Pagina 1
Bewaar de cd-rom op een veilige plaats, zodat u deze desgewenst snel kunt raadplegen. Op het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com) vindt u alle benodigde informatie over deze printer. Download de meest recente drivers en hulpprogramma’s voor uw printers, lees de veelgestelde vragen en de tips voor het oplossen van problemen, of raadpleeg 'Solutions' en 'Customer Education' voor speciale informatie over het afdrukken met deze printer.
Pagina 2
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet...
Pagina 3
Dollard-des-Ormeaux, PQ, Canada H9B 3H6 Brother fax-back system (USA) Brother Customer Service has set up an easy-to-use fax-back system so you can get instant answers to common technical questions and information about all our products. This is available 24 hours a day, seven days a week. You can use the system to send the information to any fax machine.
Pagina 4
- Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. Important Changes or modifications not expressly approved by Brother Industries, Ltd. could void the user’s authority to operate the equipment. Industry Canada Compliance Statement (alleen voor Canada) This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Pagina 5
Conformiteitsverklaring (voor Europa) Wij, Brother Industries, Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan Verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normgevende documenten: Veiligheid: EN 60950, EMC: EN 55022 Klasse B, EN 55024 volgens de bepalingen van het directief inzake laagspanning 73/23/EEC en het directief inzake elektromagnetische compatibiliteit 89/336/EEC (zoals geamendeerd door 91/263/EEC en 92/31/EEC).
Pagina 6
SCHADEVERGOEDING OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT DE LEVERING VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN; VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINSTEN; OF BEDRIJFSSCHADE) ONGEACHT DE WIJZE WAAROP DEZE WERD VEROORZAAKT EN ONGEACHT OP BASIS VAN WELKE THEORIE VAN AANSPRAKELIJKHEID, HETZIJ IN CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF ONRECHTMATIGE DAAD (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF ANDERSZINS) OP ENIGE WIJZE VOORTVLOEIEND UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS...
Pagina 7
Inhoudsopgave BELANGRIJKE INFORMATIE: REGULERINGEN ..1-iii Federal Communications Commission (FCC) Declaration of Conformity (alleen voor de VS) .. 1-iii Industry Canada Compliance Statement (alleen voor Canada)............. 1-iii Conformiteitsverklaring (voor Europa)....1-iv Inhoudsopgave ..............1-vi Afdrukken op Unix-systemen ..........1-1 Afdrukken op Unix/Linux-systemen via TCP/IP ....1-1 Overzicht..............
Pagina 8
De werkgroep-/domeinnaam wijzigen met TELNET of BRCONFIG of een webbrowser ......4-3 NetBIOS Port Monitor voor Windows 95/98/Me, NT4.0/ ® 2000/XP..............4-4 De Brother NetBIOS Port Monitor installeren ..... 4-4 Aan de printer koppelen ..........4-6 Windows 95/98/Me ..........4-6 ® Windows NT ®...
Pagina 9
Afdrukken via Internet configureren voor Windows ® ....5-1 Afdrukken via Internet installeren ........5-1 Overzicht..............5-1 Algemene informatie over Brother Internet Print ..5-2 Brother Internet Print De Brother-afdrukserver configureren ....5-3 Controlelijst bij het configureren van de afdrukserver .
Pagina 10
De Brother-afdrukserver configureren (De modus Externe printer in NDS-modus) met gebruik van Novell NWADMIN en BRAdmin ..6-11 De Brother-afdrukserver configureren (De modus Wachtrijserver in Bindery-modus) met gebruik van PCONSOLE en BRCONFIG ..... 6-13 De Brother-afdrukserver configureren (De modus Wachtrijserver in NDS-modus) met gebruik van PCONSOLE and BRCONFIG......
Pagina 11
BANYAN VINES Netwerk configureren10-1 Afdrukken vanaf Banyan Vines-systemen ...... 10-1 Overzicht..............10-1 Benodigdheden om met een Brother-afdrukserver op een VINES-netwerk af te drukken ....... 10-1 Gebruikersconsole van bestandsserver ....10-2 De wachtrij van de bestandsserver configureren..10-3 Afdrukserver configureren met BRAdmin ....10-6 De afdrukserver configureren met de afdrukserverconsole ..........
Pagina 12
adres ..............12-9 Het IP-adres configureren met DEC NCP of BRCONFIG 12-10 De instellingen van het IP-adres wijzigen met de TELNET-console ..........12-12 Andere bronnen van informatie ......12-14 Problemen oplossen ............13-1 Overzicht ..............13-1 Problemen met de installatie ........13-1 Onregelmatige werking..........
Pagina 13
Algemeen ..............A-3 De firmware van de afdrukserver opnieuw laden .... A-4 Algemeen ..............A-4 Firmware opnieuw laden met BRAdmin ....A-5 Opnieuw laden............A-6 Opnieuw laden via het FTP-protocol bij een opdrachtprompt ............. A-7 Opnieuw laden via het FTP-protocol met een webbrowser ............
Pagina 14
Net als met alle andere protocollen, kan TCP/IP- communicatie worden uitgevoerd terwijl ook andere protocollen geactiveerd zijn, wat betekent dat UNIX-, NetWare-, Apple- en ander computers op een Ethernetnetwerk één en dezelfde Brother- afdrukserver kunnen gebruiken. Het Linux-besturingssysteem gebruikt dezelfde installatieprocedure als standaard Berkeley UNIX-systemen.
Pagina 15
BINARY_P1 en TEXT_P1 TCP/IP Brother-afdrukservers worden door het netwerk beschouwd als een UNIX-hostcomputer met een uniek IP-adres, die het daemon- protocol lpd voor regelprinters uitvoert. Het resultaat is, dat elke hostcomputer die de externe LPR-opdracht van Berkeley ondersteunt, taken naar Brother-afdrukservers kan spoolen zonder dat daarvoor op de hostcomputer speciale software nodig is.
Pagina 16
/etc/hosts. De knooppuntnaam in dit bestand hoeft niet hetzelfde te zijn als de naam die geconfigureerd is in de Brother-afdrukserver (de naam die staat op de pagina met de printerconfiguratie), maar het is verstandig om dezelfde namen te gebruiken.
Pagina 17
Kies de service die u wilt gebruiken. Er zijn verschillende soorten service beschikbaar op Brother-afdrukservers. Binaire services geven de gegevens ongewijzigd door en zijn dus nodig voor PCL- of PostScript-rasterbeelden. Tekstservices voegen ten behoeve van een juiste indeling van UNIX-tekstbestanden aan het einde van elke regel een regelterugloop toe (deze bestanden bevatten immers geen regelteruglopen).
Pagina 18
":" is. Zo maakt u op de hostcomputer een wachtrij met de naam laser1, die communiceert met een Brother-afdrukserver met als knooppuntnaam (rm) BRN_310107 en als servicenaam (rp) TEXT_P1, en die tekstbestanden via spooldirectory /usr/spool/lpd/laser1 op een Brother-printer kan afdrukken.
Pagina 19
Als u AT&T-compatibele UNIX-systemen gebruikt, kunt u doorgaans de opdracht lpstat of rlpstat gebruiken om soortgelijke statusinformatie op te vragen. Deze procedure varieert van systeem tot systeem, dus raadpleeg de met uw systeem meegeleverde documentatie voor gedetailleerde informatie hierover. Als u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u dit gedeelte overslaan, tenzij u een SCO UNIX-systeem hebt.
Pagina 20
De naam van de externe wachtrij is de servicenaam die de printer gebruikt tijdens het verwerken van de gegevens. Doorgaans wordt de naam"BINARY_P1" aanbevolen, maar als u van plan bent om tekstdocumenten te verzenden die geen regelterugloop of nieuwe regels bevatten, dient u "TEXT_P1_TX"...
Pagina 21
Nu kunt u afdrukken met behulp van de opdracht lp-d met de printernaam. Als u gebruik maakt van de HP-gedistribueerde printservice, zal de configuratieprocedure iets anders zijn omdat u een afdruktaak naar een bestandsserver stuurt, die de taak op zijn beurt spoolt naar de afdrukserver.
