Download Print deze pagina

Lennox SMART LINEA SCA 010 Handleiding Voor Gebruik En Onderhoud pagina 52

Advertenties

GEBRUIK VAN DE LX-IDS-AFSTANDSBEDIENING
GEBRUIK VAN DE LX-IDS-AFSTANDSBEDIENING
GEBRUIK VAN DE LX-IDS-AFSTANDSBEDIENING
GEBRUIK VAN DE LX-IDS-AFSTANDSBEDIENING
GEBRUIK VAN DE LX-IDS-AFSTANDSBEDIENING
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
De binnenhuissensor registreert de luchttemperatuur op
afstand en stuurt de informatie digitaal naar het
thermostaat. Maximaal zes sensoren kunnen worden
aangesloten die samen een gemiddelde temperatuur
bepalen. De sensor kan na aanpassing ook worden
gebruikt met een leidingsensor of om een bestaand L2S-
RS-netwerk op een nieuw thermostaat aan te sluiten.
INSTALLATIE ENKELE SENSOR
1. Installeer het thermostaat conform de bijgeleverde
instructiehandleiding. Controleer of het thermostaat
werkt (display toont juiste temperatuur).
WAARSCHUWING: Verwijder tijdens bedrading van
de sensor het thermostaat van de montageplaat ter
voorkoming van schade aan stroomdraden. Dit is
belangrijk.
2. Installeer drie aderige kabel tussen thermostaat en
afstandsensor. Maximale afstand = 90 m.
3. Open het sensorkastje door op de knop aan de
onderkant van het kastje te drukken tot vergrendeling
losschiet. Verwijder de kap door hem aan de
onderkant naar voren en naar boven te trekken..
4. Haal de kaart van de montageplaat door de
vergrendeling midden onder naar achter te trekken.
5. Gebruik de montageplaat als sjabloon om op de muur
de plaats voor de montagegaatjes af te tekenen.
Boormaat voor de pluggen is 1/4 inch. Plaats met de
twee bijgeleverde schroeven en pluggen de
montageplaat over de draden die uit de muur steken.
De schuine hoek van de montageplaat moet aan de
onderkant goed zitten.
6. Klik de kaart terug op de montageplaat. Controleer of
de kaart goed vergrendeld is. Controleer of de
thermostaat (sensorelement) onder de gaten in de
kap zit, maar de kap of onderkast niet raakt.
7. Strip 35 mm isolatie van de drie draden op de
afstandsensor. Installeer de draden in de
aansluitpunten RS2, RS+V en RSI. Duw het teveel
aan draad terug in de muur. Dicht het gat in de muur
rond de kabel af, zodat de sensor niet door tocht
beïnvloed wordt. (Zie afbeelding 62)
8. Let op welke kleur draad op welk aansluitpunt zit. De
volgorde van de draden op het thermostaat is niet
gelijk aan die op de sensor.
9. Sluit de draden op de montageplaat van het
thermostaat aan op de aansluitpunten RS2, RSI en
RS+V. Let op dat de benaming van de aansluitpunten
op de sensor en het thermostaat overeenkomt.
10. Monteer het thermostaat op de montageplaat en
controleer of de temperatuur wordt weergegeven.
11. Plaats de kap weer op de afstandsensor door hem
aan de bovenkant vast te haken en onderaan op zijn
plaats te klikken.
GEBRUIK VAN MEERDERE SENSORS
VOOR EEN GEMIDDELDE
TEMPERATUUR
U kunt twee tot zes sensors aansluiten waarmee u in een
grote ruimte of meerdere zones die door hetzelfde systeem
worden geregeld, de gemiddelde temperatuur kunt
bepalen.
THERMOSTAAT
SENSOR
1
RS+V –––––––– RS+V –––– RS+V ––––– RS+V ––––––
RS2 –––––––––– RS2 ––––– RS2 ––––– RS2 –––––––
RSI ––––––––––– RS1
GEM
Maximale afstand tussen 2 sensors is 90 m.
1. Sluit de draden van de eerste sensor conform de
instructies voor een enkele sensor aan.
2. WAARSCHUWING: Let op dat er geen stroom op de
sensors staat wanneer u het thermostaat van de
montageplaat verwijdert.
3. Sluit de draden van de andere sensors als volgt aan.
Een buitensensor kan op een willekeurige plaats in
de keten worden aangesloten (zie afbeelding 63)
4. Zet het thermostaat terug op de montageplaat.
Controleer of iedere sensor werkt door een tijdelijke
verbindingsdraad tussen aansluitpunten 1 en 2 aan
te sluiten. Hiermee schakelt u de thermistor uit. De
weergegeven temperatuur stijgt enkele graden als de
sensor goed geïnstalleerd is. Herhaal deze stappen
voor iedere sensor.
AANPASSING VOOR MEERDERE L2S-
RS-SENSORS
Bij vervanging van een oude thermostaat met meerdere
sensors kunt u de bestaande L2S-RS-sensor blijven
gebruiken. Tussen de oude sensoren en het nieuwe
thermostaat moet een LX-IDS-sensor worden geplaatst.
1. Installeer de nieuwe sensor conform de instructies
voor een enkele sensor.
2. Knip met een draadkniptang de thermistor van de
nieuwe sensor af (zie afbeelding 64).
3. Sluit de 2-aderige afgeschermde kabel van de L2S-
RS-sensoren aan op de aansluitpunten 1 en 2 van de
nieuwe sensor. Sluit de kabelafscherming ook op
aansluitpunt 2 aan.
IGO / Rooftop Smart en Linéa™ Serie - Pagina 51
SENSOR
SENSOR
OVERIG
2
3
SENSOR
RS1
RS1
GEM
GEM

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Smart linea sca 013Smart linea sca 015Smart linea sha 010Smart linea sha 013Smart linea sha 015Smart linea lca 020 ... Toon alles