f
Klik op Verbinden (de Huidige printerverbindingen tonen
de door u geselecteerde poort en het netwerkpad).
g
Klik op Sluiten, OK, Sluiten, en Afsluiten om Afdrukbeheer
af te sluiten.
PATHWORKS voor Windows
Als u de afdrukserver wilt configureren voor PATHWORKS voor
®
Windows
, gaat u als volgt te werk:
1
Klik op Start, selecteer Instellingen en vervolgens Printers.
2
Klik op Printer toevoegen. De Wizard Printer toevoegen
wordt opgestart.
3
Klik op Volgende.
4
Selecteer Netwerkprinter.
5
Voer het netwerkpad in. (\\knooppunt\service, waar
knooppunt de naam is van het DECnet-knooppunt en
service de naam van de eerder gekozen service; bijvoorbeeld
\\VAX\LASER).
6
Typ een naam voor de printer en klik op Volgende.
7
Klik op Voltooien om de configuratie af te maken en maak een
testafdruk.
PATHWORKS voor Macintosh configureren
Als u PATHWORKS voor Macintosh gebruikt, hebt u een
bidirectioneel kanaal nodig (m.a.w. u hoeft de opdracht SET
SERVICE servicenaam RECEIVE ENABLED NIET in te voeren
vanaf de remote console). Maak nu m.b.v. LATCP een LAT-poort
(zie onderstaand voorbeeld, maar gebruik de naam van uw
knooppunt en het nummer van uw LAT-poort):
CREATE PORT LTA53:/APPLICATION
SET PORT LTA53:/NODE=BRN_009C53/PORT=P1
®
95/98/NT4.0
LAT-NETWERK CONFIGUREREN 9 - 7