Pagina 22
Selecteer Print Spooling Selecteer Add a Print Queue Selecteer Remote Voer onderstaande instellingen voor de externe printer in: Name of queue (door gebruiker te selecteren) Host name of Remote Printer (afdrukservernaam; moet overeenkomen met de naam in het bestand /etc/hosts, of gebruik het IP-adres van de afdrukserver) Name of queue on remote printer (naam van binaire of tekstservice van de afdrukserver, bijv.
Pagina 23
Name of queue on remote printer (naam van binaire of tekstservice van de afdrukserver, bijv. BINARY_P1 of TEXT_P1) Name of device to add (door gebruiker te selecteren; bijvoorbeeld lp0) Sun Solaris 2.x configureren Sun Solaris 2.x maakt gebruik van lpsystem- en lpadmin- programma's voor het configureren van de externe printer: lpsystem -t bsd prnservernaam lpadmin -p wachtrij -...
Pagina 24
Om de afgedrukte pagina uit te werpen, voegt u de opdracht rp=lpaf toe aan het bestand /etc/printcap. SCO UNIX vereist TCP/IP V1.2 of een recentere versie om met Brother-afdrukservers te kunnen werken. Eerst moeten de bestanden /etc/hosts en /etc/printcap worden geconfigureerd (zie stap 2). Vervolgens voert u het sysadmsh-programma als volgt uit: Selecteer Printers.
Pagina 25
Selecteer bij Device de optie Hardwired. Selecteer bij het veld Require banner de optie No. Oudere versies van SCO Unix-systemen Brother-afdrukservers ondersteunen ook het FTP-protocol. Oudere versies van SCO Unix-systemen zijn vaak geconfigureerd om af te drukken via het FTP-protocol.
Pagina 26
Hosts-bestand is, en prnserverservice de servicenaam van de afdrukserver is. IBM AS/400 Om een Brother-afdrukserver te gebruiken met een IBM AS/400 waarop de TCP/IP-gatewayservices van IBM voor OS/400 draaien (het OS/400-systeem moet v3.1 of een latere versie zijn): Gebruik de opdracht CFGTCP na de OS/400-prompt om het TCP/IP- adres van de afdrukserver toe te voegen aan de AS/400-hosttabel.
Pagina 27
Bijvoorbeeld: CRTOUTQ OUTQ(BR1) RMTSYS(*INTNETADR) RMTPRTQ(BINARY_P1) AUTOSTRWTR(1) CNNTYPE(*IP) DESTTYPE(*OTHER) MFRTYPMDL(*HP5SI) INTNETADR('10.0.0.200') TEXT('Arnes Printer') Bij gebruik van A4-papier kan de pagina-indeling onjuist zijn (waarschijnlijk omdat uw AS/400-systeem is ingesteld op papier van Letter-formaat). U kunt dit probleem als volgt verhelpen: Bewerk het bronprogramma Host Print Transform: RTVWSCST DEVTYPE(*TRANSFORM) MFRTYPMDL(*HP5SI) SRCMBR(HP5SI) SRCFILE(MYLIB/SRC) Verander bij de papierdefinitie de bestaande hex-codes voor Letter,...
Pagina 28
Als u op uw UNIX-hostcomputer nog geen spooldirectory voor de Brother-afdrukserver hebt ingesteld, dan moet dat nu gebeuren (de hulpprogramma's voor het instellen van de printer in HP/UX, AIX, Solaris 2.xx en andere systemen zullen de spooldirectory automatisch maken).
Pagina 29
(zie onderstaand voorbeeld): lpc start laser1 Andere bronnen van informatie Ga naar de website http://solutions.brother.com/ voor meer informatie over het afdrukken via netwerken. Zie ook hoofdstuk 12 in deze handleiding voor meer informatie over het configureren van een IP-adres op de printer.
Pagina 30
Warp Server Overzicht ® Als u Windows NT gebruikt, kunt u met het TCP/IP-protocol rechtstreeks afdrukken op een Brother-netwerkprinter. Voor ® Windows NT 3.5x en NT 4.0 moet het protocol "TCP/IP printing" van ® Microsoft worden geïnstalleerd. Gebruikers die met Windows...
Pagina 31
Windows 2000/XP-computer, en dat op de client-pc minstens versie 4 of recenter van Microsoft Internet Explorer is geïnstalleerd. De standaardnaam voor een Brother-afdrukserver is doorgaans BRN_xxxxxx (waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres van de afdrukserver). ®...
Pagina 32
Afdrukken via de standaard TCP/IP-poort Selecteer in de map Printers de optie Printer toevoegen. De wizard voor het toevoegen van printers wordt gestart. Klik op Volgende. Selecteer nu de optie Locale printer en schakel de optie Plug & play printer automatisch waarnemen uit. Klik op Volgende.
Pagina 33
Nu u de poort gespecificeerd hebt, dient u aan te geven welke printer driver u wilt gebruiken. Selecteer de gewenste driver in de lijst van printers die ondersteund worden. Als u een driver gebruikt die met de printer op cd-rom of diskette werd meegeleverd, selecteert u de optie Diskette om te bladeren naar de cd-rom of diskette.
Pagina 34
® Windows 2000/XP zal nu verbinding maken met het gespecificeerde apparaat en het modelnummer van de printer identificeren. Als de juiste driver op de pc is geïnstalleerd, zal deze worden gebruikt. Als de juiste driver niet beschikbaar is, wordt u gevraagd om het schijfje met de driver te plaatsen dat met de printer werd geleverd.
Pagina 35
Selecteer de poort die u wilt gebruiken. Doorgaans is dit de Standaard TCP/IP-poort. Klik vervolgens op de knop Nieuwe poort..De wizard Standaard TCP/IP-poort toevoegen verschijnt. Volg de stappen 6-10 in de sectie "Afdrukken via de standaard TCP/IP-poort". ® Afdrukken vanaf Windows NT 4.0 Als u het TCP/IP-protocol of het TCP/IP-afdrukprotocol van Microsoft ®...
Pagina 36
Klik als antwoord op de verwelkoming op Volgende. Selecteer Brother Peer-to-Peer afdrukken (LPR). Selecteer de directory waar de bestanden van Brother Peer-to-Peer afdrukken (LPR) geïnstalleerd moeten worden en klik op Volgende. Als de map nog niet op uw schijf bestaat, zal het installatieprogramma deze nu maken.
Pagina 37
Printer toevoegen te activeren. Selecteer Deze computer (niet Netwerkprinter) en klik op Volgende. Selecteer de Brother LPR-poort (de poortnaam die u hebt toegewezen in stap 6 van het onderdeel dat de installatie van de Brother-software Peer-to-peer afdrukken (LPR) behandelt) en klik op Volgende.
Pagina 38
Eigenschappen. Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort toevoegen. Markeer in het dialoogvenster Printerpoorten de optie Brother LPR-poort. Klik op Nieuwe poort en voer de poortnaam in. De standaardnaam voor de poort is BLP1. Als u deze naam reeds gebruikt hebt, wordt er een foutmelding weergegeven als u probeert om de naam opnieuw te gebruiken, in welk geval u BLP2, enz.
Pagina 39
® Afdrukken vanaf Windows NT 3.5x (Printer driver is nog niet geïnstalleerd) ® Als u Windows NT 3.5 of 3.51 gebruikt, volgt u onderstaande procedure voor het configureren van de afdrukserver. Ga naar het hoofd venster en selecteer het pictogram Afdrukbeheer.
Pagina 40
LAN Server, OS/2 Warp Server configureren Brother-afdrukservers werken met IBM LAN Server, OS2 Warp Server-netwerken mits daar IBM TCP/IP V2.0 of recenter op de bestandsserver is geïnstalleerd (TCP/IP wordt standaard geleverd met LAN Server V4.0 en recenter en met Warp Server). Volg...
Pagina 41
Het probleem wordt opgelost met een door IBM geleverde patch. Het venster Instellingen wordt geopend. Voer onderstaande gegevens in: LPD-server De naam van de Brother-afdrukserver (uit het Hosts-bestand) of zijn IP-adres. LPD-printer Voor de meeste toepassingen kan de Brother-afdrukserver de binaire service BINARY_P1 gebruiken.
Pagina 42
DOS-programma’s, moet u op elk werkstation de volgende opdracht uitvoeren: NET USE LPT1: \\servernaam\alias De software gaat er nu vanuit dat de printer en de Brother- afdrukserver rechtstreeks zijn aangesloten op de parallelle poort van het werkstation.
