1
Selecteer [Printer] - [Niet-RISO
inktinstelling] in het scherm
[Beheermenu].
2
Selecteer [ON] om het gebruik van
de inkt toe te laten en raak [OK] aan.
• Voor ComColor FW2230 worden [K (zwart)]
en [R (Rood)] weergegeven. Voor ComColor
black FW1230/FW1230R wordt alleen
[K (zwart)] weergegeven.
3
Lees de bevestigingsmelding en
raak [Ja] aan.
Instelonderdelen beheerdermenu
Netwerkinstelling (IPv4)
Deze instellingen zijn vereist om het apparaat te
verbinden met een Internet protocol Ver.4-
netwerkomgeving.
[Printernaam]
Voer de printernaam in met maximaal 16 tekens.
(Fabrieksinstelling: RISO PRINTER)
[LAN0], [LAN1]
Configureer de netwerkinformatie voor de twee
netwerken die zijn verbonden met de LAN0- en de LAN1-
aansluiting achteraan het apparaat.
[DHCP-server]
Als u dit apparaat gebruikt in een netwerkomgeving die
gebruik maakt van een DHCP-server, selecteert u [ON].
De DHCP-server wijst automatisch een IP-adres toe aan
elke client-computer in het netwerk.
Als geen DHCP-server wordt gebruikt, selecteert u
[OFF]. Voer het IP-adres, het subnetmasker en het
gateway-adres in.
(Fabrieksinstelling: OFF)
[IP-adres], [Subnetmasker], [Gatewayadres]
Stel deze onderdelen in als u [OFF] heeft geselecteerd
voor [DHCP-server].
• Als u IP-adressen handmatig toewijst, gebruik
dan een verschillend IP-adres voor LAN0 en
LAN1.
• Deze functie kan ook worden geconfigureerd op
de RISO Console. (Zie p. 12)
• De volgende onderdelen worden alleen
weergegeven wanneer u ze configureert op de
RISO Console.
[Domeinnaam], [MAC-adres], [Opmerking],
[RISO Console-verbinding], [Link Speed/ Duplex
Mode]
ComColor FW serie Beheerdershandleiding
41