GEBRUIK V
GEBRUIK V
GEBRUIK VAN HET T7300
GEBRUIK V
GEBRUIK V
AN HET T7300
AN HET T7300- - - - - THERMOS
AN HET T7300
AN HET T7300
1. Draai de schroeven van het aansluitpunt op de mon-
tage-of wandplaat los en sluit de draden van het
systeem aan. Zie afbeelding 68.
BELANGRIJK
Gebruik 18-aderige thermostaatkabel met een massieve
geleider en kleurcodes. Gebruik bij 18-aderig snoerdraad
maximaal tien draden. Gebruik geen draad met meer dan
18 aders.
2. Draai de schroeven van de aansluitpunten goed aan.
3. Duw het teveel aan draad terug in het gat.
4. Vul het gat op met onbrandbaar isolatiemateriaal,
zodat het thermostaat niet door tocht beïnvloed wordt.
JUISTE MANIER VAN BEDRADEN
Strip 11 mm
van de kabel
zodat hij
buigbaar is
Thermostaat op montage- of wandplaat monteren
Het thermostaat wordt op de montage- of wandplaat
gemonteerd nadat deze is geïnstalleerd.
1. Bevestig de lipjes op het thermostaat en de montage-
of wandplaat aan elkaar. Zie afbeelding 69.
2. Druk op de onderkant van het kastje om het te
vergrendelen.
NB:
U kunt het thermostaat van de muur halen door eerst de
onderkant van het thermostaat naar voren te trekken en
vervolgens de bovenkant te verwijderen.
Bevestig de lipjes op
het thermostaat en de
montage- of
wandplaat aan elkaar.
Druk op de onderkant
van het kastje om het
te vergrendelen
Pagina 58 - IGO / Rooftop Smart en Linéa™ Serie
THERMOST T T T T AA
THERMOS
THERMOS
THERMOS
Strip 8 mm van de kabel als
u hem er recht in kunt steken
Afbeelding 68
Afbeelding 69
AA
AA
AA
AAT T T T T
INSTELLINGEN
Gebruik van thermostaattoetsen
Met de toetsen op het thermostaat kunt u:
- de juiste tijd en dag instellen,
- tijden en instellingen voor verwarming en koeling
programmeren,
- geprogrammeerde temperaturen opheffen,
- de huidige instelling weergeven
- werking systeem en ventilatie instellen,
- Installateursniveau configureren,
- Systeemtest Installateur controleren.
Zie afbeelding 70 voor toetsen (volgende pagina).
Systeem en Ventilator instellen (bepaalde
modellen)
Het systeem is standaard ingesteld op Heat (Verwarming).
De ventilator is standaard zo ingesteld dat hij als de unit in
bedrijf is, continu werkt,
en als deze stand-by staat, herstelt en synchroon aan de
verwarming- en koelingmodules werkt. Met de Systeem-
en Ventilatortoetsen kunt u de instellingen wijzigen. De
bediening van ventilator en systeem worden in de opties
voor het Installateursniveau geconfigureerd.
De systeeminstellingen zijn:
Em Heat (T7300/Q7300 D):
Het noodverwarmingrelais staat continu aan.
Thermostaat draait op hoogste verwarmingstrap.
Koeling staat uit. Compressor is niet geactiveerd.
Heat :
Thermostaat regelt verwarming.
Off :
Verwarming en koeling staan beide uit.
Cool :
Thermostaat regelt koeling.
Auto :
Thermostaat schakelt automatisch tussen
verwarming en koeling, afhankelijk van de
binnentemperatuur.
De ventilatorinstellingen zijn:
On :
Ventilator werkt continu als unit in bedrijf is.
Auto :
Apparatuur regelt de ventilator als unit stand-
by staat. De Intelligent Fan™ biedt drie opties
voor werking van ventilator als unit in bedrijf is:
- ventilator gaat alleen aan bij vraag naar
verwarming of koeling.
- ventilator werkt continu als unit in bedrijf is.
- ventilator is continu aan als unit in bedrijf is
en herstelt als unit stand-by staat.
Temperatuur instellen
Zie volgende tabel voor standaardtemperatuurinstellingen.
Zie hoofdstuk Programmeren voor volledige instructies voor
het wijzigen van instellingen.
Bediening
In bedrijf
Verwarming
Koeling
25,5°C
Stand-by
20°C
13°C
32°C