Pagina 43
Andere bronnen van informatie Ga naar http://solutions.brother.com/ voor meer informatie over afdrukken op een netwerk, voor documentatie over het IPP- ® protocol, en het configureren van een Windows 2000/XP/95/ 98/Me-systeem. Zie ook hoofdstuk 12 in deze handleiding voor meer informatie over het configureren van een IP-adres op de printer.
Pagina 44
Tips en hints: Het standaard IP-adres van Brother-afdrukservers is 192.0.0.192. Als u het wilt wijzigen, doet u dat via het bedieningspaneel van de printer (indien van toepassing), via de toepassing BRAdmin, of laat u de DHCP-server een IP-adres aan de printer toewijzen.
Pagina 45
Brother-printers zijn eveneens compatibel met de HP-software JetDirect, en dat betekent dat u HP-hulpprogramma’s kunt gebruiken om uw Brother-printer te beheren en ernaar af te drukken. Afdrukken via TCP/IP ® Voor deze software moet het TCP/IP-protocol op uw Windows peer-to-peer computers zijn geïnstalleerd en moet er een IP-adres ®...
Pagina 46
Nu moet u het eigenlijke IP-adres van de afdrukserver invoeren in het veld Printernaam of IP-adres. Als u het Hosts-bestand op uw computer hebt bijgewerkt of een domeinnaamsysteem gebruikt, dan mag u hier ook de naam van de afdrukserver invoeren. Aangezien de afdrukserver TCP/IP- en NetBIOS- namen ondersteunt, mag u ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver invoeren.
Pagina 47
4 van het onderdeel dat de installatie van de Brother-software Peer-to-Peer afdrukken behandelt) en klik op Volgende. Voer een naam in voor de Brother-printer en klik op Volgende. U noemt de printer bijvoorbeeld "Brother Netwerkprinter". ® Windows vraagt of u een testpagina wilt afdrukken.
Pagina 48
Andere bronnen van informatie Ga naar de website http://solutions.brother.com/ voor meer informatie over het afdrukken via netwerken. Zie ook hoofdstuk 12 in deze handleiding voor meer informatie over het configureren van een IP-adres op de printer. PEER-TO-PEER AFDRUKKEN 3 - 5...
Pagina 49
Afdrukken via NetBIOS op Windows 95/98/Me/NT/2000/XP, LAN Server en OS/2 Warp Server Overzicht Uw Brother-afdrukserver ondersteunt SMB (Server Message Block) over het TCP/IP-protocol via de NetBIOS-interface. Dat betekent dat ® de Brother-printer, net als bij gewone Windows -pc’s, kan worden opgenomen in uw netwerkomgeving.
Pagina 50
2000/XP-systeem kan soms echter de melding "Printer is bezig" geven als meer dan een persoon tegelijkertijd proberen af te drukken. Om dit te voorkomen, heeft Brother de software Brother NetBIOS Port Monitor ontwikkeld, waarmee afdruktaken continu gespoold kunnen worden als de printer bezig is, tijdelijk onbruikbaar is of als het papier op is.
Pagina 51
TELNET, ook hiervoor moeten uw computer en uw printer een geldig IP-adres hebben. Gebruik BRCONFIG voor DOS (voor dit hulpprogramma is een NetWare-bestandsserver plus het IPX-protocol nodig). Vanwege de wijze waarop Microsoft-netwerken werken, kan het enkele minuten duren voordat de afdrukserver in uw netwerkomgeving herkend wordt.
Pagina 52
-documentatie voor informatie over het installeren van de protocollen. Als u het TCP/IP-protocol gebruikt, dient het juiste IP-adres te worden gedefinieerd op de Brother-afdrukserver en op uw client-pc. De Brother NetBIOS Port Monitor installeren Start het installatieprogramma op de cd-rom en volg de instructies in de installatiehandleiding.
Pagina 53
U kunt de naam natuurlijk ook gewoon met de hand invoeren. De naam moet conform UNC (Universal Name Convention) zijn. Bijvoorbeeld: \\Knooppuntnaam\Servicenaam. Waar Knooppuntnaam de NetBIOS-naam is van de Brother- afdrukserver (de standaardnaam is doorgaans BRN_xxxxxx, waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres), en waar Servicenaam de servicenaam is voor NetBIOS van de afdrukserver.
Pagina 54
6 van het onderdeel dat de installatie van de Brother NetBIOS Port Monitor behandelt) en klik op Volgende. Voer een naam in voor de Brother-printer en klik op Volgende. U noemt de printer bijvoorbeeld "Brother Netwerkprinter". ®...
Pagina 55
(aanbevolen), of dit stuurprogramma vervangen. Selecteer de gewenste optie en klik op Volgende. Voer een naam in voor de Brother-printer en klik op Volgende. U noemt de printer bijvoorbeeld "Brother Netwerkprinter". Selecteer Niet gedeeld of Gedeeld en Naam delen, en klik op Volgende.
Pagina 56
Klik op het tabblad Details en klik op Poort toevoegen. In het dialoogvenster Poort toevoegen selecteert u het keuzerondje Andere en vervolgens Brother NetBIOS-poort. Klik op OK en voer de poortnaam in. De standaardnaam voor de poort is BNT1. Als u deze naam reeds gebruikt hebt, wordt er een foutmelding weergegeven als u probeert om de naam opnieuw te gebruiken, in welk geval u BNT2, enz.
Pagina 57
LAN Server/OS/2 Warp Server configureren Brother-afdrukservers ondersteunen het SMB-protocol over TCP/IP via een NetBIOS-interface, en werken derhalve met IBM LAN Server- en OS/2 Warp Servernetwerken waar IBM TCP/IP V2.0 of recenter op de bestandsserver geïnstalleerd is. Volg onderstaande procedure voor het configureren van het werkstation voor LAN Server, OS/2 Warp Server of OS/2 Warp.
Pagina 58
Andere bronnen van informatie Ga naar de website http://solutions.brother.com/ voor meer informatie over het afdrukken via netwerken. Zie ook hoofdstuk 12 in deze handleiding voor meer informatie over het configureren van een IP-adres op de printer.
Pagina 59
® Windows 95/98/Me/NT4.0 en laat een pc-gebruiker op de ene locatie via Internet een afdruktaak versturen naar een Brother- netwerkprinter op een externe locatie. Een gebruiker op een pc in New York kan bijvoorbeeld een document rechtstreeks vanuit zijn/ haar Microsoft Excel-toepassing afdrukken op een printer in Parijs.
Pagina 60
MIME-gecodeerd (geconverteerd naar een standaard Internet e-mailbericht) en wordt deze verzonden naar een Brother-afdrukserver op een externe locatie. Dit betekent dat BIP compatibel is met de meeste algemene e-mailsoftwarepakketten. De enige vereiste is, dat de e-mailserver een e-mailbericht over Internet moet kunnen verzenden.
Pagina 61
Configureer de POP3-server op de e-mailserver op de externe locatie met een mailaccount (mailboxnaam) en wachtwoord voor de Brother-afdrukserver (doorgaans is de naam voor de mailaccount het eerste deel van het e-mailadres. Bijvoorbeeld: als u de naam emailprinter@xyz.com hebt toegewezen, zou de naam van de mailaccount emailprinter zijn).
Pagina 62
U kunt dit gedeelte overslaan als u de externe afdrukserverconsole of webbrowser wilt gebruiken om de afdrukserver te configureren. Als u BRAdmin gebruikt, kunt u de Brother-afdrukserver configureren met het TCP/IP-protocol of met het IPX-protocol. Voer de volgende verplichte procedure uit om de afdrukserver te configureren voor het ontvangen van afdruktaken van een pc met ®...
Pagina 63
Voer de mailboxnaam in van de externe Brother-afdrukserver. Doorgaans is de naam voor de mailbox het eerste deel van het e-mailadres; als u bijvoorbeeld de naam emailprinter@xyz hebt ingevoerd, moet als mailboxnaam hier emailprinter worden gebruikt. Indien gewenst, voert u voor de mailbox een wachtwoord in.
