraakt, verschijnt een scherm waar u
gegevens kunt invoeren. Nadat u een
waarde heeft ingevoerd, raakt u [OK] aan.
Voer een waarde in bij [Poort] met behulp
van de numerieke toetsen.
4
Selecteer [DNS (IPv4)] of [DNS
(IPv6)] en configureer de
instellingen.
Instelonderdelen beheerdermenu
• Als u [Gebruiken] selecteert, kunt u [DHCP-
server] of [Adresinstelmethode] instellen.
• Wanneer u [OFF] selecteert voor [DHCP-
server], of [Handmat.] voor
[Adresinstelmethode], kunt u waarden
invoeren bij [Primair] en [Secundair].
• Voor IPv4 gebruikt u de numerieke toetsen
om de adressen in te voeren. Voor IPv6
raakt u [Primair] of [Secundair] aan om het
invoerscherm voor het adres weer te geven.
Nadat u het adres heeft ingevoerd, raakt u
[OK] aan.
5
Selecteer [WINS] en configureer de
instellingen.
• Als u het selectievakje [Gebruiken]
selecteert, kunt u waarden invoeren bij
[Primair] en [Secundair].
ComColor FW serie Beheerdershandleiding
43