In dit voorbeeld is lp1 de naam van de printer; u kunt echter de
naam van uw keuze gebruiken. Evenzo is BRN1 een naam die u door
de naam van uw keuze kunt vervangen. De parameter op is de naam
van de poort (P1). Gebruik i.p.v. de parameter ts de naam van het
knooppunt van uw afdrukserver (standaardnaam is BRN_xxxxxx,
waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het MAC-adres
(Ethernetadres)). Gebruik i.p.v. tty05 in de parameter lp de door u
gebruikte tty-poort. De parameters fc en fs moeten precies zoals in
bovenstaand voorbeeld worden ingevoerd, anders wordt er niet naar
behoren afgedrukt.
6
Definieer nu een door de host geïnitieerde verbinding.
Bijvoorbeeld:
lcp -h tty05:BRN_310107:P1
7
Maak de spool directory. Zie onderstaand voorbeeld:
cd /usr/spool
mkdir lp1
chown daemon lp1
Gebruik i.p.v. lp1 de naam van uw printer.
8
Controleer de verbinding door een bestand af te drukken.
Onderstaande opdracht drukt bijvoorbeeld het bestand
printcap af:
lpr -Plp1 /etc/printcap
Gebruik i.p.v. lp1 de naam van uw printer. U krijgt wellicht de
foutmelding De socket is al verbonden. In dat geval probeert
u gewoon nogmaals af te drukken. De melding zal dan
verdwijnen en de taak wordt afgedrukt. Gebeurt dit niet,
controleer dan de configuratie.
Als u problemen hebt met afdrukken, voert u de opdracht
lpstat -t in, waarmee de status van de afdruktaak wordt
opgevraagd. Als de taak in de wachtrij is vastgelopen, hebt u
een probleem met uw configuratie: Raadpleeg de sectie
Problemen oplossen in deze gebruikershandleiding voor
verdere assistentie.
9 - 10 LAT-NETWERK CONFIGUREREN