Pagina 64
Brother Internet Print TELNET gebruiken om de afdrukserver te configureren U kunt dit gedeelte overslaan als u de externe afdrukserver hebt geconfigureerd met BRAdmin of met een webbrowser. In plaats van BRAdmin, kunt u ook de externe console van de afdrukserver gebruiken om de afdrukserver te configureren.
Pagina 65
Selecteer het juiste installatiemenu voor uw model en uw software. Selecteer vervolgens het menu Network Print Software om het installatieprogramma van de Brother Network Print Software te starten. Klik als antwoord op de verwelkoming op Volgende.
Pagina 66
Er wordt om een poortnaam gevraagd. Voer de naam voor de poort in. Deze naam begint altijd met BIP en eindigt met een nummer. Bijvoorbeeld: BIP1. Er verschijnt nu een melding over Partial E-mail Print. Partial E-mail Print betekent dat de BIP-software e-mailafdruktaken in kleinere delen kan opsplitsen;...
Pagina 67
<Voor Windows 95/98/Me> Selecteer het model van de externe printer (bijvoorbeeld Brother HL-serie). Als uw printer niet in de lijst staat, klikt u op Diskette om de driver vanaf de cd-rom te installeren. Klik daarna op Volgende. Als u een printer driver selecteert die reeds wordt gebruikt, kunt u de bestaande driver houden (aanbevolen), of dit stuurprogramma vervangen.
Pagina 68
Andere (alleen voor Windows 95/98/Me) en vervolgens op ® Brother Internetpoort. Klik op OK (Nieuwe poort op Windows NT) en het tekstvak Poortnaam wordt weergegeven. U moet nu een naam voor de poort invoeren. Dit moet een unieke naam zijn, maar hij moet beginnen met "BIP".
Pagina 69
Diskette. U wordt gevraagd het schijfje te plaatsen. Klik op Bladeren en selecteer de cd-rom of de gedeelde netwerkschijf waarop de geschikte Brother-printer driver staat. Geef de modelnaam van de printer op. Als de printer driver die u wilt installeren, niet beschikt over het Digital Certificate, verschijnt er een waarschuwing.
Pagina 70
Let wel: de optie Meer informatie verkrijgen geeft geen printergegevens weer. Als u de ingebouwde servicenamen gebruikt die door de Brother- afdrukserver worden ondersteund, kunt u tevens het volgende gebruiken: (Let wel: de optie Meer informatie verkrijgen geeft geen printergegevens weer.)
Pagina 71
Andere bronnen van informatie Ga naar http://solutions.brother.com/ voor meer informatie over afdrukken op een netwerk, voor documentatie over het IPP- ® protocol, en het configureren van een Windows 2000/95/98/ Me-systeem. Ga naar de website van Microsoft om de software "Microsoft ®...
Pagina 72
Het standaardwachtwoord voor de Brother-afdrukserver is access. Algemene informatie Om de Brother-afdrukservers op een NetWare-netwerk te kunnen gebruiken, moeten een of meer bestandsservers zijn geconfigureerd met een afdrukwachtrij die door de afdrukserver bediend kan worden. Gebruikers sturen hun afdrukverzoeken naar de...
Pagina 73
Als u BRAdmin in uw omgeving niet kunt gebruiken, kunt u de wachtrij maken met het traditionele hulpprogramma NetWare PCONSOLE of met de NWADMIN-hulpprogramma’s, maar dan moet u ook Brother BRCONFIG, TELNET of een webbrowser gebruiken om de afdrukserver te configureren zoals verderop in dit hoofdstuk wordt beschreven.
Pagina 74
Maak eerst een NDPS-manager binnen een NDS-structuur alvorens op de server gebaseerde afdrukagenten te creëren. Als de NDPS- manager een printer beheert die direct op de server is aangesloten, moet u de manager laden op de server waaraan deze printer is gekoppeld.
Pagina 75
Wanneer het dialoogvenster Manage Resources wordt weergegeven, selecteert u het pictogram voor het type driver dat u wilt toevoegen. Dit zal een driver van 3.1x, 95/98/Me of NT4.0 voor NetWare 5 zijn. (Verder is er ook nog een driver van ®...
Pagina 76
Geef nu op welk type verbinding u zult gebruiken. U kunt kiezen uit vier opties. Selecteer de optie LPR over IP. Voer de gegevens van de printer in, en Brother zal voorstellen om Binary_P1 in te voeren als printernaam. Klik op Finish en wacht.
Pagina 77
De Brother-afdrukserver configureren (De modus Wachtrijserver in Bindery-modus) met gebruik van BRAdmin U moet zich als SUPERVISOR (Netware 2.xx of 3.xx) of als ADMIN (Netware 4.1x of recenter) hebben aangemeld. Start BRAdmin. In de lijst zullen een of meer afdrukservers staan (standaard wordt de knooppuntnaam BRN_xxxxxx gebruikt, waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres (MAC-adres)).
Pagina 78
Selecteer deze naam en klik vervolgens op Add. Klik op Close en vervolgens op OK. Sluit BRAdmin af. U kunt nu gaan afdrukken. De Brother-afdrukserver configureren (De modus Wachtrijserver in NDS-modus) met gebruik van BRAdmin U dient zich in de NDS-modus als ADMIN te hebben aangemeld.
Pagina 79
Service Print Queues. In dit venster staat naast de wachtrijnaam ook de informatie over de structuur en de context. Klik op Close. Uw Brother-afdrukserver zal zich nu bij de NetWare-server aanmelden. Sluit BRAdmin af. U kunt nu gaan afdrukken.
Pagina 80
Selecteer de optie Print Queue en klik op OK. Zorg ervoor dat de optie Directory Service Queue geselecteerd is en typ de naam in van de standaardafdrukwachtrij. Klik op de knop om het volume voor de afdrukwachtrij te selecteren. Indien nodig, verandert u de directory-context. Selecteer nu het gewenste volume (onder Available Objects) en klik op OK.
Pagina 81
(standaard wordt de knooppuntnaam BRN_xxxxxx gebruikt, waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres (MAC-adres)). Dubbelklik op de gewenste Brother-afdrukserver. U wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren. Het standaardwachtwoord is access. Vervolgens selecteert u het tabblad NetWare.
Pagina 82
De Brother-afdrukserver configureren (De modus Externe printer in NDS-modus) met gebruik van Novell NWADMIN en BRAdmin Om een Brother-afdrukserver met NWADMIN (het hulpprogramma NetWare Administrator) en BRAdmin te configureren voor de modus Externe printer, volgt u onderstaande stappen: De PSERVER NLM (NetWare Loadable Module) moet op uw bestandsserver zijn geladen en u moet op de NetWare 4.1x-...
Pagina 83
Klik op Assignments en vervolgens op Add. Indien nodig, verandert u de context. Selecteer nu de afdrukwachtrij die u hebt gemaakt. Klik op OK en vervolgens nogmaals op OK en sluit NWADMIN af. Start BRAdmin en selecteer de afdrukserver die u wilt configureren (standaard beginnen knooppuntnamen met BRN_xxxxxx_P1).
Pagina 84
In plaats van Brother’s BRAdmin of de Novell’s NWADMIN, kunt u het standaardhulpprogramma Novell PCONSOLE in combinatie met Brother's BRCONFIG gebruiken voor het instellen van uw afdrukwachtrijen. BRCONFIG wordt gelijktijdig met BRAdmin geïnstalleerd en u vindt BRCONFIG in het menu Start/Program/ Brother BRAdmin utilities.
Pagina 85
Er wordt een lijst van de huidige afdrukservers geopend. Druk op INS om een nieuwe ingang te maken, typ de naam van de NetWare-afdrukserver (standaard wordt BRN_xxxxxx_P1 gebruikt, waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres) en druk op ENTER. Druk op ESC om terug te gaan naar het menu Available Options.
Pagina 86
De Brother-afdrukserver configureren (De modus Wachtrijserver in NDS-modus) met gebruik van PCONSOLE and BRCONFIG U moet op de NetWare 4.1x-bestandsserver in NDS-modus zijn aangemeld als ADMIN. Voer het hulpprogramma PCONSOLE uit vanaf uw pc-Dwerkstation. Selecteer in het menu Available Options de optie Print Servers.
