Installatie
4
Aansluiting systeembus
4.6.1
UL-conforme installatie
4.7
Aansluiting systeembus
4.7.1
Systeembuskabel voor op CAN gebaseerde systeembus met optionele mastermodule
24
•
De aansluitpunten [4] mogen uitsluitend voor de aansluiting van BST-remmodules
worden gebruikt.
•
Beveilig de uitgaande tussenkring bij de doorsneeversmalling met 2 smeltveilig-
heden (in U
+ en U
zk
zk
Advies: Minstens 750 V DC, bedrijfsklasse gG
De nominale stroom van de zekering is afhankelijk van het aantal aangesloten
BST-remmodules.
Aantal BST-remmodules
Nominale stroom in A
•
Beperk de gehele kabellengte van de aansluiting tot maximaal 5 m – gemeten tussen
de aftapping van de tussenkring en de aansluiting op de BST-remmodule, zie aan-
sluitschema.
De aansluitset BST is in gemeenschappelijke toepassing met de meerassige servo-
®
versterker MOVIAXIS
UL-gecertificeerd.
Let voor de bedrading in de schakelkast op de landspecifieke normen en voorschriften.
Hierna wordt beschreven hoe de systeembuskabels van de CAN-systeembus in het
assysteem moet worden aangesloten.
•
Steek de stekers van de systeembuskabels CAN [1] er als volgt in (X9a, X9b):
•
Kabels hebben aan elke zijde met een kleur gemarkeerde stekkers en moeten in
de volgende volgorde worden aangebracht: rood (b) – groen (a) – rood (b) –
groen (a) – rood (b) – enz.
•
rood (b): uitgang (RJ45), X9b
•
groen (a): ingang (RJ45), X9a
•
zwart (c): MXM uitgang (Weidmüller) (MOVI-PLC
Gateway)
Compacte technische handleiding – Meerassige servoversterker MOVIAXIS
-), zie aansluitschema.
1 – 2
4
3 – 4
5 – 8
6
10
®
advanced, UFX41
®