Deze configuratiemethoden worden hierna besproken.
Het IP-adres dat u toewijst aan de afdrukserver moet zich op
hetzelfde logische netwerk bevinden als uw hostcomputers.
Is dit niet het geval, dan moeten het subnetmasker en de
router (gateway) geconfigureerd worden.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
voor het toewijzen van een IP-adres (uitsluitend
voor printers met LCD-scherm)
Raadpleeg de installatiehandleiding voor gedetailleerde informatie
over het configureren van het IP-adres via het bedieningspaneel van
de printer. Via het bedieningspaneel van de printer kunt u het IP-
adres programmeren terwijl u ook andere printerparameters
configureert.
Het IP-adres wijzigen met BRAdmin
Start het hulpprogramma BRAdmin (onder Windows
NT4.0, Windows
BRAdmin kan het IPX/SPX- of het TCP/IP-protocol gebruiken voor
communicatie met de Brother-afdrukserver. Het standaard IP-adres
van Brother-afdrukservers is 192.0.0.192, wat betekent dat de
afdrukserver waarschijnlijk niet compatibel zal zijn met de
nummering van IP-adressen die op uw netwerk wordt gebruikt. Als u
DHCP, BOOTP of RARP niet gebruikt, wilt u het IP-adres wellicht
wijzigen. Vanuit BRAdmin kunt u dit op twee manieren doen.
n
Via het IPX/SPX-protocol
n
Via het TCP/IP-protocol en laat BRAdmin de Brother-afdrukserver
vinden als een niet-geconfigureerd apparaat.
12 - 2 TCP/IP CONFIGUREREN
®
2000/XP).
®
95/98/Me,