Pagina 87
Selecteer de optie Print Servers en druk op ENTER om te specificeren welke netwerkafdrukservers afdruktaken via deze wachtrij mogen afdrukken. Aangezien het een nieuwe wachtrij betreft, zal de lijst leeg zijn. Druk op INS om een lijst op te vragen van kandidaten voor de wachtrijserver en selecteer de in stap 4 opgegeven naam van de Netware-afdrukserver.
Pagina 88
U kunt de naam van de structuur en de context ook invoeren met uw webbrowser, namelijk door met het TCP/IP-protocol op de Brother-afdrukserver aan te sluiten en vervolgens de configuratie van het NetWare-protocol te selecteren. Gebruik de BRCONFIG- of de TELNET-opdracht: SET NETWARE RESCAN om afdrukserver de bestandsservers opnieuw te laten controleren, of zet de printer uit en weer aan.
Pagina 89
De Brother-afdrukserver configureren (De modus Externe printer) met gebruik van PCONSOLE en BRCONFIG De PSERVER NLM (NetWare Loadable Module) moet op uw bestandsserver zijn geladen. Indien u NetWare 4.1x gebruikt, meldt u zich vanaf uw pc-werkstation bij de bestandsserver aan als ADMIN (als u NDS-ondersteuning nodig hebt, mag u zich niet aanmelden in bindery-modus).
Pagina 90
Markeer de printernaam en druk tweemaal op ENTER om over te schakelen naar het menu Printer Configuration. PCONSOLE zal nu een printernummer toewijzen. Noteer dit nummer, u hebt het straks weer nodig. Markeer de optie Print Queues Assigned en druk op ENTER en vervolgens op INS om een lijst van beschikbare wachtrijen op te vragen.
Pagina 91
® Voer BRCONFIG uit vanaf het Windows -menu. Selecteer in de lijst van servers de Brother-afdrukserver. Wanneer wordt gemeld dat de afdrukserver is aangesloten, drukt u op ENTER en typt u als antwoord op de prompt # het standaardwachtwoord access (het wachtwoord wordt niet geëchood).
Pagina 92
U kunt de naam van de externe printer ook invoeren met uw webbrowser, namelijk door met het TCP/IP-protocol op de Brother-afdrukserver aan te sluiten en vervolgens de configuratie van het NetWare-protocol te selecteren. Het is niet mogelijk om dezelfde, door de NetWare-...
Pagina 93
AppleTalk (EtherTalk) Afdrukken via TCP/IP Afdrukken vanaf Macintosh Overzicht Brother-afdrukservers ondersteunen het AppleTalk-protocol dat over Ethernet wordt uitgevoerd (ook EtherTalk genoemd). Hiermee kunnen gebruikers van Macintosh gelijktijdig met alle andere Ethernetnetwerkgebruikers afdrukken via het AppleTalk-protocol (ook wel EtherTalk-protocol genoemd). Met de introductie van System 8.6 en recenter introduceerde Apple de mogelijkheid om af te drukken via TCP/IP.
Pagina 94
BRAdmin, of laat u de DHCP-server een IP-adres aan de printer toewijzen. Macintosh configureren (OS 8.5 - 9.2) Uw Brother-afdrukserver is compatibel met Apple LaserWriter 8- drivers (oudere versies van de LaserWriter-drivers kunnen op grotere netwerken crashes of PostScript-fouten veroorzaken). Als u deze drivers nog niet hebt geïnstalleerd, dan moet dat nu gebeuren.
Pagina 95
Afbeelding 1 Typische Macintosh Installer Het hierboven afgebeelde scherm is afkomstig van een printer driver voor de Brother HL-7050 serie. U zult een gelijkaardig scherm zien voor alle Brother-printers die beschikken over een Macintosh-printer driver.
Pagina 96
De afdrukserver selecteren (AppleTalk (EtherTalk) Nadat de afdrukserver op uw netwerk is aangesloten en de printer is ingeschakeld, zal de AppleTalk-servicenaam van de Brother- afdrukserver in de Kiezer verschijnen (standaard is dit BRN_xxxxxx_P1_AT, waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres (MAC-adres).
Pagina 97
Klik op de juiste afdrukserver en sluit de Kiezer. U kunt nu vanaf de Macintosh afdrukken. Als de afdrukserver niet vermeld wordt, controleert u eerst de bekabeling en of u EtherTalk via het netwerkconfiguratiescherm van de Macintosh hebt geactiveerd. Het kan nodig zijn om de afdrukserver in de juiste AppleTalk-zone te plaatsen met behulp van de BRAdmin-toepassing of via een webbrowser.
Pagina 98
Selecteer nu Printer (LPR) en klik op OK. Het volgende scherm wordt geopend. Afbeelding 4 Configuratie voor PPD en LPR selecteren Nu moeten we het juiste PPD-bestand voor de printer selecteren, en de correcte LPR-informatie configureren. Klik op de knop Wijzig in het vak PostScript-printer beschrijvingsbestand (PPD) en selecteer het juiste PPD- bestand voor uw model.
Pagina 99
Afbeelding 5 Het IP-adres en de wachtrij invoeren Als u niet de juiste waarde invoert, zal de printer mogelijk niet afdrukken, of worden onjuiste gegevens afgedrukt. Zorg er dus voor dat de waarde die u hier invoert, overeenstemt met de servicenaam van de printer. Klik op OK om terug te keren naar het vorige scherm.
Pagina 100
Telkens wanneer u een afdruktaak verstuurt, wordt de printer gebruikt die u zopas hebt gemaakt. Macintosh configureren (OS X v. 10/10.1) U dient het juiste PPD-bestand dat met uw printer werd geleverd, te installeren. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Open de map Mac OS X.
Pagina 101
Voor AppleTalk-aansluitingen is de naam van de AppleTalk-service voor de printer BRN_XXXXXX_P1_AT, waar XXXXXX de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres. Druk de configuratiepagina af als u het MAC-adres wilt weten. Raadpleeg de installatiehandleiding voor informatie over het op uw afdrukserver afdrukken van de configuratiepagina.
Pagina 102
Maak verbinding met de printer via de volgende opdracht: http://ip_adres waar ip_adres het adres van de printer is. Andere bronnen van informatie Ga naar de website http://solutions.brother.com/ voor meer informatie over het afdrukken via netwerken. Zie ook hoofdstuk 12 in deze handleiding voor meer informatie over het configureren van een IP-adres op de printer.
Pagina 103
Afdrukken via DLC ® Afdrukken vanaf Windows NT of ® Windows 2000 Overzicht ® DLC is een eenvoudig protocol dat standaard met Windows NT ® Windows 2000 wordt geleverd. Het kan worden gebruikt op andere ® besturingssystemen (zoals Windows 3.x), in combinatie met los verkrijgbare software die de Hewlett-Packard JetDirect-kaart ondersteunt.
Pagina 104
2000. Selecteer in het menu Start de optie Instellingen en vervolgens Printers. Selecteer Printer toevoegen. (Als u reeds een Brother-printer driver hebt geïnstalleerd, dubbelklikt u op de printer driver die u wilt configureren en selecteert u Printers/Eigenschappen. Selecteer vervolgens het tabblad Poorten, klik op Poort toevoegen en ga verder vanaf stap 6 (negeer stap 11-14 over het installeren van de driver).
Pagina 105
Selecteer de optie Locale printer en schakel de optie Plug & play printer automatisch waarnemen uit. Klik op Volgende. Selecteer de optie Nieuwe poort: en activeer de optie Hewlett- Packard-netwerkpoort. Klik op Volgende. In het grote vak onder Kaartadres wordt een lijst van beschikbare MAC-adressen (Ethernetadressen) voor de afdrukserver geopend.
Pagina 106
Meld u met administratieve privileges aan bij Windows Selecteer in het menu Start de optie Instellingen en vervolgens Printers. Selecteer Printer toevoegen. (Als u reeds een Brother-printer driver hebt geïnstalleerd, dubbelklikt u op de printer driver die u wilt configureren en selecteert u Printers/Eigenschappen.
