Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
Luchtuitlaatventilatie
Waarschuwing
BRAND– EN EXPLOSIEGEVAAR
Lees vooral het gedeelte BRAND– EN
EXPLOSIEGEVAAR en GEVAREN VAN
GIFTIGE VLOEISTOFFEN op pagina 3,
voordat u de pomp gaat gebruiken.
Zorg ervoor dat het systeem voldoende
ventilatie krijgt, passend bij de soort
opstelling. De afvoerlucht moet naar een
veilige plaats kunnen uitstromen, ver van
mensen, dieren, plaatsen waar voedsel is
opgeslagen of wordt bereid, en van alle
ontstekingsbronnen wanneer brandbare of
gevaarlijke vloeistof wordt gepompt.
Als het membraan scheurt, dan wordt de
vloeistof met de lucht mee naar buiten gepompt. Plaats een
opvangbak aan het uiteinde van de luchtuitlaatleiding om de
vloeistof op te vangen, mocht het membraan scheuren. Zie
Fig. 6.
De luchtafvoeraansluiting heeft de maat 3/8 npt(f). Belemmer
de luchtuitlaatpoort niet. Door overmatige belemmering van
de uitlaat kan de pomp van slag raken.
UITLAATLUCHT ONTLUCHTEN (ondergedompelde opstelling zoals getoond)
In een ondergedompelde opstelling (zoals in de afbeelding) moeten alle delen van de
pomp, zowel die nat worden als die niet nat worden, chemisch bestand zijn tegen de
gepompte vloeistof.
Fig. 6
Om de lucht naar een verwijderde plaats te leiden:
1.
Haal de geluiddemper (11) van de luchtuitlaat van de
pomp.
Waarschuwing
GEVAAR VAN APPARATUUR ONDER
DRUK
Om het risico te verminderen van ernstig
oogletsel door ijsdeeltjes, mag de pomp
nooit gebruikt worden met open
luchtuitlaat. IJs kan ontstaan tijdens het
pompen, de ijsdeeltjes schieten dan uit de uitlaat samen
met de uitlaatlucht. Wanneer de demper (11) wordt
verwijderd, moet er altijd een uitlaatslang op de uitlaatpoort
worden aangesloten.
2.
Sluit een elektrisch geleidende luchtslang aan (X) en
verbind de geluiddemper met het andere einde van de
slang. De minimale grootte van de luchtuitlaatslang is
een binnendiameter van 10 mm. Als er een slang nodig
is die langer is dan 4,57 m, gebruik dan een slang met
een grotere diameter. Vermijd scherpe bochten of het
knikken van de slang.
3.
Plaats een opvangvat (Z) aan het eind van de
luchtafvoerleiding, om de vloeistof in op te vangen in
geval dat een membraan scheurt. Als de vloeistof
brandbaar is, aard dan het opvangvat. Zie Fig. 6.
11
X
Z
01445A
819.0374
9
Advertenties
Inhoudsopgave
