11
Klik op Assignments en vervolgens op Add.
12
Indien nodig, verandert u de context. Selecteer nu de
afdrukwachtrij die u hebt gemaakt. Klik op OK en vervolgens
nogmaals op OK en sluit NWADMIN af.
13
Start BRAdmin en selecteer de afdrukserver die u wilt
configureren (standaard beginnen knooppuntnamen met
BRN_xxxxxx_P1).
U kunt de NetWare-servernaam en het MAC-adres vinden
door de configuratiepagina van de printer af te drukken.
Raadpleeg de installatiehandleiding voor informatie over het
op uw afdrukserver afdrukken van de configuratiepagina.
14
Dubbelklik op de gewenste afdrukserver. U wordt gevraagd een
wachtwoord in te voeren. Het standaardwachtwoord is access.
15
Vervolgens selecteert u het tabblad NetWare.
16
Selecteer onder Operating Mode als werkwijze de modus
Remote Printer, selecteer onder Print Server Name de naam
van uw PSERVER NLM als de naam voor de afdrukserver en
selecteer onder Printer Number het nummer dat u in stap 6 hebt
genoteerd als het printernummer.
Het is niet mogelijk om dezelfde, door de NetWare-
afdrukserver toegewezen service te gebruiken voor zowel de
modus Wachtrijserver als de modus Externe printer. Als u
externe printer-capaciteiten wilt gebruiken op services
anders dan de standaard NetWare-service, dan moet u de
nieuwe services definiëren die voor NetWare en voor de
gewenste poort geactiveerd zijn. Raadpleeg Appendix in
deze handleiding voor nadere informatie hierover.
17
Klik op OK. Sluit BRAdmin nu af.
U moet nu de PSERVER NLM van uw NetWare-bestandsserver
unloaden en vervolgens opnieuw laden, pas dan zijn de door u
aangebrachte veranderingen van kracht.
6 - 12 AFDRUKKEN VIA NOVELL NETWARE