Pagina 107
Selecteer de juiste driver. Klik op Volgende. Geef de printer een naam. Indien gewenst, selecteert u deze printer als standaardprinter. Selecteer Gedeeld of Niet gedeeld. Als u Gedeeld selecteert, moet u ook de gedeelde naam en het besturingssysteem selecteren waarnaar zal worden afgedrukt. Geef aan of u een testpagina wilt afdrukken en selecteer vervolgens Voltooien.
Pagina 108
LPT1 verbindt, maar met de zojuist gemaakte netwerkpoort. ® Brother raadt u af het DLC-protocol met Windows Workgroups 3.11 te gebruiken in een peer-to-peer configuratie als de printer veel zal worden gebruikt. Dit omdat afdruktaken vanwege time-outs in de afdrukwachtrij soms geweigerd worden.
Pagina 109
Andere bronnen van informatie Ga naar de website http://solutions.brother.com/ voor meer informatie over het afdrukken via netwerken. 8 - 7 AFDRUKKEN VIA DLC...
Pagina 110
BRAdmin om de LAT- configuratieparameters in te stellen. Een Brother-afdrukserver is een knooppunt op het netwerk dat een afdrukservice naar andere knooppunten op het netwerk biedt. Een knooppunt is in feite gewoon een apparaat, zoals een hostcomputer, terminalserver of afdrukserver.
Pagina 111
VMS LAT-host configureren Voor het configuratieproces hebt u systeembeheerderprivileges nodig. Eerst moet LAT op uw systeem zijn opgestart, pas dan kunt u met de LAT-configuratie beginnen. Als u momenteel terminalservers op uw netwerk gebruikt, dan is LAT waarschijnlijk reeds geactiveerd. Als LAT nog niet is opgestart, voert u onderstaande opdracht uit voordat u verdergaat: @SYS$STARTUP:LAT$STARTUP...
Pagina 112
Gebruik de VMS-editor om een tekstbestand met de benodigde configuratieopdrachten te maken (u kunt echter ook het bestand LAT$SYSTARTUP.COM voor VMS 5.5-x en recentere systemen bewerken, of LTLOAD.COM voor oudere VMS- systemen). Onderstaand voorbeeld maakt een afdrukwachtrij met de naam XJ op LAT-poort 33 voor een afdrukserver met de standaardknooppuntnaam BRN_310107, waarbij gebruik wordt gemaakt van de LATSYM-processor en het standaard VMS- formaat:...
Pagina 113
Definieer of wijzig een formaat voor gebruik met de afdrukserver. VMS maakt doorgaans gebruik van formaten voor het definiëren van de paginalay-out. Als u grafische afbeeldingen of PostScript-taken afdrukt, moet u om printerfouten te voorkomen uw formaat voor NOTRUNCATE en NOWRAP definiëren.
Pagina 114
Lege pagina's uitschakelen Wanneer u via VMS afdrukt, wordt na elke taak doorgaans een lege pagina afgedrukt. Als u tussen de verschillende afdruktaken geen lege pagina wenst, maakt u eerst een tekstbestand met onderstaande inhoud: <ESC>]VMS;2<ESC>\ waar <ESC> het Escape-teken (ASCII 27) is en "VMS" in hoofdletters staat.
Pagina 115
Selecteer ADD SERVICE (de optie ADD PRINTER QUEUE mag niet worden gebruikt, daar deze een PCL-printerreset toevoegt, wat problemen zal veroorzaken bij PostScript- afdrukken). Selecteer PRINTER SERVICE. Voer een servicenaam in (willekeurig). Voer een VMS-wachtrijnaam in (reeds gedefinieerd). Voer een VMS-formaatnaam in (gebruik de standaard als u geen specifiek formaat wilt definiëren).
Pagina 116
Klik op Verbinden (de Huidige printerverbindingen tonen de door u geselecteerde poort en het netwerkpad). Klik op Sluiten, OK, Sluiten, en Afsluiten om Afdrukbeheer af te sluiten. ® PATHWORKS voor Windows 95/98/NT4.0 Als u de afdrukserver wilt configureren voor PATHWORKS voor ®...
Pagina 117
DECprint Supervisor configureren Als u de Brother-afdrukserver wilt gebruiken met DECprint Supervisor-software, hebt u de optie DCPS-Open nodig om Brother- printers te ondersteunen (u moet wellicht ook de DCPS- apparaatbeheermodules en de instelling van de wachtrij wijzigen, zodat ook "niet-herkende"...
Pagina 118
Als u nog geen LAT-apparaten hebt gemaakt, dan moet dat nu gebeuren. Hiertoe verandert u eerst de standaarddirectory in /dev, waarna u de opdracht MAKEDEV gebruikt om 16 LAT- apparaten te maken: cd /dev MAKEDEV lta0 Er worden nu 16 apparaten gemaakt die op volgorde genummerd zijn.
Pagina 119
In dit voorbeeld is lp1 de naam van de printer; u kunt echter de naam van uw keuze gebruiken. Evenzo is BRN1 een naam die u door de naam van uw keuze kunt vervangen. De parameter op is de naam van de poort (P1).
Pagina 120
Installatie op andere hostcomputers Voor andere DEC-besturingssystemen (bijv. RSTS/E en RSX-11M-PLUS) wijkt de installatieprocedure enigszins af. Raadpleeg de documentatie van de DEC in kwestie voor nadere informatie over het instellen van LAT-afdrukwachtrijen op deze systemen. LAT-NETWERK CONFIGUREREN 9 - 11...
Pagina 121
Netwerk configureren Afdrukken vanaf Banyan Vines- systemen Overzicht Met Brother-afdrukservers kunnen printers gedeeld worden op een Banyan VINES-netwerk. Gebruikers op client-pc's sturen hun afdruktaken naar een VINES-bestandsserver waarop de Banyan PCPrint-software draait; deze bestandsserver zal de taken op de afdrukserver opslaan. Er wordt transparant afgedrukt en de afdrukserver kan worden beheerd m.b.v.
Pagina 122
Gebruikersconsole van bestandsserver De eerste stap in het configuratieproces is de configuratie van de bestandsserver, zodat de Brother-afdrukserver zich bij het Banyan VINES-netwerk kan aanmelden. Hiervoor moet u voor de afdrukserver een StreetTalk-gebruikersnaam configureren (alle VINES-afdrukservers melden zich bij de bestandsserver aan als gebruikers).
Pagina 123
CTRL-X om alle regels in het profiel te verwijderen, waarna u op F10 drukt. U kunt dit nieuwe, lege profiel tijdens het configureren van verdere Brother-afdrukservers als een template gebruiken. Druk nu op ESC om terug te keren naar het scherm Manage a User.
Pagina 124
PCPrint moet geïnstalleerd zijn als u een Brother-afdrukserver wilt gebruiken. Het scherm Destination Attributes wordt geopend. Voer de StreetTalk-naam van de Brother-afdrukserver in en zo nodig ook een beschrijving. Druk op F10. BANYAN VINES NETWERK CONFIGUREREN 10 - 4...
Pagina 125
Het menu Output strings wordt geopend. In dit scherm definieert u tekenreeksen die voor of na de afdruktaken worden verstuurd om de printer in een bepaalde stand te zetten (bijvoorbeeld in de stand voor tweezijdig afdrukken). Voor de meeste toepassingen zijn de standaardwaarden toereikend. Als u echter rechtstreeks vanaf de DOS-prompt tekstbestanden wilt afdrukken, moet u een tekenreeks voor na de afdruktaak definiëren, zoals \f (formfeed) om het papier uit te werpen (in...
Pagina 126
Afdrukserver configureren met BRAdmin De laatste stap is het invoeren van de StreetTalk-aanmeldnaam op de Brother-afdrukserver en het koppelen van de wachtrij van de bestandsserver aan een van de services op de afdrukserver. U volgt onderstaande procedure: Start BRAdmin. Selecteer de naam van het knooppunt van de gewenste...
Pagina 127
SET SERVIce service STreettalk wachtrijnaam Activeert van het Banyan-protocol op de gespecificeerde service van de Brother-afdrukserver en koppelt deze service aan de StreetTalk- naam van een gegeven afdrukwachtrij op de VINES-bestandsserver. Typ SHOW SERVICE om een lijst van beschikbare services op te vragen (in twijfelgevallen gebruikt u BINARY_P1).
