Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Benodigd Onderhoud; Terugslagkleppen - VERDER VERDERAIR VA 10 Instructies

Luchtgedreven membraanpompen
Inhoudsopgave

Advertenties

Onderhoud

Benodigd onderhoud

D Momentsleutel
D Inbussleutel van 13 mm
D O–ring–haakgereedschap

Terugslagkleppen

OPMERKING: Er is een vloeistofgedeeltereparatieset
beschikbaar. Zie pagina 21 voor de juiste set.
Onderdelen die daarin voorkomen, zijn
gemarkeerd met een sterretje, bijvoorbeeld
(301*). Gebruik alle onderdelen uit de set voor
de beste resultaten. Vervang de O–ringen
(108) altijd met nieuwe telkens als de oude
verwijderd werden.
Waarschuwing
Om het risico van ernstig letsel te verminderen, moet u
telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten de
Drukontlastingsprocedure op pagina 10 volgen.
1.
Ontlast de druk. Maak alle slangen los. Haal de pomp
los van de bevestiging.
2.
Haal met een inbussleutel van 1/2 inch de moeren (106)
los waarmee het bovenste spruitstuk (102) vast zit aan
de deksels (101). Til het spruitstuk van de pomp. Zie
Fig. 13.
3.
Verwijder de buitenste O–ring (108), kogelgeleider (202),
kogel (301), zitting (201) en binnenste O–ring (108) van
elk van de deksels.
4.
Draai de pomp om. Trek de trekstangen (104) uit de
pomp, waarbij de vier moeren (106) op de stangen
blijven zitten. Verwijder de poten (107) en het onderste
spruitstuk (102).
5.
Verwijder de buitenste O–ring (108), zitting (201), kogel
(301), kogelgeleider (202) en binnenste O–ring (108) van
elk van de deksels (101).
6.
Reinig alle onderdelen en controleer ze op slijtage of
beschadiging. Vervang zo nodig onderdelen.
7.
Zet de inlaatkleppen weer in elkaar aan de onderkant
van de pomp en let op alle aanwijzingen in Fig. 13. Let
op dat de terugslagkleppen worden gemonteerd precies
zoals afgebeeld.
8.
Zet het onderste spruitstuk (102) en de poten (107) op
hun plaats aan de onderkant van de pomp.
9.
Steek het lange draadeind van elk van de stangen (104)
door de poten en het onderste spruitstuk. Duw de
stangen omhoog door de deksels (101) tot de moer
(106) aan het einde van de stang tegen de onderkant
van de poten komt. Let op dat de stangen helemaal
doorgeduwd zijn. Zet de pomp weer rechtop (de stangen
hebben een lichte perspassing en houden de delen van
de pomp precies op hun plaats).
10. Zet de terugslagkleppen van de uitlaat boven in de pomp
weer in elkaar met inachtneming van alle opmerkingen in
Fig. 13. Let op dat de terugslagkleppen worden
gemonteerd precies zoals afgebeeld. Haal uw vinger over
de O–ringen (108) om te controleren dat ze goed op hun
plaats zitten, om te voorkomen dat de pomp gaat lekken.
11. Plaats het bovenste spruitstuk (102) en de vier moeren
(106). Draai aan tot 5,6–6,8 NSm. Span niet te strak
aan. Zie Aandraaivolgorde, pagina 25.
Breng schroefdraadsmeermiddel
1
aan.
2
Platte kant naar kogel.
3
Afgeschuinde kant omhoog.
Draai aan tot 5,6–6,8 NSm. Zie
4
Aandraaivolgorde, pagina 25.
5
Span niet te strak aan.
6
Lange schroefdraad boven.
Fig. 13
106
4
5
104
1
6
102
108*
202*
3
301*
201*
2
108*
101
108*
202*
3
301*
201*
2
108*
102
107
106
4
5
02457B
819.0374
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave