VLEUGEL 1*
DL 1
CONTROLEER BIJ VLEUGEL 1, DOOR DE
DL 2
BESCHERMKAP HEEN, OF DE LEDDEN
DL 3
DL1 EN DL2 BRANDEN ALS DE MOTOR
STILSTAAT
VLEUGEL 1
TWEE LEDDEN
BRANDEN
VLEUGEL 2
CONTROLEER BIJ VLEUGEL 2, DOOR DE
DL 1
BESCHERMKAP HEEN, OF DE LED DL1
DL 2
DL 3
BRANDT ALS DE MOTOR STILSTAAT
VLEUGEL 2
EEN LED BRANDT
*
DE VLEUGEL 1 GAAT ALS EERSTE OPEN EN ALS
TWEEDE DICHT. ALS ER GEEN OVERLAPPING IS
TUSSEN VLEUGEL 1 EN 2, DAN IS HET MOGELIJK
OP DE ELEKTRONISCHE KAART, ZOVER AANWEZIG,
DE VERTRAGING VAN DE VLEUGEL OP NUL IN TE
STELLEN.
DOOR DE DRADEN VAN DE ENCODER OM
TE DRA AIEN, WORDT DE ENCODER DIE OP
VLEUGEL 1 EN DE ENCODER DIE OP VLEUGEL 2 IS
AANGESLOTEN OMGEWISSELD EN VICE VERSA (zie
voorbeeld in fig. 22)
VLEUGEL 2
CONTROLEER BIJ VLEUGEL 2, DOOR DE
BESCHERMKAP HEEN, OF DE LED DL1
BRANDT ALS DE MOTOR STILSTAAT
VLEUGEL 2
EEN LED BRANDT
VLEUGEL 1*
CONTROLEER BIJ VLEUGEL 1, DOOR DE
BESCHERMKAP HEEN, OF DE LEDDEN
DL1 EN DL2 BRANDEN ALS DE MOTOR
STILSTAAT
VLEUGEL 1
TWEE LEDDEN
BRANDEN
OMKERING DRADEN
ENCODER
ENCODER
VLEUGEL 1
10
Fig. 19
DL 1
DL 2
DL 3
Fig. 20
DL 1
DL 2
DL 3
Fig. 21
ENCODER
VLEUGEL 2
Fig. 22