Pagina 128
U kunt de configuratie van het netwerk en de printer wijzigen. Het is zaak dat u op uw netwerk het TCP/IP-protocol gebruikt en een geldig IP-adres in de Brother-printer en de computer hebt geprogrammeerd. Tips en hints: Het standaard IP-adres van Brother-afdrukservers is 192.0.0.192.
Pagina 129
DNS-naam in van de printer als u verbinding maakt met een netwerk dat het DNS-protocol gebruikt. Andere bronnen van informatie Ga naar de website http://solutions.brother.com/ voor meer informatie over het afdrukken via netwerken. Zie ook hoofdstuk 12 in deze handleiding voor meer informatie over het configureren van een IP-adres op de printer.
Pagina 130
IP-adres heeft. In dit hoofdstuk leest u meer over het configureren van een IP-adres. Standaard is het IP-adres van Brother-afdrukservers 192.0.0.192. U kunt dit IP-adres echter gemakkelijk wijzigen, zodat het overeenkomt met het IP-adresgegevens van uw netwerk. Dit kan op...
Pagina 131
BRAdmin kan het IPX/SPX- of het TCP/IP-protocol gebruiken voor communicatie met de Brother-afdrukserver. Het standaard IP-adres van Brother-afdrukservers is 192.0.0.192, wat betekent dat de afdrukserver waarschijnlijk niet compatibel zal zijn met de nummering van IP-adressen die op uw netwerk wordt gebruikt. Als u DHCP, BOOTP of RARP niet gebruikt, wilt u het IP-adres wellicht wijzigen.
Pagina 132
BRAdmin en het IPX/SPX-protocol gebruiken om het IP-adres in te stellen Als op uw pc de Novell Netware Client-software is geïnstalleerd en alleen het IPX/SPX-protocol wordt gebruikt, gaat u als volgt te werk: Selecteer het IPX/SPX-filter in het linkerframe van het hoofdvenster.
Pagina 133
Voer het IP-adres, het subnetmasker en de gateway (indien gewenst) van uw afdrukserver in. Klik op OK en selecteer Sluiten. Als het IP-adres op juiste wijze is geprogrammeerd, zal de Brother-afdrukserver in de lijst van apparaten staan. 12 - 4 TCP/IP CONFIGUREREN...
Pagina 134
DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een van de geautomatiseerde mechanismen die gebruikt worden voor het toewijzen van een IP-adres. Als u een DHCP-server in uw netwerk ® hebt (doorgaans een UNIX, Windows NT/2000- of Novell Netware- netwerk), zal de afdrukserver het IP-adres automatisch via de DHCP-server ontvangen en de naam registreren bij een met RFC...
Pagina 135
ARP gebruiken voor het configureren van het IP- adres van de afdrukserver Als u BRAdmin of het bedieningspaneel van de printer niet kunt gebruiken, en het netwerk geen gebruik maakt van een DHCP-server, kunt u ook de opdracht ARP gebruiken. Arp is de eenvoudigste methode voor het configureren van het IP-adres van de afdrukserver.
Pagina 136
De opdracht ARP werkt slechts één keer. Nadat u de opdracht ARP hebt gebruikt voor het configureren van het IP-adres van de Brother-afdrukserver, kunt u de opdracht ARP om veiligheidsredenen niet meer gebruiken om dat adres te wijzigen. De afdrukserver zal alle pogingen tot wijziging van het IP-adres negeren.
Pagina 137
-ax | grep -v grep | grep rarpd Bij op AT&T UNIX gebaseerde systemen typt u: ps -ef | grep -v grep | grep rarpd De Brother-afdrukserver ontvangt het IP-adres van de rarp-daemon nadat deze is opgestart. 12 - 8 TCP/IP CONFIGUREREN...
Pagina 138
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres BOOTP is een alternatief op rarp. Het voordeel van BOOTP is, dat ook het subnetmasker en de gateway geconfigureerd kunnen worden. Als u BOOTP wilt gebruiken voor het configureren van het IP-adres, moet BOOTP op uw hostcomputer zijn geïnstalleerd en daar draaien (het behoort in het bestand /etc/services op uw host als een ware service te verschijnen;...
Pagina 139
Druk nogmaals op SEL om de printer weer on-line te zetten. Voor interne afdrukservers die zijn aangesloten op een Brother- printer zonder LCD-scherm, verwijzen wij u naar de gebruikershandleiding van de printer in kwestie voor nadere informatie over het afdrukken van een configuratiepagina.
Pagina 140
Op Brother's externe interfaces, die worden aangesloten op de parallelle interface, bevindt zich verzonken in de achterkant van de eenheid een zwart knopje. Druk hierop om de configuratiepagina af te drukken. Op VMS-systemen wordt de verbinding zoals in onderstaand voorbeeld tot stand gebracht: $ MCR NCP NCP>CONNECT VIA QNA-0 PHY ADD 00-80-77-31-01-07...
Pagina 141
Als u geen subnetten gebruikt, moet u een van onderstaande subnetmaskers gebruiken: 255.255.255.0 voor klasse C netwerken 255.255.0.0 voor klasse B netwerken 255.0.0.0 voor klasse A netwerken Het netwerktype kan worden aangeduid met de linkergroep cijfers in uw IP-adres. De waarde van deze groep kan variëren van 192 t/m 255 voor klasse C netwerken (bijv.
Pagina 142
Nu verschijnt de prompt Local>. Typ SET IP ADDRESS ipadres, waar ipadres het IP-adres is dat u aan de afdrukserver wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk IP-adres u kunt gebruiken). Bijvoorbeeld: Local> SET IP ADDRESS 192.189.207.3 Stel het subnetmasker in door SET IP SUBNET subnetmasker te typen, waar subnetmasker het subnetmasker is dat u aan de afdrukserver wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk subnetmasker u kunt gebruiken).
Pagina 143
Andere bronnen van informatie Raadpleeg de website http://solutions.brother.com/ voor meer informatie over het TPC/IP-protocol. 12 - 14 TCP/IP CONFIGUREREN...
Pagina 144
Problemen oplossen Overzicht In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u problemen met een Brother- afdrukserver kunt oplossen. Dit hoofdstuk is als volgt ingedeeld: Problemen met de installatie Onregelmatige werking Protocol-specifieke problemen Problemen met de installatie Als u niet via het netwerk kunt afdrukken, dient u het volgende te...
Pagina 145
Als Print Server Status and Control in het configuratiemenu staat, wordt de Brother-afdrukserver op het netwerk herkend en kunt u doorgaan naar het onderdeel Problemen met Novell NetWare oplossen verderop in dit hoofdstuk.
Pagina 146
Controleer of er lampjes branden of knipperen. Brother-afdrukservers hebben drie lampjes. Deze lampjes kunnen worden gebruikt voor het analyseren van problemen. L-lampje (groen): verbindingsactiviteiten Dit lampje brandt als er een geldige verbinding met het netwerk bestaat (10BaseT of 100BaseTX).
Pagina 147
De meest recente Brother-printer drivers kunt u downloaden van http://solutions.brother.com. Raadpleeg de onderdelen voor het oplossen van protocol- specifieke problemen verderop in dit hoofdstuk voor verdere oorzaken van een onregelmatige werking van de printer.
Pagina 148
Problemen met TCP/IP oplossen Als u TCP/IP gebruikt en niet kunt afdrukken naar de afdrukserver en u de hardware en het netwerk volgens de instructies in bovenstaande stappen gecontroleerd hebt, dan dient u het volgende te controleren: Het is raadzaam om deze stappen in de hier vermelde volgorde uit te voeren, zodat fouten in de installatie geëlimineerd kunnen worden.
Pagina 149
Als u bootp had gebruikt, controleert u dat u de bootp deamon op een UNIX-werkstation hebt gestart en dat bootp in het bestand /etc/bootptab is geactiveerd (m.a.w. of het teken "#" uit de ingang bootp is verwijderd) en foutloos is geconfigureerd.
Pagina 150
Als u niet kunt afdrukken via DEC TCP/IP-service voor VMS (UCX), controleert u welke versie van deze software u gebruikt. U hebt versie 2.0B of recenter nodig, oudere versies werken niet met de Brother-afdrukservers. PROBLEMEN OPLOSSEN 13 - 7...
