3.2.2 TOEPASSING MET BEVESTIGING BEUGEL AAN ZIJMUUR
LET OP: De achterbeugel mag absoluut niet worden doorgezaagd
Bepaal de montagepositie van de aandrijving aan de hand van figuren 4
B
Z
50
75
100
INSTALLATIEWAARDE " B
"
1
(ZIE FIGUUR 4
-5
)
1
1
TAB.2
D
1
XXX
XXX
XXX
-
DOOR DE WAARDEN " D
1
" en " B
-
LET OP: OM EEN GOEDE WERKING VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM TE GARANDEREN, MOETEN DE MECHANISCHE EINDAANSLAGSTOPS
WORDEN GEBRUIKT OM TE VOORKOMEN DAT DE MAXIMALE OPENINGSGRAAD UIT TABEL 2 WORDT OVERSCHREDEN.
TAB. 2
125-134 135-144 145-154 155-164 165-174 175-184 185-194 195-204 205-214 215-224 225-234 235-244 245-254 255-264 265-274
120-124
125-134
135-144
145-154
155-164
D
1
165-174
93° (1)
175-184
90° (1)
185-194 90° (1)
90° (1)
195-204 90° (1)
90° (1)
205-214 90° (1)
90° (1)
215-224 90° (1)
89° (2)
1
D
1
Maten in millimeters
Fig.4
Waarden in millimeters
B
1
XXX
XXXX
115° (1)
115° (1)
110° (2)
110° (2)
100° (3)
100° (3)
INSTALLATIEWAARDE " D
(ZIE FIGUUR 4
-5
)
1
1
1
" MET ELKAAR TE COMBINEREN WORDT DE MAXIMALE OPENINGSGRAAD VERKREGEN.
110° (1) 110° (1) 115° (1) 108° (1) 100° (1) 100° (1) 108° (2) 100° (2) 100° (2) 100° (3) 100° (3)
108° (1) 110° (1) 110° (1) 103° (1) 100° (1)
100° (1) 107° (1) 108° (1) 104° (1) 100° (1)
100° (1) 105° (1) 106° (1) 100° (1)
97° (1)
100° (1) 105° (1)
99° (1)
97° (1)
100° (1) 100° (1)
96° (1)
95° (1)
100° (1)
96° (1)
95° (2)
95° (1)
97° (1)
90° (2)
95° (2)
95° (1)
90° (2)
90° (2)
95° (2)
90° (2)
90° (2)
90° (2)
90° (3)
90° (2)
90° (2)
90° (2)
90° (3)
en 5
en tabel 2.
1
1
B
1
D
1
Z
1
a° (1)
a° (2)
a° (3)
"
1
B
1
94° (1)
96° (1)
92° (1)
96° (1)
90° (1)
100° (2)
94° (1)
92° (1)
99° (2)
94° (2)
100° (2) 100° (2)
96° (2)
100° (3)
100° (2)
96° (2)
100° (3)
96° (3)
97° (2)
95° (3)
97° (3)
90° (3)
95° (3)
90° (3)
90° (3)
TE GEBRUIKEN GAT OP DE ACHTERBEUGEL
5
85
a
(1)
TE GEBRUIKEN
(2)
GAT OP DE
ACHTERBEUGEL
(3)
103° (2) 100° (2)
94° (2)
100° (3)
100° (2)
96° (2)
92° (2)
96° (3)
96° (2)
90° (2)
96° (3)
90° (3)
92° (2)
94° (3)
92° (3)
96° (3)
Fig.5
1
94° (3)
92° (3)