Pagina 151
Als u problemen hebt met het afdrukken op een Windows 95/98/Me peer-to-peer netwerk (LPR-methode), controleert u onderstaande punten: Zorg ervoor dat de driver voor de Brother LPR-poort op juiste wijze is geïnstalleerd en geconfigureerd, in overeenstemming ® met de instructies in de hoofdstukken die Windows 95/98/Me peer-to-peer beschrijven.
Pagina 152
Als u problemen hebt met het afdrukken op een Windows 95/98/ Me/NT 4.0 (of recenter) peer-to-peer netwerk (NetBIOS), controleert u onderstaande punten: Zorg ervoor dat de Brother-driver voor de NetBIOS-poort goed is geïnstalleerd en geconfigureerd, in overeenstemming met de ® instructies in de hoofdstukken die Windows 95/98/Me/NT 4.0...
Pagina 153
Problemen met afdrukken via Internet (BIP) (TCP/IP) oplossen De eerste stap is altijd te controleren dat u een geldige e-mailverbinding hebt op de verzendende pc en op de ontvangende afdrukserver. Probeer vanaf de pc een e-mailbericht te sturen naar een gebruiker op een externe locatie die mail via de POP3-server kan ontvangen.
Pagina 154
Als u via NetWare niet kunt afdrukken en u de hardware en het netwerk volgens bovenstaande instructies hebt nagekeken, controleert u eerst dat de Brother-afdrukserver aan de serverwachtrij is gekoppeld. Hiertoe gaat u naar PCONSOLE, selecteert u PRINT QUEUE INFORMATION en vervolgens CURRENTLY ATTACHED SERVERS.
Pagina 155
Als u het aanmeldwachtwoord hebt gewijzigd, moet u het wachtwoord wijzigen in zowel de Brother-afdrukserver (gebruik hiervoor de opdracht SET NETWARE PASSWORD als u BRConfig gebruikt), of gebruik een webbrowser of BRAdmin, als ook in de bestandsserver (gebruik hiervoor de opdracht PCONSOLE Print Server Information Change Password).
Pagina 156
Problemen met AppleTalk oplossen Als u niet kunt afdrukken vanaf een AppleTalk voor Macintosh- computer, en u de hardware en het netwerk zoals hierboven beschreven hebt nagekeken, dan moet u de volgende punten controleren: Controleer dat u AppleTalk Phase 2 hebt en dat u in het AppleTalk-configuratiescherm van de Macintosh de juiste netwerkinterface hebt geselecteerd.
Pagina 157
Problemen met LAT oplossen Als u niet kunt afdrukken vanaf een VMS-systeem en u de hardware en het netwerk aan de hand van bovenstaande instructies hebt gecontroleerd, dan moet u de volgende punten controleren (het is altijd verstandig om een nieuwe wachtrij te maken met een andere LAT-poort;...
Pagina 158
Als u met ULTRIX werkt, controleert u uw tty-apparaat om te zien of: De tty een geldige LAT-tty is (voer het opdrachtbestand /dev/ tty* | grep LAT uit en controleer dat in de beschrijving van het apparaat "39" wordt vermeld). Het apparaat in het bestand /etc/ttys en de directory /dev staat.
Pagina 159
Als u problemen hebt met het via VMS afdrukken van PostScript-bestanden (PostScript-fouten of geen afdruk), controleert u dat u het formaat hebt ingesteld op NOTRUNCATE en NOWRAP. Controleer bovendien of u misschien een vlagpagina probeert af te drukken, m.a.w. een pagina die wordt afgedrukt wanneer er een fout is opgetreden (tenzij u DCPS gebruikt), want de vlagpagina in de LAT- symbiont is een niet-PostScript tekstbestand.
Pagina 160
Gebruik het hulpprogramma VINES MUSER of MANAGE om te controleren dat de afdrukserver zich heeft aangemeld. Als deze zich niet heeft aangemeld, controleert u dat de StreetTalk- aanmeldnaam in de afdrukserver precies hetzelfde is als de naam die u in het hulpprogramma MUSER of MANAGE op de bestandsserver hebt ingevoerd.
Pagina 161
Appendix A Algemene informatie U kunt de configuratie van uw afdrukserver op een van de volgende manieren wijzigen. • De applicatie BRAdmin van Brother voor Windows 95/98/Me/ NT4/2000 • Brother Web BRAdmin voor IIS* server • HTTP (met een webbrowser) •...
Pagina 162
HTTP (aanbevolen) Gebruik de webbrowser van uw keuze om de verbinding met de Brother-afdrukserver te maken. Zo kunt u de parameters van de printer en/of de afdrukserver configureren. WebJetAdmin De Brother-afdrukservers zijn compatibel met HP WebJetAdmin. TELNET Om verbinding te krijgen met de afdrukserver met gebruikmaking...
Pagina 163
Brother-afdrukserver. De Brother-afdrukserver biedt de volgende voorgedefinieerde services (voer de opdracht SHOW SERVICE uit op de remote console van de Brother-afdrukserver om een lijst van beschikbare services op te vragen): Typ op de opdrachtregel HELP voor een lijst van ondersteunde opdrachten, waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres (bijvoorbeeld, BRN_310107_P1).
Pagina 164
Druk hiervoor een configuratiepagina af (raadpleeg de installatiehandleiding voor informatie over het afdrukken van de configuratiepagina). Er zijn drie manieren om de firmware in uw Brother-afdrukserver te upgraden: Gebruik de BRAdmin-toepassing (aanbevolen) Gebruik het FTP-protocol (aanbevolen als u op een...
Pagina 165
Firmware opnieuw laden met BRAdmin BRAdmin kan worden gebruikt voor het op eenvoudige wijze opnieuw programmeren van uw Brother-afdrukserver. Start BRAdmin. Selecteer de gewenste afdrukserver. Selecteer daarna het Control-menu en kies Load Firmware. U kunt meer dan een afdrukserver selecteren door bij elke verdere afdrukserver op CTRL+<select>...
Pagina 166
NetWare GET vanaf server Hiervoor moet u een NetWare-server op uw netwerk hebben (waarop IPX/SPX draait). Het nieuwe firmwarebestand moet op de server worden geplaatst in de directory SYS/Login. In dat geval zorgt uw pc ervoor dat de afdrukserver de firmwaregegevens van de toegewezen Netware-server leest;...
Pagina 167
Opnieuw laden via het FTP-protocol bij een opdrachtprompt Als u bij het aanmelden de afdrukserver PASSWORD AS THE USERNAME specificeert, wordt het mogelijk de firmware vanaf de afdrukserver of vanaf de printer te upgraden (indien dit wordt ondersteund). In het volgende voorbeeld gaan we ervan uit dat het serverwachtwoord "cambridge"...
Pagina 168
Opnieuw laden via het FTP-protocol met een webbrowser Bezoek de Brother-website op http://solutions.brother.com voor meer informatie over het upgraden van de afdrukserver met behulp van een webbrowser. APPENDIX A - 8...
Pagina 169
HTTP ....11-1 12-1 BRAdmin ......12-2 Hyper Text Transfer Protocol ... Brother LPR-poort ....3-4 11-1 Brother NetBIOS Port Monitor ........4-4 browser ......11-2 IBM AS/400 ....... 1-13 Bureaubladprinter ....7-5 IBM LAN Server ....2-1 IBM RS/6000 AIX ....1-8 IIS ........
Pagina 170
IPX/SPX ......12-1 Novell NetWare ....13-11 ISP ........5-2 NT 4.0 ........2-1 NWADMIN ......6-2 JetAdmin ......13-9 JetDirect ......3-2 OS/2 ........2-11 OS/2 Warp ......4-9 OS/2 Warp Server ..2-1 2-11 Kiezer ........7-2 OS/400 ......1-13 kleine netwerken ....3-1 PATHWORKS .....
Pagina 171
sysadmsh ......1-11 System 8.6 ....7-2 TCP/IP ....... 1-1 12-1 TELNET .. 4-3 12-1 12-12 ........A-2 TEXT_P1 ....1-2 TFTP GET ......A-5 TFTP PUT ......A-5 TGV's Multinet ....1-12 UNIX ........1-1 wachtwoord 1-1 Webbrowser ..... 12-1 WebJetAdmin .....